Economie domein H – Welvaart en groei
Inkomen meten inkomen wordt verdiend met productie. Het inkomen uit productie kunnen we op
3 manieren meten. Met behulp van de objectieve methode, de subjectieve methode en de
bestedingenmethode.
Welvaart de mate waarin iemand in staat is om in zijn/haar behoeften te voorzien met schaarse
middelen. Bij welvaart gaat het om de behoeftebevrediging met schaarse middelen (middelen
waarvoor productiefactoren nodig zijn). Daarbij onderscheiden we:
- Welvaart in enge zin: waarbij we alleen kijken naar de behoeftebevrediging met koopkracht
(reële inkomen). Welvaart in enge zin wordt vaak uitgedrukt in het (reële) BBP per hoofd van
de bevolking.
- Welvaart in ruime zin: waarbij we ook kijken naar de behoeftebevrediging met andere
schaarse middelen, zoals bijvoorbeeld de hoeveelheid vrije tijd of een gezond milieu.
Welzijn wanneer we ook kijken naar iemands overige behoeften, die niets te maken hebben met
schaarse middelen, spreken we van welzijn. Daarbij wordt dus ook rekening gehouden met zaken
zoals de behoefte aan liefde of het geluksgevoel.
Toegevoegde waarde de productiewaarde van een bedrijf (of de overheid). Allereerst gaan we
kijken naar de toegevoegde waarde van een bedrijf:
De productiewaarde van een bedrijf wordt gemeten door het verschil tussen omzet en inkoopwaarde
van een bedrijf te bepalen. Dan weten we immers hoeveel waarde het bedrijf heeft toegevoegd aan
het product. Onderstaand schema geeft een overzicht van het begrip Toegevoegde Waarde:
Om waarde toe te voegen aan een product moet het bedrijf het product bewerken. Voor deze
bewerking heeft het bedrijf productiefactoren nodig:
- Kapitaal
- Arbeid
- Natuur
- Ondernemerschap
= KANO
Voor het gebruik van de productiefactoren moet het bedrijf betalen loon, pacht, huur en rente.
Wanneer het bedrijf voldoende waarde kan toevoegen, blijft er voor het ondernemerschap een
beloning over: winst. Uit die winst moeten ook nog afschrijvingen voor de huidige kapitaalgoederen
worden ‘betaald’. Daarna resteert de nettowinst.
- De netto toegevoegde waarde die ontstaat door te produceren is gelijk aan de optelsom van
de primaire inkomens.
, De toegevoegde waarde van de overheid:
De productiewaarde van de overheid kunnen we niet op deze manier meten. De overheid verkoopt
haar producten niet zoals een bedrijf. Een overheid kent dus geen ‘omzet’ waarvan we allerlei
inkopen kunnen afhalen.
Om deze reden bereken we de productiewaarde van de overheid op basis van een eenvoudige
afspraak:
De netto toegevoegde waarde van de overheid = som van de ambtenarensalarissen
Productiemeting (BBP) de omvang van de productie kunnen we op 3 manieren meten.
- Via de productie zelf (objectieve methode)
Toegevoegde waarde van bedrijven + toegevoegde waarde van de overheid
- Via het inkomen dat ermee verdiend wordt (subjectieve methode)
Loon + pacht + huur + rente + winst
- Via de producten die gekocht worden (bestedingenmethode)
Particuliere consumptie + particuliere investeringen + overheidsbestedingen + export – import
Of terwijl C + I + O + E – M
BBP = de som van de toegevoegde waarde van alle bedrijven in een land. De waarde van de
productie van alle bedrijven bij elkaar.
BBI = de som van alle primaire inkomens van een land: som van loon, pacht, huur, rente en winst. De
waarde van wat alle mensen verdienen bij elkaar.
Voorbeeld: Waarom is het BBP gelijk aan het BBI?
Het voorbeeld is met een fabriek
Input (inkoopkosten) is €500,-
Output (omzet) is €800,-
Dus de toegevoegde waarde is €300,-
De toegevoegde waarde heb je niet zomaar, daarvoor heb je de productiewaarden nodig:
- Kapitaal
- Arbeid
- Natuur
- Ondernemerschap
= KANO
Met die toegevoegde waarde moet jij de productiefactoren betalen rente, huur, loon en pacht
Kapitaal Rente €10,- ; Huur €90,-
BBP = BBI, omdat het BBP is de totale waarde van de productie in
Arbeid Loon €150,- een land, maar om te kunnen produceren zijn de
productiefactoren kapitaal, arbeid, natuur en ondernemerschap
Natuur Pacht €30,-
nodig. Of terwijl de opbrengst van de productie is in waarde gelijk
Ondernemerschap Winst €20,- aan de waarde die is toegevoegd aan de ingekochte materialen.
Dus is BBP in waarde gelijk aan BBI.
Blauw = primaire inkomens
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper karlijn60. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.