100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Inleiding in het Nederlandse recht €7,44   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Inleiding in het Nederlandse recht

 13 keer bekeken  2 keer verkocht

Volledige samenvatting van het boek Inleiding in het Nederlandse recht van H1 t/m 4, H6, H8, H9 en H15. Samenvatting is logisch ingedeeld met de hoofdstukken en bevat duidelijke overzichten. Het bevat alleen de belangrijkste informatie om je tentamen te behalen met een 9 :)

Voorbeeld 4 van de 35  pagina's

  • Nee
  • H1 t/m h4, h6, h8, h9 en h15
  • 11 april 2021
  • 35
  • 2020/2021
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (1)
avatar-seller
anoukgraafmans
Inleiding recht
H1: Recht in algemeen
1.1 Inleiding
Het recht is een mechanisme die de taak heeft om conflicten te voorkomen en op te lossen. Het bewaart
de vrede in de samenleving, het beschermt de belangen van de samenleving en de overheid speelt
hierbij een belangrijke rol. Rechtsregels hebben als doel om menselijke gedragingen te ordenen en
daarmee te uniformeren, doordat ze voor iedereen gelijkelijk van kracht zijn. Rechtsregels beogen dus
een zekere maatschappelijke ordening van menselijk gedrag, dit gebeurt door het vaststellen van
voorschriften waarin bevoegdheden en verplichtingen staan.

1.2 De rechtsbronnen
Onder recht verstaan we het geheel van geldende rechtsregels (positief/objectief recht). Het recht
bestaat uit een optelsom van alle rechtsregels die hier op dit moment gelden. Rechtsregels uit
godsdienst of fatsoenregels zijn niet rechtstreeks vastgelegd en behoren daarmee niet tot het positieve
recht (bijvoorbeeld uit fatsoen de deur voor iemand openhouden).

Positief recht = door de mens gemaakte recht
Natuur recht = recht dat voor iedereen geldt ongeacht plaats en tijd omdat het door de natuur is
gegeven.

Objectief recht = ordenen de verhouding tussen personen door aan hen bevoegdheden en
verplichtingen toe te kennen. BV. art. 4 GW, iedereen heeft kiesrecht en mag dit uitbrengen.

Subjectief recht = de bevoegdheid die iemand in een concreet geval aan een regel van objectief recht
ontleent. BV. art 7:26 BW “de koper is verplicht de prijs te betalen”. Deze geldt vanzelfsprekend voor alle
kopers. A verkoopt aan B voor €8.000. B moet dan aan A betalen. Maar A heeft dus recht op betalen van
B, dit recht wordt dan ontleent aan regel van het objectieve recht.

Niet alle regels zijn dus rechtsregels, om te zien welke rechtsregels behoren tot het positieve recht maak
je gebruik van de rechtsbronnen. Rechtsbronnen zijn bronnen waaruit het geldend recht uit voortvloeit,
het gaat om de vorm waarin de rechtsregels zich voordoen en niet om de inhoudt.

In het Nederlandse recht zijn verschillende rechtsbronnen:
1. De wet
Elk algemeen geldende geschreven rechtsregel die afkomstig is van een tot wetgeving bevoegd
overheidsorgaan.

2. Jurisprudentie (rechtspraak)
Soms is een wet niet duidelijk genoeg of is er geen toepasbare wet volgens de rechter. Dan legt
de rechter de regel uit door het maken van een nadere of nieuwe regel. Als andere rechters deze
regel in latere verschillen toepassen is er sprake van jurisprudentie.




1

, 3. Gewoonte
Dit betreft een tal van gewoonte die niet in de wet staan, maar die in een sector wel als
bindende rechtsregels worden beschouwd en nageleefd. Dit kan dan alsnog als gewoonte recht
in een geschil worden gebruikt.

4. Verdragen
Verdragen en wetgevende besluiten van volkenrechtelijke organisaties waartoe Nederland
behoort. Zij hebben eigenlijk hetzelfde recht in werking en behoren daarom tot positief recht.

1.3 Nationaal en internationaal recht
Soevereiniteit houdt in dat elk land in beginsel vrij is in zijn wetgeving te regelen wat het nodig acht, en
te bepalen welke bevoegdheden aan het bestuur en de rechterlijke macht toekomen. Het geldt zowel
naar buiten als naar binnen, deze staten oefenen hun overheidsmacht in volledige onafhankelijkheid uit.
Het uitoefenen van bevoegdheid leidt tot recht van nationale oorsprong, dus bv Nederlands, Braziliaans
of Indonesisch recht.

Het deel van het internationaal recht dat rechtsregels bevat over het verkeer tussen staten onderling en
volkenrechtelijke organisaties, wordt het volkenrecht genoemd. Dit bestaat voornamelijk uit verdragen,
besluiten en regels van gewoonte recht.
Een verdrag is een schriftelijke, bindende regeling tussen staten onderling. Een bijzonder tyhpe verdrag
wordt gevormd door verdragen die ingrijpen in de soevereiniteit van de aangesloten staten. Het gaat dan
om verdragen met rechtsregels die rechtstreeks binnen de nationale rechtsorde van een staat gelden.
Bijvoorbeeld het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens (EVRM). Het bevat een
aantal grondrechten die in Nederland gelden, zoals eerlijk procesrecht en vrijheid van meningsuiting (art.
6 en 10 EVRM).

Als het blijkt dat een regel van nationaal recht in strijd is met een regel of een besluit van internationale
herkomst, dan is de vraag welke regels geldt. Kijk daarvoor in art. 94 GW. Een regel van internationale
herkomst heeft voorrang op de nationale regel, met de voorwaarde dat de regel in Nederland een ieder
naar zijn inhoud kan verbinden (moeten voor iedereen kunnen gelden).

1.4 Materieel en formeel recht
Twee belangrijke functies van recht:
1. Ordening menselijk gedrag door stellen rechtsregels
2. Handhaving van die regels door geschilbeslechting.

Regels die betrekking hebben op de rechten en plichten van personen in hun onderling verkeer, is
materieel recht.
Als er moeilijkheden omtrent het materieel recht ontstaan, komt het procesrecht in beeld. Hierin vinden
we regels over de handhaving en procedures omtrent het materieel recht, dit noem je formeel recht.

1.5 De rechtsgebieden
Er zijn verschillende rechtsgebieden:
1. Staatsrecht
Bevat de regels die betrekking hebben op de organisatie van de Staat en zijn organen en op de
bevoegdheden van die organen. Daarnaast om de verhouding van de burgers tot de Staat en de
mogelijkheid om invloed uit te oefenen op het functioneren op staatsorganen.

2

, Het wettelijke fundament wordt gevormd door de Grondwet, deze gaat over de grondrechten.
Deze vallen uiteen in vrijheidsrechten en politieke rechten. Vrijheid zijn onder meer de vrijheid
van godsdienst en meningsuiting. Politieke geven de burger zeggenschap over de samenstelling
van de overheidsinstellingen, zoals het kiesrecht.
Daarnaast zijn er sociale grondrechten, ze verplichten de overheid zich in te spannen voor het
algemene welzijn (onderwijs, gezondheidszorg en sociale zekerheid).

Het grootste deel van de GW is gewijd aan de inrichting van de staat en overheidsorganen. Ze
worden genoemd en daarbij worden de bevoegdheden benoemd (organieke opbouw).
Soms wordt er aangegeven dat over een bepaald onderwerp nadere regels moeten worden
gemaakt in een wet. De wet die een uitwerking bevat van een bepaling in de GW, wordt een
organieke wet genoemd.

Naast de GW bestaat het staatrecht uit een aantal regels die geleidelijk in het parlementaire
leven zijn ontwikkeld en die niet in de wettelijke regeling zijn vast gelegd (gewoonterecht).
Dit gaat voornamelijk om de verhouding tussen regering en parlement en om de gang van zaken
bij kabinetsinformatie. Bijvoorbeeld de regel dat een minister na een motie van wantrouwen van
de 2de kamer moet aftreden staat nergens op schrift, maar dit is een gewoonte geworden.

2. Bestuursrecht
Heeft de juridische bestuursactiviteit van de overheid tot onderwerp. De belangrijkste wettelijke
regeling is de Algemene wet bestuursrecht (AWB). Het is een rechtsgebied met regels over het
optreden van de bestuursorganen tegenover de burger en geschillen. De rechtsverhouding
tussen overheid en burger staat centraal, voornamelijk beschikking (art. 1:3 AWB). Dit is een
besluit van een bestuursorgaan in een individueel geval, bijvoorbeeld: verlenen van vergunning,
opleggen van belastingaanslag, verstrekken visum, toekennen studiefinanciering of verstrekken
WW-uitkering. Er is hier sprake van een individueel geval waarin een bestuursorgaan ten
aanzien van een individuele burger een beslissing neemt.

Het materiele bestuursrecht houdt zich bezig met de bevoegdheid van bestuursorganen tot het
maken van beschikkingen en de vereisten die aan een rechtsgeldige beschikking worden gesteld.
In de wet staat welke bestuursorganen bevoegd zijn om beschikkingen te geven, dit verschilt per
wet.

Beschikkingen zijn alleen rechtsgeldig als ze in overeenstemming zijn met de wet en de
algemene beginselen van behoorlijk bestuur. De burger kan bezwaar maken bij het
bestuursorgaan dat deze beschikking uitvaardigde. Als hij het niet eens is met de beslissing over
het bezwaar kan hij naar de rechter. Deze verleent rechtsbescherming tegen beschikkingen
waarmee iets mis is. Deze zitting vindt plaats bij de bestuursrechter in het bestuursprocesrecht.

3. Strafrecht
Het bedreigt bepaalde gedragingen met een straf. Het materiele strafrecht geeft aan welke
gedragingen strafbaar zijn, wie dader is en welke straffen voor het plegen van strafbare feiten
kunnen worden opgelegd. Het formele strafrecht bevat voorschriften omtrernt de gang van
zaken bij de opsporing van strafbare feiten, het onderzoek en de tenuitvoerlegging van de straf.
Dit staat in het Wetboek van Strafverordering.


3

, Een in de wet met straf bedreigde gedraging heet een strafbaar feit. Deze kunnen gepleegd
worden door zowel natuurlijke als rechtspersonen. Ligt wel aan het soort strafbaar feit.
Het vervolgen is opgedragen aan de overheid. De bevoegdheid om tot strafrechtelijke vervolging
over te gaan is aan het openbaar ministerie. In art. 16 GW bepaalt dat een feit alleen strafbaar is
als het voordien strafbaar is als het voordien strafbaar is gesteld in een wettelijke strafbepaling.

4. Burgerlijk recht (privaatrecht)
Juridische betrekkingen tussen personen onderling. Er zijn twee hoofdgroepen: regels
betreffende een persoon en regels betreffende het vermogen. Regels voor een persoon zijn te
onderscheiden in personen- en familie recht en het rechtspersonenrecht.
Het personen- en familierecht regelt alle persoonlijke betrekkingen binnen en buiten het gezin.
Het rechtspersonenrecht gaat over alle regels omtrent rechtspersonen, dit is een juridische
samenwerkingsvorm die zelfstandig aan het rechtsverkeer kan deelnemen. Je hebt hier een
onderscheid tussen privaatrechtelijke rechtspersonen (BV en NV) of publiekrechtelijke
rechtspersonen (provincies, gemeente en hogescholen).

Het vermogensrecht is het geheel van regels over het vermogen van een persoon. Een vermogen
is de optelsom van alle rechten en plichten van een persoon die op geld waardeerbaar zijn en
overdraagbaar. Door het sluiten van
overeenkomsten wijzigt men
telkens de samenstelling van zijn
vermogen, dit kan bijvoorbeeld ook
door schade.

5. Arbeidsrecht en sociaal
zekerheidsrecht
Geheel van rechtsregels dat
betrekking heeft op de
arbeidsverhouding van personen
die in loondienst werkzaam zijn.

1.6 Publiekrecht en privaatrecht
Het publiekrecht betreft de
rechtsverhoudingen tussen staat en
individu. Het gaat over de inrichting van de
staat en de wijze waarop exclusief aan de
overheid toegekende bevoegdheden
worden uitgeoefend naar de burger toe (verticaal). Terwijl privaatrecht de rechtsverhouding tussen
individuen onderling (horizontale verhouding). Zie onderstaande afbeelding voor de indeling.

Geschreven recht is het recht dat in de wetten en verdragen is vastgelegd, zoals de wet. Ongeschreven
wet is bijvoorbeeld het gewoonterecht of jurisprudentie, dit staat niet ergens als regel geschreven.




4

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper anoukgraafmans. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,44. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 72042 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€7,44  2x  verkocht
  • (0)
  Kopen