Inleiding Infectieziekten-1
Kennis van organisme en bijbehorende symptomen is belangrijk om te weten welke behandeling je moet geven.
Makkelijk muteren = virus past zich makkelijk aan nieuwe omstandigheden
- RNA virus muteert makkelijk
Reservoir = besmettingsbron, de bron waaruit pathogenen zich kunnen verspreiden.
Transmissie infectieziekten : reservoirs
Verschillende reservoirs :
1. Mens-mens : een groot deel van de mensen is asymptomatisch, een subklinische infecties, je bent wel
Infectieus, maar hebt geen symptomen. Deze mensen zijn een bron van besmettelijkheid. Asymptomatisch
dragerschap.
2. Dier-mens (zoönoses)
3. Vector (insecten)
- Mens-vector-mens : malariaparasiet (je moet de mug aanpakken, mug is de vector)
- Dier-vector-mens (pest)
4. Besmette oppervlakten, voedsel, water, aarde (kan pathogeen overleven buiten de gastheer)
Bouw organisme :
- Virus zonder envelop
o Capside is erg sterk, kan goed overleven in verschillende omstandigheden
o Overleeft langer in omgeving (buiten gastheer)
o Via besmette objecten overdraagbaar
- Virus met envelop = dubbele lipiden membraan
o Met envelop gevoeliger voor uitdroging, gevoeliger voor omgevingsfactoren.
o Virus met envelop is kwetsbaarder
o Overleefd minder goed op objecten, overleeft minder goed buiten de gastheer
o Corona virus heeft een envelop
,SARS-COV-2 (corona):
- helicaal
- Envelop
- + ss RNA virus
- Zoönose
Transmissieroutes :
- Zoönose : dier-mens
o Intensief contact tussen besmette dieren en mensen
o Druppeltjestransmissie : aerogeen
- Mens-mens : asymptomatisch dragerschap
o Contact transmissie : direct contact (niezen, hoesten), indirect contact (besmette
oppervlakte, hand schudden), druppeltjestransmissie (aerogeen)
Wanneer vindt transmissie plaats?
Incubatie fase = periode tot aan symptomen (ziekte) :
toename pathogeen, transmissie mogelijk
Ziekte fase = afhankelijk van virulentie pathogeen en/of
conditie gastheer
Herstel fase = afname virusdeeltjes en verdwijnen
symptomen (ziekte), maar bij sommige infecties kan na
herstel symptomen nog steeds pathogeen aanwezig zijn
en transmissie mogelijk
SARS-COV-2 : wanneer infectieus ?
- Tijdens symptomen infectieus
- Incubatie 2-14 dagen
- Wanneer verdacht : koorts en hoesten of kortademigheid
Transmissie routes
- Horizontaal = van mens op mens
- Verticaal = van mens op kind (zoals bij bijvoorbeeld soa’s)
Contact transmissie :
- Direct contact
- Indirect contact
- Druppels
Vehicle transmissie (=voertuigtransmissie):
- Overdracht van ziekteverwekkers door “voertuigen” zoals water,
voedsel en lucht
,Vector transmissie :
- Vectoren zoals : muggen, vliegen of parasieten zoals
teken en vlooien
- Biologische vectoren : vectoren waarin de ziekte
verwekker zich kan voortplanten (zoals dieren en
planten)
- Mechanische vectoren : vectoren waarin de
ziekteverwekker beperkte tijd kan overleven en zich
niet kan voortplanten (niet levende zaken als naalden,
water, voedsel)
Direct VS indirect transmissie
Direct : van mens op mens overdraagbaar zonder dat er iets tussen komt, of van dier op mens
Indirect : via iets : drinkwater, vector, besmette oppervlakte, stof
Hoorcollege : inleiding infectie ziekten 2, virulentie en pathogeniciteit
Wat, hoe, wanneer, wie :
- kennis organisme en bijbehorende symptomen (etiologie) : classificatie (zodat je de juiste
behandeling kunt geven)
- hoe en wanneer wordt het pathogeen over gebracht naar andere gastheer :
transmissieroute (belangrijk voor preventie)
- Waar zit de pathogeen in het lichaam : pathogenese, levenscyclus (belangrijk voor
welk monster je moet nemen voor diagnose)
- Risicogroepen : wie behoren tot de risicogroepen (klassieke risico groepen : hele oude
populatie, hele jonge jongeren (onder 5 jaar) en mensen met onderliggend leiden)
Overzicht risicofactoren
- Crowding = dicht op elkaar wonen, leven,
bewegen. Bij corona is dit de reden dat virus
heeft kunnen overspringen van dier naar mens
- Humidity = in warme landen veel parasitaire
infecties die hier niet voor komen
Respiratoire infectie = luchtweginfectie
Problemen in het westen :
- Bacteriën worden multiresistent (resistent tegen verschillende middelen)
- Terugkeer oude ziekten (tuberculose)
- Opportunistische infecties
, Virussen : compleet afhankelijk van gastheercel voor replicatie, kunnen niet zonder
gastheercel repliceren
Bacteriën : zelfstandige levensvorm,
prokaryoten, eencellig (rechts)
Parasieten : zelfstandige levensvorm,
eukaryoten, meerdere organellen
(links)
Definities
Pathogeen = een organisme dat ziekte veroorzaakt
- Primair = veroorzaakt ziekte in gezonde gastheer
- Opportunistisch = alleen ziekte in verzakte gastheer
Infectie = aanwezigheid van een vermenigvuldigend (micro) organisme (hoeft niet schadelijk
te zijn)
- Primair = veroorzaakt door primaire pathogeen
- Secundair = als gevolg van een primaire infectie, 2e infectie kan plaatsvinden (bijv.
opportunistische infecties)
Infectieproces : 5 stappen
5 stappen doorlopen om gastheer succesvol te infecteren
(PLAATJE)
1. Blootstelling aan organismen, belangrijk dat het
zich kan hechten aan de gastheer. Het moet
kunnen plakken aan gastheercel.
2. Als het aangehecht is probeert het zich binnen te
dringen en dan gaat het zich vermenigvuldigen en
proberen binnen te blijven
3. Het is een gevecht tussen gastheer en organisme.
Organisme kan winnen.
4. Kan weefsel schade aanrichten, hoeft niet
5. Moet op tijd gastheer verlaten om andere
gastheer te infecteren
Portals of entry = wegen hoe organisme je kan infecteren. Moet in contact staan met de
buitenwereld