100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting van alle 7 problemen van gezinspedagogiek! €5,99   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting van alle 7 problemen van gezinspedagogiek!

1 beoordeling
 90 keer bekeken  11 keer verkocht

Samengevat zijn problemen over: - Adoptie - Pleegzorg - Roze ouderschap - Last-minute en tienermoeders - Scheiding en overlijden ouders - Samengestelde gezinnen - Broers, zussen en meerlingen Van ieder onderwerp zijn alle artikelen, hoofdstukken uit de boeken etc samengevat.

Voorbeeld 4 van de 109  pagina's

  • 13 april 2021
  • 109
  • 2020/2021
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (27)

1  beoordeling

review-writer-avatar

Door: charissawoerlee • 2 jaar geleden

avatar-seller
anneeeltink
Probleem 1: Best interest of the child (Adoptie)
Literatuur:
 Juffer, F., Palacios., Le Mare., Sonuga-Barke., Tieman., Bakermans-Kranenburg
(2011). Development of adopted children with histories of early adversity.
 Juffer, F. & van Ijzendoorn, M. H. (2009). International Adoption comes of age.
 Ministerie van veiligheid en Justitie. (2018)
 Pinderhughes & Brodzinsky (2019) Parenting in adoptive families.
 Boek van Leeuwen & van Crombrugge, H7 Adoptie (door Juffer)

Leestips:
 Focus op interlandelijke adoptie
 Focus op onderzoeksopzetten uit de volgende studies: Leidse Longitudinale Adoptiestudie
(LLAS), Rotterdamse Longitudinale Adoptiestudie (RLA), The English and Romanian
Adoption (ERA), Canada: Romanian Adoption Project

Leerdoel 1: Wat is de achtergrondinformatie rondom interlandelijke adoptie op het
gebied van definitie, demografische trends, theorieën en interventies?
Definitie
Juffer & Ijzendoorn, 2009
Adoptie wordt gedefinieerd als de legale plaatsing van verlaten, verwaarloosde of wees
kinderen in een adoptieve familie. Dit kan gezien worden als een situatie met beschermende
en risicofactoren.

Demografische trends
Van Leeuwen & van Crombrugge, H7
 Er zijn 35000 buitenlandse kinderen geadopteerd sinds eind jaren 60. De meeste kinderen
komen uit het buitenland dit zijn er ieder jaar zo’n 600.
 Meeste afkomstig uit China, Colombia, Zuid-Afrika, Ethiopië, India en Haïti
 Interlandelijke adopties nemen wereldwijd af en er zijn steeds meer special-needs adoptie.
Dit heeft te maken met het Haags Adoptieverdrag. Hierin staat dat er altijd eerst gekeken
moet worden naar een adoptie in eigen land pas als dat niet kan mag interlandelijk.

,Ministerie van Veiligheid en Justitie ,2018

Procedure tot Aantal verzoeken tot beginselentoestemming (verklaring
opneming van waarin je als het ware geschikt wordt verklaard voor adoptie)
buitenlandse na een lichte stijging in 2016 verder afgenomen. Lichte daling
adoptiekinderen in NL in opgenomen kinderen in 2017. 85% van de adopties heeft
gezinnen 2013-2017 plaats gevonden onder het Haags adoptieverdrag (Verdrag
waarin interlandelijke adoptie tussen 66 landen geregeld is).
Verdeling van het Sterke daling in het aantal verzoeken in 2017 ten opzichte van
aantal verzoeken om 2016. Voor een eerste én tweede adoptie kind.
een
beginselentoestemming
Aantal verstrekte In 2016 was dit lager omdat de Raad voor de
beginseltoestemmingen kinderbescherming meer prioriteit gaf aan beschermingszaken.
In 2017 weer een stijging door een inhaalslag. Nog steeds lager
dan voorgaande jaren wat overeen komt met een verminderend
aantal aanvragen

De grafiek laat het aantal verzoeken, afgegeven verzoeken en opgenomen kinderen zien.
Sinds 2006 is er een duidelijke afname in de interesse voor adoptie. Wereldwijd neemt het
aantal adopties ook af. De voorspelling is dat dit ook in Nederland nog even zo zal blijven.
Het aantal special needs kinderen is wel sterk toegenomen.




Trends
Juffer et al., 2011
Vroeger werden kinderen vaak geadopteerd zonder veel informatie over hun achtergrond. Nu
vinden adoptie bureaus dit belangrijker en verzamelen alle beschikbare informatie. vaak is
veel van deze informatie wel gebaseerd op wat de ouders zeggen en weten we dus niets over
de betrouwbaarheid.

Veel weeshuizen hebben hun voedings-en gezondheidszorg verbeterd. Vaak mist vooral de
stabiele en sensitieve zorg. Er zijn meer weeshuizen van level twee (goede fysiek zorg,
slechte stimulatie en relaties) en level 3 (goede fysieke zorg, stimulatie maar minder adequate
stabiele relaties).

,Onderwijsgroep: subsidiariteitsprincipe (uit het haags adoptie verdrag). Dit houdt in dat
kinderen die geen ouders hebben op de een of andere manier eerst in de familie, dan in het
land gekeken wordt naar adoptie mogelijkheden en dan interlandelijk.

Trends in onderzoek:
1. Hoe adoptiekinderen zich ontwikkelen in vergelijking met hun huidige
leeftijdsgenoten?  Adoptie als risico factor, want op sommige vlakken
minder goed ontwikkeld.
2. Vergelijking met achtergebleven leeftijdgenoten (in kindertehuis 
deprivatie).  Protectieve factor, want vaak beter ontwikkeld.
3. Minder op ingegaan, waarom het ene adoptiekind wel en het andere geen
problemen ervaart?

Theorieën
Juffer & Ijzendoorn, 2009
Bowlby trok al vroeg de conclusie dat kinderen moeite hadden met de effecten van
institutionele zorg. Zelfs als er aan de fysieke behoeften werd voldaan. Deze kinderen werden
onthouden van ouderlijke zorg en miste kansen om een stabiele gehechtheidsrelatie op te
bouwen. Daarom raadde Bowlby pleegzorg en adoptie aan.

Volgens de theorie van risico en beschermende factoren. Kan een cumulatie van
risicofactoren zorgen voor minder optimale ontwikkeling van het kind. Protectieve factoren
kunnen een buffer zijn tegen deze negatieve effecten en voor meer veerkracht bij het kind
zorgen. In vergelijking met niet-geadopteerde kinderen ervaren geadopteerde kinderen
misschien meer nadeligheid in hun vroege leven. Zoals problemen bij de geboorte en verlies
van hun biologische familie.

Het catch-up model voor adoptie :

, Van Leeuwen & Crombrugge, H7
Lewis zei dat het gedrag van een kind vooral de context weerspiegelt waarin het gedrag zich
voordoet. Huidige ervaringen voorspellen volgens hem onze ontwikkeling meer dan
gebeurtenissen uit het verleden. Erikson daarentegen zegt dat iedere fase in de psychosociale
ontwikkeling wordt beïnvloed door wat plaatsvond in eerdere fasen. Bowlby verklaart vanuit
de hechtingstheorie dat het huidige gedrag een uitkomst is van beide: vroegere aanpassingen
en huidige ervaringen.

Leerdoel 2: Welke verschillende manieren zijn er om hier onderzoek naar te doen? En
welke invloed heeft dit op de onderzoeksresultaten?

Let op:
Bij longitudinale studies is het belangrijk dat je erop let welke groepen je met elkaar
vergelijkt en wat de positieve en risico factoren zijn. Er zijn verschillende manieren van
onderzoek doen. Sommige studies zien adoptie als risicofactor en anderen als protectieve
factor. Studies die het als risicofactor zien vergelijken niet geadopteerde kinderen met
geadopteerde kinderen. Studies die het zien als protectieve factor vergelijken geadopteerde
kinderen met kinderen die achter blijven in kindertehuizen.

Juffer et al. (2011)  The English and Romanian Adoption (ERA) Study (UK)
 Bij deze studie werd gekeken naar 165 kinderen geadopteerd uit Roemenië die te maken
hebben gehad met ernstige institutionele deprivatie (tot 42 maanden). De Roemeense
kinderen werden geëvalueerd op 4, 6, 11 en 15 jarige leeftijd en werden vergeleken met
vroeg geadopteerde Engelse kinderen.
De gevolgen bleven tot tenminste halverwege de adolescentie in stand. De uitkomsten
werden vooral geassocieerd met een deprivatie (verwaarlozing) die langer dan 6 maanden
duurden. De kinderen die voor 6 maanden werden geadopteerd toonden geen effect van
institutionalisering. Quasi autisme en ongeremde hechting werd gezien als de kern van de
gevolgen binnen deze sample.
Het effect van verwaarlozing op gedragsproblemen leek zwak maar er was wel toename in
emotionele problemen beginnend bij 6 en 11 jaar wat doorliep tot 15 jaar. Alle uitkomsten
van vroege verwaarlozing voorspelde later emotionele problemen. dit lijkt een gevolg van
eerdere problemen door de verwaarlozing zoals quasi autisme, ongeremde hechting,
onoplettendheid, cognitieve problemen etc.
Ondervoeding en lager gewicht was veel voorkomend in deze sample op het moment van
verlaten van het instituut, dit had echter geen effect op de uitkomsten
CONCLUSIE  kinderen die meer dan 6 maanden institutionele verwaarlozing hebben
ondervonden kregen te maken met onoplettendheid/overactiviteit, quasi autisme, ongeremde
hechting en intellectuele problemen.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper anneeeltink. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 73918 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€5,99  11x  verkocht
  • (1)
  Kopen