Samenvatting Jeugdrecht Begrepen – zesde druk
Hoofdstuk 1
Het doel van het recht:
Wat men inhoudelijk wil bereiken: rechtvaardigheid, gelijkheid, bescherming.
Technisch: het ordenen van de samenleving en het geven van regels om conflicten te
voorkomen.
Rechtsgebieden:
Staatsrecht: basisregels voor de organisatie van de overheid met een beschrijving van
de organen van de overheid.
o Taken van de regering en de Tweede Kamer
o Rechten van burgers in de staat
o Grondwet is het meest belangrijk -> biedt de basis voor staatsinrichting.
Bestuursrecht: regels over de bestuurstaak van de overheid (zorg voor milieu,
onderwijs, jeugdhulp).
o Voorbeeld: burgers willen een vergunning voor een dakkapel, uitkering of
jeugdhulp voor hun kind.
o Biedt burgers de mogelijkheid om in bezwaar en beroep te gaan.
o Algemene wet bestuursrecht (awb):
Strafrecht: beschrijft verboden gedragingen en kan door de rechter gestraft worden.
o Alleen gedragingen die de rechtsorde zo schenden dat bestraffende reactie
vanuit de overheid moet volgen. Rechtsorde: rust en veiligheid in de
samenleving.
o Wetboek van Strafrecht (Sr): strafbepalingen (denk aan diefstal of doodslag)
o Wetboek van Strafvordering (Sv): regelt wat er gebeurt als er sprake is van een
strafbaar feit. Beschrijft de rechten van de verdachte, de bevoegdheden van
politie en justitie en de gang van zaken in een strafproces.
Burgerlijk recht: regelt rechtsverhoudingen tussen burgers onderling. Bestaat uit drie
onderdelen:
o Personen- en familierecht: familierechtelijke relaties tussen mensen worden
geregeld (ouderschap, gezag, omgang)
o Vermogensrecht: zakelijke relaties tussen personen regelt zoals koop, huur en
hypotheek.
o Rechtspersonenrecht: rechtspersoon is een organisatie of onderneming, die
een zelfstandig leven leidt in het recht. Er worden beschreven verschillende
vormen (nv, bv, stichting of vereniging) beschreven, hoe deze moeten worden
opgericht en wie het voor het zeggen heeft.
o In het Burgerlijk recht zijn er twee belangrijke wetboeken:
Burgerlijk Wetboek: rechten en plichten van burgers op de drie
onderdelen.
Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv): bevat het procesrecht
met gang van zaken tijdens een burgerlijk proces, de betekenis van een
dagvaarding en de rol van de advocaat.
Het jeugdrecht is het geheel van rechtsregels dat de positie van jeugdigen regelt. Het
jeugdrecht is geen eigen rechtsgebied en valt ook niet onder één rechtsgebied. Het
jeugdrecht bestaat uit onderdelen van de verschillende rechtsgebieden.
,Materieel recht bevat de rechten en plichten van burgers. Beschrijft de strafbepalingen voor
diefstal, doodslag, aanranding en dergelijke. Materieel recht staat in het Wetboek van
Strafrecht.
Formeel recht is het procesrecht. Geeft aan wat er gebeurt als er eenmaal een strafbaar feit is
gepleegd: de rechten van de verdachte, de positie van de raadsman, de bevoegdheden van
politie en justitie en de gang van zaken tijdens de rechtszaak. Formeel recht staat in het
Wetboek van Strafvordering.
Nationaal recht is dat ieder land vrij is om zijn eigen rechtsregels te maken, de regels gelden
op grondgebied van dat land.
Internationaal recht regelt de rechtsrelaties tussen verschillende staten, wordt doorgaans
vastgelegd in internationale verdragen met regels waarmee de burgers te maken hebben.
Voorbeeld: EU, Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK).
Hoofdstuk 2: de ouders van de jeugdige (personen- en familierecht)
Het personen- en familierecht, en daarmee ook de juridische regels over het ouderschao staan
in Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW).
2.2 Juridische moeder
Een juridische moeder is de moeder uit wie het kind geboren is (art. 1:198 BW).
Draagmoederschap wil zeggen dat een vrouw (draagmoeder) voor een andere vrouw
(wensmoeder) een kind ter wereld brengt. Het BW kent geen draagmoederschap, waardoor de
kern van afspraken tussen draagmoeder en wensmoeder over de ‘overdracht’ voor het recht
ongeldig is. De draagmoeder blijft juridisch ouder. Om de wensmoeder ook juridisch ouder
te maken, moet de rechtbank het gezag van de andere moeder beëindigen -> wensmoeder
neemt het kind als pleegkind in haar gezin -> na één jaar kan de vrouw het kind adopteren.
2.3 Juridische vader
De juridische vader is de man (art. 1:199 BW):
Die bij de geboorte met de moeder is gehuwd
Die de jeugdige heeft erkend
Van wie door de rechter het vaderschap is vastgesteld
Die de jeugdige heeft geadopteerd
De hoofdregel geldt dat de vader van het kind de man is die getrouwd is met de vrouw die het
kind ter wereld brengt -> man wordt automatisch juridisch vader.
Vanaf 1 april 2014 geldt dit ook voor geregistreerd partnerschap -> er zijn geen juridische
verschillen meer tussen het geregistreerd partnerschap en het huwelijk.
Als blijkt dat de echtgenoot van de vrouw niet de vader is van het kind, kunnen de man,
vrouw en het kind de rechtbank verzoeken om het vaderschap te ontkennen.
Voorwaarde: de man mag niet de biologische vader zijn van het kind -> DNA- of bloedtest.
Wanneer de rechtbank instemt met het ontkenningsverzoek, is de man niet langer de
juridische vader van het kind (art. 1:200 BW).
Als de man ingestemd heeft met kunstmatige inseminatie, met ivf of donorzaad
kunnen de vader en moeder het vaderschap niet ontkennen. Het kind heeft wel deze
mogelijkheid.
,Als een man overlijdt tijdens het huwelijk en de vrouw brengt het kind ter wereld binnen 306
dagen na het overleden, wordt de overleden man gezien als de juridisch vader van het kind. Er
wordt vanuit gegaan dat de bevruchting heeft plaatsgevonden toen de man nog leefde (art.
1:201 BW).
Een jeugdige die geen juridische vader heeft, kan door een man (min. 16 jaar) worden
erkend (art. 1:203 BW), waardoor de man de juridische vader van de jeugdige wordt. Is
alleen mogelijk als de jeugdige nog geen juridische vader heeft. Erkenning is een juridische
daad: de man schept door de erkenning een familierechtelijke relatie tussen hem en de
jeugdige.
Procedure erkenning: man moet bij de burgerlijke stand van de gemeente verklaren dat hij
de juridische vader van de jeugdige wil zijn -> akte wordt opgemaakt en wordt ingeschreven
in het register van de burgerlijke stand.
Voor de erkenning van een jeugdige tot 16 jaar heeft de man toestemming van de
moeder nodig. Als de jeugdige tussen de 12 en 16 jaar oud is, moeten moeder en
jeugdige beiden toestemming geven. Als de jeugdige 16 jaar of ouder is, is alleen de
toestemming van de jeugdige nodig.
Als de moeder en/of jeugdige geen toestemming geeft, gaat de erkenning niet door.
Als de man kan aantonen dat hij de verwekker is van de jeugdige, hoeft hij zich niet
neer te leggen bij de weigering (art. 1:204 lid 3 BW) -> kan de rechtbank vragen om
vervangende toestemming, dit wordt gegeven als:
o De erkenning het belang van het kind niet schaadt.
o De erkenning de belangen niet zal schaden die de moeder heeft bij de
ongestoorde verhouding met haar kind.
Wanneer een moeder een andere man dan de biologische vader toestemming geeft
voor erkenning terwijl de procedure loopt door de biologische vader wordt er aan de
biologische vader voorwaardelijke toestemming gegeven. De andere man kan
hierdoor niet juridisch ouder worden, mits de rechter de erkenning niet geeft aan de
biologische vader.
Als een man spermadonor is of een vrouw eiceldonor, kan er, als de moeder de
erkenning weigert, vervangende toestemming worden gevraagd. Voorwaarde is dat de
man of vrouw in een nauwe persoonlijke betrekking (family life) tot de moeder of
het kind staat of heeft gestaan (bijv. sprake van relatie, betrokkenheid kind) (art.
1:204 lid 3 BW).
Erkenning is niet mogelijk (art. 1:204 BW):
Door een man die geen huwelijk met de moeder mag sluiten (broer, vader, zoon van
de moeder).
Door een man die nog geen 16 jaar is.
Door een man die onder curatele staat, tenzij hij toestemming heeft van de
kantonrechter
Als de jeugdige al twee ouders heeft
Een erkenning is in principe definitief, kan niet zomaar ongedaan gemaakt worden. Alleen als
de erkenner niet de biologische vader is, zet de wetgever de deur voor ongedaanmaking op
een kier (art. 1:205 BW). Voorbeeld: een kind ontdekt dat zijn erkenner niet de biologische
vader is, kan de rechtbank verzoeken voor vernietiging van erkenning. Het kind heeft
hiervoor drie jaar de tijd vanaf het jaar dat het kind de ontdekking doet. Als het kind nog
minderjarig is, kan het tot zijn 20e jaar een verzoek ter vernietiging indienen.
, Bij een gerechtelijke vaststelling wordt het juridisch vaderschap opgelegd aan de verwekker.
Dit kan ingezet worden als een man overlijdt voordat hij het kind heeft erkend of als de
verwekker weigert om zijn kind te erkennen.
De moeder kan totdat het kind 16 jaar is de rechter vragen het vaderschap vast te stellen, de
jeugdige kan dit vanaf zijn 12e jaar. Als de rechter het verzoek toekent, dan ontstaat er een
juridische vader-kindrelatie, die dezelfde gevolgen heeft als andere vormen van juridisch
ouderschap.
Vaderschapsactie: de moeder vraagt de rechter om de verwekker van haar kind te
verplichten een bijdrage te leveren in de kosten van studie en levensonderhoud van het kind.
Het BW legt de verwekker de plicht op om voor de kosten van studie en onderhoud te
zorgen (art. 1:394 BW).
Duo-moederschap: voor een vrouw is het sinds 1 april 2014 ook mogelijk om tweede
juridische ouder te worden. Door deze nieuwe wetgeving:
De tweede moeder wordt, bij huwelijk, automatisch tweede ouder. Voorwaarde is dat
het kind is verwerkt met genetisch materiaal dat is verstrekt door een officiële
donorbank waardoor de identiteit van de donor beschermd wordt.
Een vrouw kan, met toestemming van moeder, een kind erkennen.
Kan recht op vervangende toestemming aanvragen bij de rechter.
De moeder en het kind kunnen gerechtelijk het duo-moederschap laten vaststellen
indien deze vrouw de levensgezel van moeder is en heeft ingestemd met een daad van
verwekking van het kind.
In december 2017 heeft de Staatscommissie Herijking ouderschap een advies uitgebracht
met de vraag of het wenselijk zou zijn om het ouderschap voor meer dan twee personen
mogelijk te maken. Voorwaarden voor juridisch meerouderschap is dat een kind maximaal
vier juridische ouders krijgt. Kabinet Rutte ||| heeft opgenomen nader onderzoek naar
meerouderschap te doen, maar nog geen wetgeving in zal laten gaan.
2.4 Adoptie
Door adoptie (art. 1:227 BW) ontstaat een juridische ouder-kindrelatie. De juridische banden
met de oorspronkelijke ouders wordt verbroken. Er ontstaat een nieuwe band met de
adoptiefouders.