3.1 Elementen= niet-ontleedbare stoffen
Atoommodel van Dalton zegt dat:
1. moleculen bestaan uit kleinere deeltjes: atomen;
2. atomen zijn niet te vernietigen;
3. alle atomen van een niet-ontleedbare stof zijn aan elkaar gelijk;
4. een molecuul is een groepje bij elkaar behorende atomen.
Volgens Dalton treedt bij een reactie een hergroepering van atomen op. Bij de elektrolyse
van water hergroeperen de atomen uit de watermoleculen zich tot waterstofmoleculen en
zuurstofmoleculen.
Alle atomen van de niet-ontleedbare stof zuurstof zijn volgens het atoommodel aan elkaar
gelijk. Zuurstof bestaat dus uit één atoomsoort, zuurstofatomen. En waterstof bestaat uit
waterstofatomen. Dan moet een molecuul water uit waterstof- en zuurstofatomen bestaan.
Elk element heeft zijn eigen symbool. Dat symbool bestaat uit een hoofdletter.
De meeste elementen worden uit ertsen gewonnen.
De Rus Mendelejev heeft in 1869 de toen bekende elementen gerangschikt in het periodiek
systeem. Hij gebruikte twee ordeningsprincipes:
1. de elementen staan na elkaar op volgorde van opklimmende massa;
2. de elementen met vergelijkbare chemische eigenschappen staan onder elkaar.
De elementen zijn gerangschikt in horizontale rijen, de perioden, en verticale kolommen, de
groepen. De elementen in een groep hebben vergelijkbare chemische eigenschappen.
Metalen glimmen en zijn bij kamertemperatuur vast. Alle metalen geleiden bij vaste en
vloeibare vorm warmte en stroom. Elementen die geen stroom geleiden in vaste en
vloeibare toestand zijn niet-metalen.
Metalen staan links in het periodiek systeem. De scheidslijn tussen metalen en niet-metalen
loopt vanaf aluminium naar rechts beneden.
Groep 1: alkalimetalen (erg reactief) Groep 2:aardalkalimetalen (reactief) Groep 17:
halogenen fluor chloor broom en jood (erg reactief) Groep 18: edelgassen (niet zo reactief)
Edele metalen reageren amper.
De niet-metalen hebben geen gemeenschappelijke eigenschappen, behalve dat ze geen
elektriciteit geleiden. Waterstof heeft een bijzondere plaats in het periodiek systeem. Het
staat in groep 1, maar behoort tot de niet-metalen en niet tot de alkalimetalen.
3.2 Je kunt volgens Dalton een molecuultekening
maken: atoom is dan een bolletje met het symbool
erin. Een molecuultekening is een groepje bolletjes
die bij elkaar horen. Je tekent de bolletjes tegen
elkaar. Molecuulformule: de symbolen van de atomen
en het aantal atomen van elke soort.
Molecuulmodel: een driedimensionaal model van een
molecuul.
, Niet-ontleedbare stoffen zijn volgens het atoommodel van Dalton opgebouwd uit atomen van
dezelfde atoomsoort. Je geeft deze in formuletaal weer met hun symbool.
Er zijn zeven niet-ontleedbare stoffen die uit moleculen bestaan. Daarom staat er altijd een 2
achter.
waterstof H2(g) fosfor P(s) * stikstof N2(g) koolstof C(s)
zuurstof O2(g) silicium Si(s) fluor F2(g) * helium He(g)
chloor Cl2(g) * koper Cu(s) broom Br2(l) zink Zn(s)*
jood I2(s) kwik Hg(l)
De systematische naam van het verbrandingsproduct van fosfor is difosforpentaoxide.
1-mono 2-di 3-tri 4-tetra 5-penta 6-hexa 7-hepta 8-octa 9-nona 10-deca
Formule uit systematische naam afleiden:
1. Noteer de symbolen van de atoomsoorten in de naam. Laat ruimte voor de index achter
elke atoomsoort.
2. Zet de nummers van de Griekse telwoorden die in de naam voor de atoomsoort staan, als
index achter het symbool. Vaak is de -a- van tetra, penta of hexa weggevallen.
3. De laatste lettergreep is altijd -de. Dit geeft aan dat wat ervoor staat de naam van een
molecuul is.
4. Tot slot zet je de fase achter de formule
S-sulfide H2S-diwaterstofsulfide H-hydride SiH4-siliciumtetrahydride
water-H2O(l) methaan-CH4(g)*
propaan-C3H8(g) butaan-C4H10(g)*
ammoniak-NH3(g)* glucose-C6H12O6(s)
Alle stoffen op aarde zijn ontstaan door reacties van elementen..
*Metalen reageren niet met elkaar. Gesmolten mengen=legering
Een metaal kan wel reageren met een niet-metaal.
Een niet-metaal kan ook reageren met een ander niet-metaal.
Zout; reactieproduct van een metaal en een niet-metaal: geleiden geen stroom in vaste
toestand, maar wel in gesmolten toestand en in oplossing. Bij kamertemperatuur vast.
Moleculaire stoffen: meerdere niet-metalen. Geleiden nooit.
Metaal: geleidt vast en gesmolten, oplossing nvt
Bij zouten leid je de naam op de volgende manier af:
noteer eerst de naam van het metaal,
zet de naam van het niet-metaal erachter,
zet de uitgang ide achter de naam.
3.3 Met het molecuulmodel verklaar je dat in
een oplossing de moleculen door elkaar
bewegen. Met het atoommodel van Dalton
verklaar je dat bij elektrolyse van water de
atomen van de watermoleculen zich
herschikken.
Je ziet bij de minpool de stoffen zink en koper ontstaan. En bij de pluspool ontstaan de
stoffen chloor en broom. Dat alles valt met het atoommodel van Dalton niet te verklaren.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lauravos3. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,89. Je zit daarna nergens aan vast.