Samenvatting vloeiendheid jaar
2
De verschillen en overeenkomsten tussen broddelen en
stotteren
Stotteren Broddelen
Type onvloeiendheden Stotteronvloeiendheden Veel normale onvloeiendheden
Articulatiesnelheid Spreken trager Spreken sneller
Spreken tijdens spannende Slechter, meer druk Beter, want meer focus
momenten
Spreken tijdens ontspannen Beter, want er is rust Slechter, minder druk
momenten
Hardop lezen onbekende tekst Slechter Beter
Hardop lezen bekende tekst Beter door adaptatie (weet Slechter, steeds minder
waar stottermomenten aandacht (herhaling = saai =
liggen) minder focus)
Communicatie en/of spreekangst Vaak Mogelijk maar minder bewust
van stoornis
Bewustzijn van symptomen Sterk verschillend
Verstaanbaarheid Hoger Lager
Aandacht vestigen op spraak Slechter Beter
Spreken na onderbreking Slechter Beter
Korte antwoorden Wisselvallig Beter
Klankangst Soms Afwezig
Fouten in woordstructuur Afwezig Vaak
Broddelen
Iemand die broddelt heeft veel normale onvloeiendheden in een hoog articulatietempo. Er
wordt erg snel gesproken. Tijdens spannende momenten wordt de spraak beter en tijdens
de ontspannen momenten wordt de spraak slechter. Een onbekende tekst lezen gaat ook
beter dan een bekende tekst lezen. Als de tekst bekend is dan wordt er minder gelet op de
spraak en neemt het broddelen toe. Er kan mogelijk een communicatie en/of spreekangst
ontstaan. Een oorzaak hiervoor is als de cliënt bewust is van het broddelen. Meestal is de
persoon die broddelt zich hier inderdaad bewust van. De verstaanbaarheid van een
broddelaar is slecht. Het is beter voor de broddelaar als er aandacht licht op een spreekTAAK
en dus niet het spreken ZELF. Verplichte kenmerken van broddelen zijn:
- Snel/onregelmatig spreektempo
- Verminderde verstaanbaarheid/onduidelijke articulatie
- Veel normale onvloeiendheden
Stotteren
Bij iemand die stottert komen stotteronvloeiendheden voor. Dit zijn verlengingen, blokkades
en herhalingen. De articulatiesnelheid is laag en zo is het spreektempo dus ook langzaam. Als
een stotteraar in een spannende situatie moet spreken is de spraak slechter. Als de
stotteraar ontspannen is gaat de spraak beter. Het hardop lezen van een onbekende tekst
,gaat slechter dan het lezen van een bekende tekst. Er komt vaak een communicatie en/of
spreekangst voor omdat een stotteraar zich sterk bewust is van zijn stottergedrag. De
verstaanbaarheid van een stotteraar is niet goed.
Bijkomende problemen naast stotteren die aanwezig
kunnen zijn (co-morbiditeit) en de invloed van deze
problemen op het stotteren en de behandeling
Spraak-taalontwikkelingsproblemen
Spraak-taalontwikkelingsproblemen kunnen voortkomen uit formuleringsproblemen,
woordvindingsproblemen en problemen met pragmatische vaardigheden.
Jonge kinderen met een snelle spraak- en taalontwikkeling kunnen al snel moeilijke woorden
gebruiken en in lange zinnen spreken. Sommige kinderen beginnen hier niet aan omdat ze
aanvoelen dat ze dat niet kunnen. Vaak willen ze ook nog graag snel reageren. Dit is voor
hun spraakspieren op dat moment moeilijk te realiseren. Maar ook een vertraagde spraak-
en taalontwikkeling kan een factor zijn. Het kost kinderen dan moeite hun ideeën in
woorden om te zetten, waardoor stottergedrag kan ontstaan. Het kan kinderen onzeker
maken over hun spreken.
De expressieve woordenschat op tweejarige leeftijd is een zwakke voorspeller voor het
ontstaan van stotteren op driejarige leeftijd en is geen voorspeller voor stotteren op
vierjarige leeftijd (Reilly et al 2013). De voorspellende waarde van expressieve
taalvaardigheden voor blijvend stotteren is vooralsnog onduidelijk (Yairi & Seery 2011).
Temperament aspecten snel angstig of gefrustreerd
Het kan zijn dat je bijvoorbeeld erg levendig bent, erg veel contact zoekt of juist niet zo veel
kan verdragen en snel stress hebt. Temperament zit in je en komt naar buiten door
uitlokkende factoren. De uitlokkende factoren kunnen dan de oorzaak zijn in het ontstaan
van stotteren.
Voor de invloed van het bewustzijn van het stotteren of van emotionele reacties van het
kind op het stotteren als risicofactor voor blijvend stotteren is onvoldoende
wetenschappelijk bewijs (Yairi & Seery 2011). Een ander onderzoek vond geen overtuigend
bewijs dat de kwaliteit van leven op emotioneel en psychosociaal vlak bij de groep driejarige
en vierjarige kinderen die stotteren, verschilt van kinderen die niet stotteren. Evenmin werd
bewijs gevonden voor verschil in temperament tussen beide populaties (Reilly et al 2009;
Reilly et al 2013).
Temperament en stotteren: Ronny Boey: 35% ‘hoog temperamentvol’ tegenover 10-15% in
algemene populatie.
Review Kefalianos over temperament en stotteren:
- Stotterende voorschoolse kinderen minder vlot aanpassing
- Beperkte aandachtsspanne
- Meer negatieve stemming
, - Meer hyperactiviteit
Broddelen
Het vertragen van het spreektempo is goed voor broddelen en stotteren.
Articulatieoefeningen kunnen bewustzijn spraak verhogen en kan negatief werken op
stotteren. Een positieve benadering is altijd belangrijk: veel belonen van het gewenste
gedrag en af en toe corrigeren van ongewenst gedrag (verhouding 5:1).
ADHD
Aandachtstoornissen, slecht oogcontact, motorische onrust, problematisch beurtgedrag,
weinig aandacht voor de inbreng van de ander, geringe organisatiemogelijkheden, impulsief
reageren en sociaal onhandig reageren.
Kinderen die stotteren:
- Zijn sneller afgeleid door omgevingsfactoren
- Hebben een minder goede aandachtsspanne
- Zijn minder vlot in aandachtsswitching
- Scoren lager op beoordelingsschalen i.v.m. aandacht
- Kunnen minder goed de aandacht richten
- Vertonen een minder goede inhibitiecontrole/emotieregulatie
o En tonen dus meer boosheid en frustratie
- Vertonen vaak drukker gedrag
Verschillende studies signaleren een belangrijke comorbiditeit tussen ADHD en
stotteren.
Meer dan de helft van de kinderen die stotteren scoort positief op de ADHD-Rating
Scale, ingevuld door de ouders.
Volgens Conture (2000) heeft 10-20% van de kinderen die stotteren ook ADHD.
40% aandachtsproblemen bij mensen die stotteren.
Biederman (1993):
18% van de volwassenen met ADHD stottert
4% van de kinderen met ADHD stottert
Prevalentie van ADHD bij kinderen die stotteren: 4% tot 26% (Healey & Reid, 2003). Meer
dan de helft leerplichtige kinderen die stotteren (CWS) hebben voldoende van de
aandachtstekort/hyperactiviteit wanorde (ADHD)symptomen om verwijzing voor klinische
evaluatie te rechtvaardigen. Dit wijst op de resultaten van een studie van de V.S. van
ouderlijke rapporten.
Meertaligheid
Cognitieve, emotionele, sociale en verbaalmotorische problemen rond stotteren zullen zeker
door de tweede taal en de andere cultuur beïnvloed worden. Kinderen met een zwak
taalverwervingssysteem worden dubbel belast wanneer zij twee talen goed moeten leren.
- Of stotteren vaker voorkomt bij meertalige kinderen is onduidelijk. Het laatste
onderzoek uit 2009 benoemt dat stotteren wel vaker voorkomt bij meertalige
kinderen, maar het blijft onduidelijk.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper logopedie21. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.