Anatomie blok 3, leerjaar 1.
Hoorcollege 1, innervatie schouder
Herhaling blok 2:
1. De radix ventralis bestaat uit afferente neuronen. Fout
2. Een ramus dorsalis is gemengd. goed
3. In een plexus vindt herordening van rami ventrales plaats. Goed.
4. Een perifere zenuw is in de meeste gevallen monosegmentaal.
5. Bij uitval van segment C6 is het gevoel in heel dermatoom C6
uitgevallen. Fout, want randen liggen over elkaar heen, waardoor daar
uitval er niet of in mindere mate kan zijn.
6. Een dermatoom is hetzelfde als een perifeer huidgebied. fout
• radix <-> ramus
• aff. <-> eff.
De radix ventralis bestaat uit afferente neuronen.: fout, zijn efferente neuronen.
Je ziet ruggenmerg en verbindingen. Binnen wervelkolom 2 poten die verbindingen hebben
met het ruggenmerg: radixen. Een radix is een wortel. Een aan de
achterkant: radix posterior. En radix ventralis. Informatie loopt
vanaf achterzijde en gaat weer via voorkant lichaam in. De radix
posterior bestaan uit zenuwen die vanuit periferie signalen naar
centrale zenuwstelsel sturen: afferenten (sensibele neuronen).
Vanuit centrale zenuwstelsel lichaam in via efferenten: motorische
neuronen. Bij overgang naar buiten komen ze bij elkaar en vormen
nervus spinalis, en die splitsen vervolgens weer.
N. spinalis:
• N. spinalis splitst in:
➢ ramus dorsalis
➢ ramus ventralis
• Ramus ventralis: op sommige niveaus plexusvorming
Een ramus dorsalis is gemengd. goed
een radix vindt je binnen het wervelkanaal, een ramus vind je buiten het
wervelkanaal. Bij opening nervus spinalis, ruggenmergzenuw. Is maar kort en splits
meteen in 2 takken. Tak naar achter: ramus dorsalis. En naar voor: ramus ventralis.
Ramus dorsalis is gemengd, afferenten en efferenten. Radixen zijn niet gemengd.
In nervus spinalis komen afferenten en efferenten bij elkaar. Dus ramus dorsalis en
ventralis zijn met beide neuronen in zich. Zowel afferente en efferente neuronen. In
rami beide soorten zie je terug. Radixen zijn niet gemengd. Er zijn 31 paar rami
dorsalis en ventralis. Dus 62 rami dorsalis. 31 naar ene kant en andere kant. Rami
dorsalis loopt naar achter en innerveert erector spinae , dorsale WK spieren + de
huid die daar overheen ligt.
1
,Plexusvorming: (lees terug blok 2)
• Plexus: herordening van rami ventrales
• ‘Niet’ op thoracaal niveau
Het vindt niet plaats op thoracaal, want TH 1 doet nog mee aan
plexus brachialis.
Plexusvorming:
• RM→
• nn. spinales (gemengd)→
• rami ventrales →
• plexus →
• perifere zenuwen (sensibel/ motorisch/ gemengd)
Zenuwen die ontspringen aan plexus: perifere zenuwen. Zijn altijd gekoppeld aan 1 segment
van het ruggenmerg. Perifere zenuw, na herordening, verschillende segmenten van rami
ventralis lopen bij elkaar daar in perifere zenuw. Daardoor is alles mogelijk.
Perifere zenuw is in de meeste gevallen monosegmentaal (rami ventralis van 1 segment):
fout, meeste gevallen door herordening verbonden met meerdere segmenten:
multisegmentaal. Monosegmentaal is spinale zenuw.
Huidinnervatie:
• Dermatomenkaart: innervatie vanuit RM segmenten/nn. spinales
Dermatomen van naast elkaar gelegen RM-segmenten overlappen elkaar: bij uitval
van een segment → sensibiliteitsuitval is kleiner
Aan zijranden gevoel aanwezig van zijsegmenten.
• Perifere huidinnervatie: innervatie vanuit perifere zenuwen
Perifere zenuwen ontspringen aan herordening, lopen meerdere segmenten door elkaar. Zie
je huidgebieden met meerdere dermatomen. De namen zijn niet gekoppeld aan segmenten
maar aan ligging, hoe diep, aan welke kant etc.
Ruggenmerg segmenten. Dermatomen rood en zwart.
Kleine herordening een daar ontspringen 2 perifere
zenuwen. Perifere: 1 stuk huid. Dermatomenkaart, 2 of
perifere en dan heb je 2 huidgebieden die boven elkaar
gelegen zijn.
Plexus brachialis: kijk locatie blok 2.
Rami ventralis. Perifere zenuwen komen eruit.
Innervatie schoudergordel/ bovenste extremiteiten:
• RM-segmenten:
(C4)C5 t/m T1
• rami ventrales, niet spinale zenuwen.
• Herordening in plexus brachialis, naar perifere zenuwen.
• Perifere nn.
• Focus op motorische innervatie
2
,Verschillende namen na herordening. Zie plaatje. Als laatste
perifere zenuwen.
Opbouw plexus brachialis:
• (rami ventrales C4/5-T1) →
• 3 trunci →
• per truncus: ventraal en dorsaal deel →
• 3 fasciculi →
(perifere nn., ook onderweg afgegeven
De plexus wordt gevormd vanuit de rami ventralis van C4/ C5 tot T1)> rami ventralis gaan
zich herordenen in stappen> in 3 trunci herordenen. Truncus: stam. Groot dik en stevig. Als
je die stammen hebt, onder clavicula door gaat splitsen in voorste en achterste deel. Elke
truncus heeft vezels die meer naar voor en achter lopen. Voorste en achterste delen gaan
zich ook herordenen > 3 fasciculi, streng, koord. Is dunner. Daaruit ontspringen perifere
zenuwen. Het is niet zo bij plexus brachialis, dat er alleen aan het eind wordt gesproken over
perifere zenuwen, onderweg worden ook al zenuwen afgegeven naar gebieden om te
innerveren. Ook die zenuwen worden perifere zenuwen genoemd. Dus niet alleen aan
uiteinde, maar alles wat onderweg wordt afgegeven ook perifere zenuw van deze plexus.
Kleuren in plaatje vind je terug in begrippen. 3 trunci: (paarse: rami ventralis) stammen
krijgen namen, zie hierboven. Superior is de hoogste etc. achter de truncus zie je welke
segmenten meedoen aan vorming de truncus. Dus rami ventralis van C5 en C6 komen bij
elkaar en vormen truncus superior. Je hebt 8 cervicale ruggenmergsegmenten! Vervolgens
truncus gaat splitsen naar deel naar voorkant en achterkant. Per truncus is er een voorste
gedeelte, en aan achterkant dorsale delen uit elke truncus dus ook 3 stuks. De ventrale
zijden gaan allemaal naar de flexoren en de dorsale delen naar extensoren. Musculatuur van
de arm. Laatste stap: opsplitsing in 3 fasciculi: lateralis etc. fasciculus uit ventrale deel
truncus. Posterior gevormd uit alle drie de trunci, dus je vindt al die segmenten terug. Dit
moet je kennen! Truncus benoemen of welke segmenten bij welke segmenten. Flexoren
worden gevormd uit welke truncus etc.
3
, Bij de fasciculi, lateraal dorsaal en mediaal te maken met ligging bloedvat. De arteria
axillaris. Axila: oksel. dus lateralis ligt lateraal ten opzichte van de arteri. Dus ligging vanuit
grote bloedvat die je aantreft in je oksel.
Plexus brachialis:
• Pars supraclavicularis
• Pars infraclavicularis
Als je plexus verdeelt, dan zie je deel plexus boven
clavicula en onder clavicula. In pars supra en infra. Pars=
deel. Dus deel boven clavicula en onder clavicula gelegen.
Indeling en locaties 1
Pars supraclavicularis:
• Rami ventrales: door achterste scalenuspoort (zie volgende dia)
• Trunci: lat. van achterste scalenuspoort, boven clavicula
• Overgang naar fasciculi: begint dorsaal van clavicula
Boven clavicula: daar heb je rami ventralis, al de opbouw naar trunci en dan kom je clavicula
tegen, overgang naar fasciculi begint achter clavicula. Rami ventralis en trunci: achterste
scalenuspoort. Vanaf clavicula zie je overgang naar fasciculi en dat loopt door naar de oksel.
Boven clavicula:
Pars supraclaviculars, je vindt er de rami ventralis en trunci terug. 2 stappen in opbouw
plexus brachilais. Bij rami ventralis gaat door achterste scalenuspoort. er lopen spieren in
hals. Musculi scaleni: halsspieren. Beginnen bij halswervelkolom en lopen naar eerste rib en
naar tweede rib. Als je ze verkort krijg je lateroflexie, het zijn ook inademingsspieren. Je gaat
omhoog bij ademhalen. Je hebt er 3. Liggen achter elkaar. Benoem je naar ligging. M.
scalenus anterior, M. scalenius medius en M. scalenus posterior. Achterste scalenus poort.
Er zijn die spieren dan zou je denken drie spieren 2 ruimtes. Niet logisch. Achterste scalenus
poort zit tussen scalenus anterior en scalenus medius. Dus zit tussen de voorste twee
spieren. Er is ook een voorste poort, maar zit op andere plek. Er ligt spier vanaf oor naar
sternum. Muculus sternocleidomastruedius. Die spier doet mee vorming voorste poort.
Ruimte tussen scalenus anterius en sterno…
Rami ventralis dus door achterste scalenuspoort. Trunci beginnen vlak
boven clavicula. Liggen lateraal achter scalenuspoort. Lopen verder door
achter clavicula en krijg je overgang naar fasciculi.
Pars infraclavicularis:
• Fasciculi: in de axilla, dorsaal van m. pectoralis minor
4