ECONOMIE
VRAAG EN AANBOD
1.1 De vraag naar goederen en diensten wordt bepaald door de
behoeftebevrediging en de prijs. De wet van de vraag houdt in dat
hoe hoger de prijs, hoe kleiner de vraag.
De individuele vraag bestaat uit het aantal eenheden dat een
consument ergens van wil kopen bij een bepaalde prijs. In de
grafiek zie je de individuele vraag
van een consument naar appels
bij een prijs van 40 cent. De
grafiek laat zien dat deze
consument twee appels vraagt
als deze 50 cent per stuk kosten
en dat hij er vier vraagt bij een
prijs van 10 cent per appel. Hier
geldt dus de wet van de vraag:
hoe lager de prijs per appel, hoe hoger de vraag naar appels.
Uit de individuele vraag volgt de individuele betalingsbereidheid:
de maximale prijs die een consument wil betalen voor één
product bij een gegeven aantal. De consument uit de grafiek is
bereid om 70 cent te betalen voor de eerste appel. Nadat hij
één appel gekocht heeft, daalt zijn betalingsbereidheid tot 50
cent voor een tweede appel en zo verder. De daling in
betalingsbereidheid verklaart de wet van de vraag.
Het consumentensurplus is het geld wat consumenten overhouden
omdat de prijs van een product lager is dan wat ze bereid zijn
te betalen (de optelsom van de verschillen tussen wat de
consument bereid is te betalen en wat hij feitelijk betaalt). In de
grafiek, bij een prijs van 40 cent is dat voor de eerste appel 70
cent – 40 cent, wat 30 cent is. Voor de tweede appel is dit 50
cent – 40 cent, wat 10 cent is. Opgeteld is dit 40 cent, het geld
wat een consument overhoudt wanneer deze twee appels koopt
voor een prijs van 40 cent.
Bij een discrete vraag zijn er vaste combinaties van prijzen en
gevraagde hoeveelheden en is er geen sprake van
tussengelegen combinaties van prijzen en gevraagde
hoeveelheden → dit komt doordat de gevraagde aantallen
,tekens een geheel getal zijn, je kan bijvoorbeeld geen halve pen
kopen.
Bij een continue vraag liggen de
combinaties van prijzen en
gevraagde hoeveelheden op een
lijn → dit komt doordat gevraagde
aantallen alle reële getallen mogen
zijn, bij 1,5 balpennen hoort
bijvoorbeeld een prijs van 3,50.
De continue vraag kan worden weergeven in een vraaglijn: een
lijn die het verband weergeeft tussen de gevraagde
hoeveelheden en de prijs. De
formule van de vraaglijn in de
grafiek is q = 5 – p. Hierbij geldt dat q
de gevraagde hoeveelheid
balpennen is en p de prijs van een
balpen. Bij een prijs van 3 wil de
consumenten 5 – 3 = 2 balpennen
kopen. De prijs mag niet hoger dan 5
worden, omdat de hoeveelheid bij
een hogere prijs negatief wordt.
Bij een individuele vraaglijn kan het individuele
consumentensurplus berekend worden. Dit zie je in bron 4 bij
een prijs van 2 euro per balpen. De consument vraagt bij deze
prijs drie balpennen. Om het consumentensurplus te
berekenen, bepaal je eerst voor alle eenheden tussen 0 en 3
het verschil tussen de betalingsbereidheid en de prijs. Daarna
tel je de verschillen op. Het individuele consumentensurplus is
gelijk aan de oppervlakte van de driehoek ABC: 0,5 x (5 – 2) x 3
= 4,50 euro.
Hoe lager de prijs, hoe groter de oppervlakte van het
consumentensurplus. Anders gezegd: hoe lager de prijs, hoe
groter het welbevinden van consumenten.
De individuele vraag wordt door vijf factoren beïnvloed.
De individuele voorkeuren. Iemand met een bepaalde
voorkeur voor een product, is bereid om er meer voor te
betalen dan iemand zonder voorkeur.
, Het beschikbare budget. De vraag neemt toe wanneer een
vrager over een groter budget beschikt. Soms stijgt daalt
juist de individuele vraag wanneer het budget stijgt.
De aanwezigheid van substitueerbare producten.
Consumenten hebben een lagere betalingsbereidheid voor
producten waarvoor substitueerbare producten bestaan:
de vraag neemt af.
Het bestaan van complementaire producten. De vraag
naar een complementair product neemt toe, als het
andere product al in bezit is.
Exogene factoren. De vraag naar ijs stijgt wanneer het
warm weer is, maar een lange rij zal de vraag weer
temperen.
Substitueerbare producten die voorzien in de bevrediging van
dezelfde behoefte, bijvoorbeeld het stillen van honger bij een
appel en een peer. Als de peer duurder wordt, koopt de
consument een appel. Complementaire producten zijn producten die
alleen in combinatie met elkaar een behoefte kunnen
bevredigingen, bijvoorbeeld een spelcomputer en een game.
Exogene factoren zijn omstandigheden waar een consument geen
invloed op heeft.
De prijs van het product staat niet in het lijstje die de
individuele vraag beïnvloeden, terwijl wel de wet van de vraag
bestaat ‘ hoe hoger de prijs, hoe kleiner de vraag’. De
hoeveelheid die bij een bepaalde prijs gevraagd wordt hoort is
echter wat anders dan de individuele vraag naar een product.
1.2 De vraag van een individuele consument is te klein om
invloed te hebben op de prijs die een producent voor zijn
product vraagt. Een producent is wel geïnteresseerd in de
collectieve vraag: de optelsom van alle individuele vragen, deze
geeft aan wat een groep consumenten vraagt bij een bepaalde
prijs. Je bepaalt de collectieve vraag door bij iedere prijs de
gevraagde hoeveelheid van alle individuele vragers op te
stellen.
Het afzetgebied is het gebied waar de producent zijn product
verkoopt. Afzetgebieden verschillen, een fietsenfabrikant
verkoopt fietsen in heel Nederland, terwijl een bakker alleen
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper bkarseboom. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.