Deze samenvatting is geschikt voor de examenperiode. Bijna alle hoofdstukken zijn hier namelijk in samengevat. Alles is duidelijk uitgewerkt en er zijn voorbeelden gegeven van opdrachten, waardoor het makkelijk is om een bepaald onderwerp te begrijpen.
Hoofdstuk 1
Bedrijfseconomie gaat over ondernemingen en over jou relatie met
ondernemingen → wisselwerking
Relatie tussen mensen in ondernemingen:
- baantje
- sparen
- kopen/verkopen
- mensen werken → loon
- sparen/beleggen
Een bedrijf noem je ook wel een organisatie: in een organisatie werken mensen
samen om een doel te bereiken. Organisaties kun je splitsen in tweeën:
1. profit: winst maken
2. not for profit: ideëel (welzijn)
Leiding in een organisatie: het is in handen van een management die een paar
taken heeft:
Bepalen van doelstellingen:
❏ Strategisch → 5-15 jaar → topmanagement
Voorbeeld: Verschoor wil over 10 jaar 1400 leerlingen.
Nu zijn er 1800, het loopt dus af ( vergrijzing )
❏ Tactisch → 2-5 jaar → middenmanagement
Voorbeeld: Conrectoren: hoe doen we dat?
❏ Operationeel → 1-2 jaar → lager management
Voorbeeld: Docenten: bezig zijn
Plannen:
Hoe bereiken we de doelstelling?
Organiseren:
Mensen + spullen in goede harmonie
Leiding geven
Controleren
Communicatie: uitwisselen van gegevens tussen zender en ontvanger. Gegevens
worden informatie als het voor jou relevant is. Er zijn 3 soorten informatie:
1. beslissing informatie
2. verantwoordingsinformatie
3. feedback informatie
,Hoofdstuk 2
Inkoop + brutowinst = verkoopprijs
1e graads vergelijking: vergelijking met 1 onbekende
Gemiddelde: tel alles bij elkaar op : het aantal → ongewogen gemiddelde
Bij een gewogen gemiddelde moet je delen door de som van de wegingsfactor
Tabellen en grafieken
- 1 ingang = 1 verloop
- vierkantsvergelijking
Indexcijfers: verhoudingsgetal: je vergelijkt 2 grootheden met elkaar. in het
basisjaar is het indexcijfer altijd 100
Hoe kom je aan vreemd valuta → kopen bij de bank
Wat moet je ervoor betalen → hangt af van de wisselkoers:
- aankoopkoers / verkoopkoers = wat je krijgt/moet inleveren voor €1
- bank rekent altijd in eigen voordeel!
,Hoofdstuk 3
Een bedrijf moet van de wet twee overzichten maken:
→ balans = bezittingen en schulden
→ winst en verliesrekening = kosten en opbrengsten
Balans
DEBET
- vaste activa (spullen die langer dan 1 jaar meegaan)
- vlottende activa (spullen die korter dan 1 jaar meegaan)
- liquide middelen (geld op de bank en in kas)
CREDIT
- eigen vermogen (eigen inbreng)
- vreemd vermogen (wat je hebt geleend
→ lang vreemd vermogen
→ kort vreemd vermogen
★ er is altijd evenwicht in balans en een balans blijft nooit lang
hetzelfde → het is op een bepaalde datum
★ inkopen op rekening = je hebt spullen al maar moet ze nog betalen
→ crediteur
★ inventaris = inrichting
★ hypothecaire lening = lening met het pand als onderhuis
★ debiteur = mensen van wie jij nog geld krijgt
★ onderhandse lening = lening bij een familielid
Winst en verliesrekening
Het doel van een winst en verliesrekening is dat je wilt weten wat je winst is. Er is
geen evenwicht in een winst en verlies rekening. Je kunt hem op 2 manieren
maken. In scontro vorm en pagina vorm.
Je eigen vermogen kan dalen/stijgen door 2 dingen:
1. de eigenaar kan geld in een bedrijf stoppen of eruit halen
→ privé storting
→ privé onttrekkingen
2. als je winst maakt
, Hoofdstuk 5
Particuliere verzekeringen → verzekeringen die je als particulier of als
bedrijf afsluit. Er zijn 2 soorten:
❏ schade verzekering
❏ sommenverzekering
Waarom laten mensen zichzelf verzekeren? → omdat ze risico lopen op
een onzeker voorval en je wilt dat risico niet lopen!
Schade verzekering:
→ Brandverzekering: de maximale vergoeding is het verzekerde bedrag.
Indexclausule: naarmate de prijs van de woning stijgt, stijgt ook de verzekering
→ Transportverzekering: tegen schade bij transport van goederen, zelfs
imaginaire winst is verzekerd
→ Bedrijfsschadeverzekering: tegen kosten of niet gemaakte winst bij
bijvoorbeeld een brand
→ Kredietverzekering: verzekering tegen niet betalende klanten
→ Productaansprakelijkheidsverzekering: tegen schadeclaims door het gebruik
van jouw product
→ Aansprakelijkheidsverzekering: als je schade aan iemand anders hebt
veroorzaakt
→ Rechtsbijstandverzekering: bij juridische geschillen
Hoe zit het met de uitgekeerde schade?
FORMULE:
schade uitkering = verzekerde som : gezonde waarde x schadebedrag
gezonde waarde = hoeveel iets waard is voor het voorval
verzekerde som = voor hoeveel iets verzekerd is
VB:
waarde van een huis = 300.000
huis is verzekerd voor 200.000 → (onderverzekerd)
schade = 10.000
schade uitkering = 6666,67
Sommenverzekering:
→ Levensverzekering; uitkering van een bedrag ivm het al dan niet in leven zijn
van iemand.
- verzekeraar = verzekeringsmaatschappij
- verzekeringnemer = degene die afgesloten heeft
- verzekerde = degene die verzekerd is
- begunstigde = degene die het geld krijgt
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper ilsehuisman. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.