100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
biologische psychologie samenvatting €5,99   In winkelwagen

Samenvatting

biologische psychologie samenvatting

 5 keer bekeken  0 keer verkocht

samenvatting biologische psychologie hoofdstuk 1 t/m 6

Voorbeeld 3 van de 22  pagina's

  • Nee
  • 1 t/m 6
  • 14 april 2021
  • 22
  • 2020/2021
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (35)
avatar-seller
quilene
Samenvatting biologische
psychologie
Introductie
Alle psychologie is biologisch, je bent een biologisch organisme en alles wat je denkt of doet is deel
van biologie.
In dit boek concentreren we vooral op de hersenenmechanismen, maar ook de andere biologische
invloeden. In dit hoofdstuk overwegen we de drie grootste problemen: de relatie tussen geest en
brein, de rollen van nature of nuture en de ethiek van onderzoeken.

Een belangrijke vraag is: hoe de geest verbonden is aan de hersenactiviteiten. Is het een mind-brain
problem of mind-body problem. Er is geen verklaring voor waarom we een bewustzijn hebben. Ze
beschouwen het bewustzijn als een fundamenteel eigenschap, dat is iets wat niet verminderd kan
worden door iets anders. Bijvoorbeeld massa en elektrische lading zijn fundamentele eigenschappen,
waarschijnlijk is bewustzijn dat ook.
Bewustzijn is niet zoals alle fundamentele eigenschappen, het komt alleen voor in bepaalde delen
van het zenuwstelstel.

Biologische psychologie is de studie van de fysiologische, evolutionaire en ontwikkelings-
mechanismen van gedrag en ervaring. Biologische psychologie is niet alleen een theorie, maar meer
hoe je iets bekijkt. Bij de biologische psychologie suggereren ze dat hoe we denken en doen, dat het
komt door onze hersenen. Onze hersenen zijn goed en gebruiken we zo omdat het op deze manier is
gebouwd en dieren zo ook hebben overleefd.
Biologische psychologie gaat dus voornamelijk over je hersenactiviteit, onder de microscoop vinden
we in de hersenen twee verschillende cellen: neuronen en de glia. Neuronen geven berichten door.
De glia is kleiner en heeft veel functies maar geeft geen informatie door over grote afstanden. De
neuronen en glia zorgen ervoor dat we veel ervaringen hebben.

In het boek zijn belangrijke punten wat je zou moeten onthouden:
1. Perceptie vind plaats in de hersenen, je voelt iets in je brein. Wanneer je je hand aanraakt
dan zend je hand het naar je brein en voel je het in je brein.
2. Mentale activiteit en bepaalde typen hersenactiviteit zijn onafscheidelijk. Dit is ook wel
monism, dat is dat de wereld bestaat uit slecht een type wezen. Het tegenovergestelde
daarvan is dualism, dat is dat je de geest hebt en het lichaam en dat het van elkaar
gescheiden is.
3. We moeten voorzichtig zijn met wat een verklaring is en wat niet. Bijvoorbeeld: mensen met
depressie hebben minder activiteit in bepaalde hersengebieden, maar ze hebben ook minder
activiteit in hun benen omdat ze minder doen dan normale mensen. Minder activiteit in de
benen veroorzaakt geen depressie en is dus geen verklaring ervoor

In tegenstelling tot verklaringen van gedrag via het gezonde verstand, vallen de verklaringen voor
gedrag via biologische redenen in vier categorieën: psychisch, ontogenetisch, evolutionair en
functioneel.
Een physiological explanation heeft betrekking op een gedrag met activiteit van de hersenen en
andere organen.
Een ontogenetic explanation beschrijft hoe een structuur of gedrag zich ontwikkelt met invloed van
de genen, voeding, ervaringen en interacties.
Een evolutionary explanation vind dat gedrag wordt beïnvloed door de geschiedenis.

,Een functional explanation beschrijft waarom een structuur of gedrag is zoals het is. Bijvoorbeeld
dieren die gecamoufleerd zijn gaan naar gebieden die overeenkomen met hun kleuren zodat ze niet
opvallen als prooi.

Onderzoek op dieren word vaak niet goedgekeurd. Biologische psychologen zijn voornamelijk
geïnteresseerd in het menselijk brein en gedrag. Toch onderzoeken ze het brein voor dieren, hier zijn
4 redenen voor:
1. Het onderliggende mechanisme van gedrag is gelijk bij verschillende soorten en soms is het
makkelijker om geen mensen de bestuderen.
2. We zijn heel geïnteresseerd in dieren, bijvoorbeeld zijn we heel geïnteresseerd hoe dieren
s’nachts zien en jagen, en waarom vissen in een school zwemmen
3. Wat we leren over dieren laat ons de menselijke evolutie zien.
4. Juridische of etnische beperkingen voorkomen bepaalde soorten onderzoek op mensen.

Sommige onderzoeken mogen niet meer op dieren, zoals onderzoeken waarbij erge hersenschade bij
komt. Toch mogen sommige heftige onderzoeken nog wel op dieren zoals medicijnen voor ziektes
waar veel mensen aan overlijden.
Onderzoek mag als er de drie R’s zijn: reduction oftewel dat er minder dieren moeten worden
gebruikt als dat kan, replacement is dat wanneer er een computer kan worden gebruikt in plaats van
een dier dan moet dat, en refinement is dat ze het onderzoek moeten aanpassen zodat dieren geen
pijn.

Hoofdstuk 1

Paragraaf 1
Het zenuwstelsel bestaat uit twee soorten cellen: neuronen en glia. Neuronen ontvangen informatie
en sturen het door naar andere cellen. Onze hersenen bevatten ongeveer 86 miljard neuronen.
De oppervlakte van een cel is de membraam, dat is een structuur dat de binnenkant van de cel
scheidt met de buitenkant.
Iedereens cellen hebben een kern, dat chromosomen bevat. Een mitochondrion is een structuur dat
metabolische activiteiten uitvoert, die de cel voorziet van alle energie die nodig is voor activiteiten.
Ribosomen zijn de plekken in een cel waar nieuwe eiwit moleculen aan wordt gemaakt. Sommige
ribosomen zitten niet vast maar anderen wel aan de endoplasmic reticulum, dat is een netwerk met
dunne buizen dat eiwitten transporteert naar andere plaatsen.

De vorm van een neuron is heel vaak anders, desondanks bevat elke neuron een cellichaam (soma)
en de meesten dendrieten, axon en de presynaptische spleet. Een motor neuron gaat van het
zenuwstelsel naar de zintuigen, het is efferent. Een sensory neuron geeft informatie door van de
zintuigen naar het zenuwstelsel, dat is afferent. De interneuronen kunnen beide kanten op, ze
kunnen informatie van de zintuig naar de hersenen sturen, maar ook van de hersenen naar de
zintuigen.
Een neuron krijgt informatie binnen via een dendriet. Hoe beter de oppervlakte van een dendriet,
hoe meer informatie het kan ontvangen. Veel dendrieten bevatten dendritic spines, dat zijn korte
uitroeiingen die de oppervlakte van de dendriet verbeteren.
Het cellichaam of soma bevat de ribosomen en mitochondria. Het meeste metabolische werk van de
neuron gebeurd hier.
De axon is een dunne vezel die een impuls naar een andere neuron, orgaan of spier brengt. Een axon
kan wel meer dan een meter lang zijn.
De gewervelde axon is bedekt met een isolerend laagje genaamd myelin sheath, met
onderbrekingen die de knoppen van ravier worden genoemd.
De niet-gewervelde axon heeft niet de myelin sheaths, ook al heeft de neuron veel dendrieten, het
kan maar één axon hebben, maar de axon heeft veel takken. Het einde van elke tak van de axon

, heeft een zwelling genaamd de presynaptische spleet. Daar laat de axon chemicaliën los die naar de
andere cel gaan.

De glia heeft veel functies, het ondersteunt voornamelijk neuronen. De hersenen hebben een aantal
verschillende soorten glia:
 Astrocytes, ligt om de synaps heen, het neemt neurontransmitters op, geeft ze af of verteert
de afvalproducten.
 Microglia, is deel van het immuunsysteem het verwijderd virussen en bacteriën van de
hersenen, daarnaast haalt het ook beschadigde of dode neuronen weg.
 Oligodendrocytes & cellen van Schwann, voeden en isoleren de axonen en dendrieten.
 Radial glia, begeleid de migratie van neuronen en zijn axonen en dendrieten tijdens de
embryonale ontwikkeling. Wanneer de embryonale ontwikkeling voorbij is, worden de
meesten radial glia neuronen en anderen worden oligodendrocytes.

De bloed-brein-barrière beschermt de hersenen tegen virussen en bacteriën, de endothelial cellen
zorgen ervoor dat de foute moleculen niet binnen komen. Het zorgt ervoor dat voedingstoffen wel in
de hersenen komen. Het is een ondoordringbare wand van bloedvaten
Wanneer een cel met een virus in het immuunsysteem zit, dan laat het membraan zien dat de cel een
virus met zich mee heeft. De bloed-brein-barrière is heel goed beschermt tegen stoffen, het laat
alleen hele kleine moleculen binnen zoals bijvoorbeeld zuurstof. Het laat alleen zo weinig binnen dat
het medicijnen ook niet binnen laat.

De meeste cellen gebruiken koolhydraten en vetten als voeding, maar gewervelde neuronen zijn
bijna volledig afhankelijk van glucose, een suiker.

Paragraaf 2
de axon geeft een chemische reactie als overdracht van informatie. Het heeft een matige snelheid,
daardoor kun je niet goed weten of iemand in een hele korte tijd van minder dan een seconde eerder
je hand aanraakte of je schouder.
Wanneer er licht valt op je retina kan het zijn dat er een illusie ontstaat. De plek die het verst weg
staat van de hersenen bereikt het snelst de hersenen en geeft als eerst informatie door, waardoor er
een kans is dat je iets eerst ziet terwijl dat niet zo is.

Alle delen van een neuron zijn bedekt door een membraan van 8 nanometers dik. De membraan
bestaat uit twee lagen van fosfolipide moleculen. Tussen de fosfolipiden zijn proteïne moleculen die
ervoor zorgen dat sommige chemicaliën kunnen passeren.
Tijdens de rust heeft de membraan een elektrical gradient, ook wel polarization genoemd, een
verschil in de elektrische lading tussen de binnenkant en buitenkant van een cel. Het verschil in
spanning wordt resting potential genoemd.

Een membraan heeft selectieve permeabiliteit, dat betekent dat sommige chemicaliën beter kunnen
passeren dan anderen. Zuurstof, koolstofdioxide, urea en water kunnen vrij door de kanalen die altijd
open zijn. Sommige ionen die heel belangrijk zijn zoals natrium en kalium kunnen door de kanalen
die soms open zijn en soms dicht. Wanneer een membraan rust zijn de kanalen dicht en is er dus heel
weinig natrium en een klein beetje kalium. Bepaalde soorten stimulatie kan de kanalen openen
waardoor er doorstroming voor een of meerdere ionen mogelijk is.
De sodium-potassium pump, oftewel de natrium-kalium pomp is een constante vervoerder van drie
natrium ionen van de cel en doet er twee kalium ionen in. De natrium-kalium pomp is alleen effectief
door de selectieve permeabiliteit van de membraan, die voorkomt dat de natrium ionen weer terug
in de neuron gaan. De kalium ionen kunnen wel uit de neuron lekken, daardoor komt er electrical
gradient.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper quilene. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 79223 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€5,99
  • (0)
  Kopen