Uitgebreide hoorcollege aantekeningen van het vak Privaatrecht 2. Blok 3 jaar 1 Fontys Vastgoed & Makelaardij. Ik heb alleen deze aantekeningen geleerd en een 8,4 gehaald op het tentamen.
“rechten en plichten die onderdeel uitmaken van iemands vermogen.”
Blok 1: verbintenissenrecht (personen onderling)
Rechtsverhoudingen tussen rechtssubjecten onderling
Boek 6 ,7 ,7A BW
Veel regelend recht
Hier zit heel veel contractenrecht tussen, dat gaat over wat partijen met elkaar afspreken en het zal
duidelijk zijn dat in het wetboek dan ook veel regelend recht staat. Dat betekend dat partijen
eigenlijk zelf mogen bepalen binnen de kaders van de wet want in strijd met dwingend recht mag je
natuurlijk ook als partijen niets afspreken. In het wetboek staat dus wel veel regelend recht waar
partijen op kunnen terugvallen op het moment dat ze zelf niets geregeld hebben.
Blok 3: goederenrecht (personen-goederen)
Rechtsverhoudingen tussen rechtssubjecten en goederen
Boek 3 en 5 BW
Veel dwingend recht
In dit blok gaan we het hebben over het goederenrecht en dat gaat over de juridische verhouding
tussen personen en goederen. De wetsartikelen die je in boek 3 en 5 vind daar zit heel veel dwingend
recht in.
Vermogen
Vermogen dat hebben we allemaal, zowel rijke als arme mensen iedereen heeft vermogen. Het feit
dat we vermogen hebben maakt dat we rechten en plichten hebben. Vermogen is op geld
waardeerbaar en vermogen is niet alleen maar positief vermogen kan ook negatief zijn namelijk
schulden. Het kunnen dus bezittingen of schulden zijn. Het actieve vermogen dat zijn de goederen,
het passieve vermogen dat zijn de schulden. Iemand die dus een negatief vermogen heeft die heeft
dus meer schulden dan dat hij bezittingen heeft.
Actief = goederen (3:1 BW)
,Goederenrecht
Als we kijken naar 3:1 van het BW daar vind je de definitie die hier in het schema staat.
Artikel 1 van boek 3 zegt: goederen zijn alle zaken en vermogensrechten. Zaken dat zijn stoffelijke
objecten, dingen die voor menselijke beheersing vatbaar zijn. Dingen die je vast kan pakken, denk
aan een huis, denk aan een auto, een bank, een stoel, een tafel, alles wat je vast kunt pakken.
Vermogensrechten dat zijn weer hele andere dingen. Daarbij kun je denken aan rechten op betaling
van een koopsom. Of een hypotheekrecht op een huis, of een hypotheekrecht op een bedrijfspand.
Als je nou kijkt naar die wetboeken, de docent zei net het vermogensrecht en het goederenrecht dat
vind je voornamelijk terug in boek 3 en 5. Kijk je nou naar boek 3 van het burgerlijk wetboek dan vind
je vooral de rechtsverhoudingen die betrekking hebben op goederen, dus het hypotheekrecht wat je
kunt vestigen op een zaak of huis, zelfs op een vermogensrecht maar dat later. En in boek 5 vind je
de rechtsverhoudingen die alleen betrekking hebben op zaken bijvoorbeeld het eigendomsrecht. En
over die zaken gaan we het hebben op dit moment.
Zaken: (art. 3:2 BW) roerende en onroerende zaken (art. 3:3 BW)
Wat zijn nou zaken, dit zijn voor menselijke beheersing vatbare stoffelijke objecten. Alles wat je vast
kan pakken is juridisch gezien een zaak. Zaken kunnen onroerend en roerend zijn.
Onroerend: Huizen, kantoren, bomen, steenkool
De grond
Niet gewonnen delfstoffen
Beplantingen in de grond en
Al hetgeen erop is gebouwd: en daarmee ‘duurzaam verenigd’ is
In art. 3:3 BW staat dit
Roerend: meubilair, auto, fiets, laptop
Elke zaak die niet onroerend is
,Het is dus zo dat niet wij zelf kunnen bepalen of iets roerend of onroerend is, dat bepaald de wet en
dat doet de wet in artikel 3:4 BW.
Bestanddelen art. 3:4 BW
Zaak bestaat uit verschillende onderdelen
De hoofdzaak
Bestanddelen die deel uit maken van de hoofdzaak
Die bestanddelen leiden eigenlijk zakenrechtelijk een soort van onzelfstandig bestaan. Zij maken deel
uit van die hoofdzaak en zij vormen daar een eenheid mee. Voorbeeld: stuur van een auto, spiegels
van een auto, wielen van een auto, stuur van een fiets, zadel van een fiets. Die bestanddelen of die
daar nou bij horen bij die zaak daar heb je een criterium voor. Sterker nog daar heb je 2 criterium
voor.
Criterium voor het zijn van bestanddeel:
Verkeersopvatting: dat betekend hoe er in de maatschappij wordt gedacht over een
bepaalde kwestie. Dus er moet eensgezindheid zijn in de maatschappij over of iets
onderdeel/bestanddeel van een bepaalde zaak is. als ik het heb over het stuur van een fiets
dan zal iedereen het erover eens zijn dat zonder stuur je niet kan fietsen. Dus dat is een
essentieel bestanddeel van die zaak. Een auto zonder motor daar kun je niet zo heel veel
mee want de essentie van die auto is dat je er mee kan rijden en op het moment dat die
motor er niet in zit dan kan dat niet. Het is zelfs zo dat de huissleutel een bestanddeel is van
een huis omdat je zonder die huissleutel op normale wijze het huis niet binnen kan gaan.
Beschadigingscriterium: “aard- en nagelvast verbonden” daarmee wordt bedoeld als iets zo
hecht met een hoofdzaak is verbonden dat het zonder beschadiging niet verwijderd kan
worden dan is het een bestanddeel dat bij de hoofdzaak hoort. Bij ons is het vaak zo dat de
inbouwapparatuur van een keuken een bestanddeel is van de woning omdat je die vaak als
die ingebouwd is niet zonder beschadiging van die woning kan verwijderen.
Gevolg van het zijn van bestanddeel:
Er vindt natrekking plaats
Natrekking (bestanddeelvorming) art. 3:4 BW
Natrekking wil zeggen dat een bepaalde zaak (een bestanddeel) een geheel gaat vormen met een
andere (hoofd)zaak. Bestanddeel volgt de hoofdzaak. Dat betekend dat ze dan goederenrechtelijk
ook als een zaak worden gezien en we noemen dat het eenheidsbeginsel.
Eenheidsbeginsel: Eigenaar van een zaak is ook eigenaar van al haar bestanddelen. Dus ben jij
eigenaar van een auto, dan ben je ook eigenaar van de motor die in de auto zit. Ben jij eigenaar van
een huis, dan ben je ook eigenaar van de cv installatie die in dat huis plaatsvindt. Want die cv
installatie die wordt nagetrokken door het huis en dat maakt dat de eigenaar van het huis ook
eigenaar is van de bestanddelen die in dat huis zitten onder andere die verwarming.
Let op:
Natrekking doorbreekt het eigendomsvoorbehoud
Wat een belangrijk gevolg van die natrekking is is dat een eigendomsvoorbehoud wordt doorbroken.
Een eigendomsvoorbehoud wil zeggen dat je bijvoorbeeld iets aan iemand anders verkoopt maar dat
je het eigendom jouw voorbehoud en dat betekend dat juridisch gezien de eigendom pas overgaat
als degene aan wie jij het hebt overgedragen jou heeft betaald daarvoor. Dat betekend dat jij kunt
zeggen: ik ben de bandenfabriek en ik lever banden aan Quickfit maar ik maak een
eigendomsvoorbehoud voor die banden dus Quickfit wordt juridisch pas eigenaar van die banden op
, het moment dat ze aan de bandenfabriek betaald heeft. Dat is prima zolang die banden op het
terrein van Quickfit liggen want dan is met het eigendomsvoorbehoud de bandenfabriek gewoon nog
eigenaar van die banden ook al liggen ze bij Quickfit. Maar wat gebeurd er nou als Quickfit die
banden gaat monteren onder een auto? Wie wordt er dan eigenaar van die banden? Als je kijkt naar
wat natrekking betekend dan zul je zien er komt iemand met een auto bij Quickfit en die zegt ik wil
nieuwe banden, Quickfit zegt dat is prima ik zet die banden eronder. Wat gebeurd er nou met dat
eigendomsvoorbehoud van de bandenfabriek? Dat wordt doorbroken want door natrekking is de
eigenaar van de auto ook de eigenaar van die nieuwe banden geworden en dat betekend dus dat de
bandenfabriek geen eigenaar meer is van die banden ook al hadden ze een eigendomsvoorbehoud
gemaakt. De bandenfabriek heeft uiteraard wel een vordering op Quickfit. Dus de bandenfabriek kan
de waarde van de banden nog wel vorderen van Quickfit maar eigenaar van de banden is geworden
eigenaar van de auto want door natrekking zijn de banden bij de auto gaan horen.
Hetzelfde geldt voor een cv installatie, je kunt als loodgieter zeggen ik maak een
eigendomsvoorbehoud voor de verwarmingselementen die ik ergens ga plaatsen dan loop je een
huis binnen die maakt dat eigendomsvoorbehoud met degene die die dingen van jou heeft gekocht
maar op het moment dat jij de verwarmingen gaat monteren in het huis wordt het
eigendomsvoorbehoud doorbroken door de natrekking want dan is de eigenaar van het huis ook de
eigenaar van de cv installatie geworden.
Registergoederen art 3:10 BW (zowel zaken als vermogensrechten)
In het wetboek staat registergoederen zijn goederen voor welke overdracht of vestiging inschrijving
in daartoe bestemde openbare registers (Kadaster) noodzakelijk is. (3:10 BW)”
Dat betekend en het voordeel daarvan is dat iedereen die registers kan nagaan of kan raadplegen om
na te gaan of iemand eigenaar is van een bepaald perceel of dat er misschien een hypotheekrecht op
gevestigd is. Registergoederen zijn zowel zaken als vermogensrechten, wat zijn nou
registergoederen? Dat vinden we terug in de wet. Deze moeten dus allemaal worden ingeschreven
bij het kadaster:
1. Alle onroerende zaken (3:89 BW) zoals: woningen, kantoorgebouwen, grond
2. Bepaalde roerende zaken (te boek gestelde schepen/luchtvaartuigen) (8:199 BW) maak niet
de vergissing te denken dat registergoederen altijd onroerend zijn. Er zijn bepaalde
mammoetdenkers en jumbojets die roerend zijn maar wel registergoederen zijn en dus
moeten worden ingeschreven in het kadaster.
3. Aandelen in registergoederen (3:96 BW)
4. Beperkte rechten op registergoederen (3:98 BW) zoals: een erfpachtrecht(dat is een
gebruiksrecht van de grond) en dat moet je op het moment dat je het wil gaan overdragen
inschrijven in de openbare registers.
Alle andere goederen dan die hier beschreven staan zijn niet registergoederen.
Om verwarring te voorkomen: het kadaster en het openbare register is iets anders dan bijvoorbeeld
het kentekenregister. Als je een auto koopt dan moet deze worden ingeschreven in het
kentekenregister dat maakt van een auto geen registergoed. Een auto is gewoon een roerende zaak
die ergens geregistreerd wordt.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper elineversleeuwen. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €8,89. Je zit daarna nergens aan vast.