SE Bedrijfseconomie 702
,14.1 Organisatietheorieën
Scientific management is een managementtechniek die gericht is op de meest efficiënte manier om
te produceren.
Algemene managementtheorie geeft een uitganspunt hoe je een organisatie van boven af het beste
kunt leiden. Aanbevelingen, richtlijnen en principes geven daarbij de organisatie als geheel vorm.
Richtlijnen daarbij zijn: vooruitzien en plannen, organiseren, eenheid van bevel, coördineren en
controleren.
De human relations-beweging is de theorie die aandacht schonk aan de menselijke kant van arbeid
en de factoren die prestaties van werknemers beïnvloeden. Aandacht voor werknemers ging een
grotere rol spelen.
Het revisionisme benadrukt zowel de technische als de sociale organisatie, waarbij democratisering
en humanisering van arbeid centraal staan. Likert koppelde de verschillende hiërarchische lagen in de
organisatie via de linking-pin.
Bij de systeemtheorie beschouwen we organisaties als open systemen die een wisselwerking met de
omgeving hebben.
Bij de contingentiebenadering gaan we ervan uit dat geen standaardorganisatiestructuren en -
managementopvattingen kunnen bestaan. Ze zijn altijd situatiegebonden.
14.2 Organisatiestructuren
Een organigram is een schematische weergave van afdelingen en zeggenschap.
Bij een lijnorganisatie staat boven elke werknemer een manager en zijn de taken logisch opgedeeld
in afdelingen. Daar is eenheid van bevel. Bij eenheid van bevel heeft iedereen slechts één baas en het
is dan ook duidelijk wie leiding geeft aan wie.
De voordelen van de lijnorganisatie zijn duidelijkheid en eenvoud wat betreft afbakening taken en
bevoegdheden, er zijn snelle beslissingen mogelijk.
Nadelen: er is meer kans op bureaucratie en eilandvorming, gebrek aan specialisatie, te zware
verantwoordelijkheid managers en weinig flexibel.
Een lijn-staforganisatie is een lijnorganisatie waaraan één of meer stafafdelingen zijn toegevoegd.
Deze stafafdelingen hebben gespecialiseerde krachten.
De taken van de staf bestaat uit het voorbereiden van uitvoerend werk, voorlichting geven,
adviseren, controleren, onderzoek en ontwikkeling.
Bevelsbevoegdheid in een lijn-staforganisatie: de lijnfunctionarissen mogen opdrachten geven,
staffunctionarissen meestal niet. Een functionele bevoegdheid is als een staffunctionaris opdrachten
op zijn vakgebied kan verstrekken aan een lijnfunctionaris.
De voordelen van lijn-staforganisatie zijn eenheid van bevel, inschakeling vakspecialisten, betere
samenwerking met verschillende afdelingen en ontlasting van de lijnfunctionarissen.
De nadelen van lijn-staforganisatie zijn dat de staf te theoretisch is,
geen verantwoordelijkheid draagt, zichzelf snel uitbreidt, soms teveel bevoegdheden neemt/heeft
en onvoldoende contact met de lijn heeft.
Bij projectorganisatie wordt voor een bepaald project een team samengesteld van lijnleden en
stafleden. Daardoor ontstaan snel problemen wat betreft de bevelsbevoegdheid.
Een ententestructuur is een horizontale structuur, gebaseerd op nevenschikking in plaats van
onderschikking. Binnen het individuele gebied neemt de betreffende functionaris de besluiten. In
het collectieve gebied zijn de beslissingen gezamenlijk.
, 14.3 Besluitvorming
Een individueel besluit wordt genomen door de bevoegde functionaris en een gezamenlijk
besluit wordt genomen door een hele groep.
Bij inspraak kan iedereen zijn mening geven en de beslisser moet met die opvattingen rekening
houden. Bij medezeggenschap hebben leden van de groep een beslissende stem in de
besluitvorming.
Besluitvorming is een proces waarbij we een keuze maken uit alternatieven.
Het besluitvormingsproces bestaat uit de fasen waarin we tot een besluit komen. Een onderwerp van
besluitvorming kan gaan over probleemstelling of kansbenutting. Bij een probleemstelling is er een
verschil tussen de werkelijke en de wenselijke situatie. Bij kansbenutting nemen we een besluit in het
geval er sprake is van een onverwachte of onzekere situatie.
Bij besluitvorming is altijd sprake van meer alternatieven verzamelen, we kijken daarbij naar de
haalbaarheid, gevolgen en belangrijkheid. Om een keuze te maken, kiezen we voor het beste
alternatief en nemen het feitelijke besluit.
Met een evaluatie kunnen we achteraf analyseren hoe het eerdere besluit is uitgevallen.
We kunnen volgens verschillende methodes een besluit nemen. Bij de intuïtieve methode besluiten
we op gevoelsmatige, niet rationele gronden. Met de ervaringsmethode besluiten we op basis van
ervaringen in soortgelijke situaties. Bij de rationeel-systematische methode besluiten we op grond
van verstandelijke afweging en systematische keuze voor het beste alternatief.
14.4 Communicatie
Formele communicatie: alle communicatie binnen een organisatie die ‘officieel’ is vastgelegd en
volgens vaste lijnen en structuren verloopt.
Informele communicatie: alle communicatie zonder vaste regels en structuren.
14.5 Verstoringen communicatie
Referentiekader is een manier waarop iemand tegen de wereld aankijkt.
Ruis of verstoring heeft een ongunstige beïnvloeding tijdens het transport van een boodschap. We
kunnen onderscheid maken tussen externe ruis (oorzaak in de omgeving), interne ruis (oorzaak bij de
zender of ontvanger). Het kan non-intentionele ruis (niet opzettelijke ruis) zijn en intentionele
ruis (opzettelijk bedoelde ruis).
Redundantie is een al dan niet bewuste overtolligheid of overbodigheid, een ‘teveel’, in de
communicatie.
Cultuur is het geheel van waarden, normen, gewoonten die zijn aangeleerd. Interculturele
miscommunicatie ontstaat vaak door onwetendheid en onvoldoende kennis van de cultuur van de
andere partij. Problemen ontstaan vaak uit de verkeerde interpretatie van lichaamstaal, persoonlijke
ruimte en het gebruik van symbolen.
15.1 Omspanningsvermogen en spanwijdte
Organisatieniveaus van boven naar beneden: topmanagement, hoger management, midden
management, lager management en niet-leidinggevend personeel.
Managerstaken zijn plannen, beslissen, organiseren, coördineren, beheersen en controleren.