Tijd: tot 3000 v.C.
Periode: prehistorie
Maatschappijtype: agrarisch na neolithische revolutie 11.000 v Chr.
Leerdoelen tijdvak 1
1. Je kunt kenmerken noemen van de leefwijze van jagers-verzamelaars.
2. Je kunt uitleggen waar en waardoor de Neolithische Revolutie ontstond, hoe deze zich verspreidde en wat de
gevolgen ervan waren.
3. Je kunt verschillen en overeenkomsten herkennen en beschrijven tussen de culturen van jagers-verzamelaars en
boeren.
4. Je kunt verschillen beschrijven tussen het leven in een prehistorische landbouwsamenleving en de landbouw in
onze tijd.
5. Je kunt enkele vroege steden noemen en daarvan de kenmerken geven.
6. Je kunt uitleggen waarom Mesopotamië de bakermat is van de landbouwsamenleving met vroeg stedelijke
elementen.
7. Je kunt verschillen herkennen en beschrijven tussen leven in vroeg stedelijke samenlevingen en leven in een
moderne stad.
8. Je kunt beschrijven hoe het proces van staatsvorming in het Midden-Oosten verliep.
9. Je kunt uitleggen waarom de tijd van de grote farao’s past bij de kenmerken van de Tijd van jagers en boeren, ook
al was dit na 3000 v. Chr.
10.Je kunt kenmerken van stedelijke gemeenschappen herkennen en beschrijven in de geschiedenis van Achetaton,
de hoofdstad van farao Achnaton.
11. Je kent de kenmerken van een natiestaat en je kunt die toelichten aan de hand van het oude Egypte.
Kenmerkende aspecten:
1. De levenswijze van de jager-verzamelaars.
2. Het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen.
3. Het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen.
Uitwerking van de kenmerkende aspecten
1. De levenswijze van jagers-verzamelaars
Mensen leefden van de jacht, visvangst en verzamelen van noten, vruchten, wortels etc. Ze leefden een nomadisch
bestaan: geen vaste woonplaats, en leefden in kleine groepen.
2. Het ontstaan van landbouw en landbouwsamenleving
Rond 7000 v. Chr. werd in het Midden-Oosten (Syrië: Uruk) de eerste landbouw ingevoerd. Ze leefden niet meer van
de natuur maar gingen zelf gewassen planten en dieren temmen. Mensen kenden een vaste woonplaats en leefden
in grotere groepen waardoor er een sociale gelaagdheid ontstond. Deze levenswijze wordt ook wel de Neolithische
Revolutie genoemd.
3.Het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen
Dorpen groeiden aaneen en werden steden, groepen vestigden zich in ommuurde nederzettingen. Landbouw bracht
zo’n grote opbrengst dan men zich ging bezighouden met handel en nijverheid. Er was wetgeving nodig, en hierdoor
ontstond het schrift (rond 3000 v. Chr.). Mesopotamië was een van de eerste steden waar urbanisatie begon. Ook
ontstond er een hiërarchie met één leider en sociale ongelijkheden.
, Tijdvak 2: Tijd van Grieken en Romeinen.
Tijd: 3000 v. Christus-500 na Christus
Periode: Oudheid
Maatschappijtype: agrarisch-urbane samenleving
Leerdoelen tijdvak 2
1. Je kunt verschillende Griekse filosofen noemen en voorbeelden van hun ideeën geven.
2. Je kunt aangeven hoe Griekse denkbeelden doorwerken tot in de Moderne tijd.
3. Je kunt beschrijven hoe de democratie in Athene werkte.
4. Je kunt enkele verschillen noemen tussen de democratie in Athene en de democratie in onze huidige samenleving.
5. Je kunt voorbeelden geven van de ideeën uit de Griekse wetenschap en van toepassingen van dergelijke ideeën.
6. Je weet waarom de Griekse beschaving dominant was en hoe die zich buiten het Griekse gebied verspreidde.
7. Je kunt een aantal belangrijke stappen aangeven in de ontwikkeling van het Jodendom.
8. Je weet waarom de Griekse en Romeinse beschavingen dominant waren in hun tijd.
9. Je kunt het verschil tussen de Griekse en Romeinse Oudheid benoemen.
10. Je kunt aangeven hoe het jodendom en het christendom zich ontwikkelden.
11. Je kunt aangeven hoe het christendom zich ontwikkelde en verspreidde over Europa.
12. Je kunt beschrijven hoe en waarom de Grieks-Romeinse cultuur ten onder ging.
13. Je kunt aangeven waarom verschijnselen uit de Romeinse oudheid in Europa terug te vinden zijn.
Kenmerkende aspecten:
1. De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en de politiek in de Griekse
stadstaat.
2. De klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur.
3. De groei van het Romeinse imperium, waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde.
4. De confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur van Noordwest-Europa.
5. De ontwikkeling van het jodendom en christendom als de eerste monotheïstische godsdiensten.
Uitwerking van de kenmerkende aspecten
1. De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en de politiek in de Griekse
stadstaat.
Athene was het centrum van wetenschap. Voor verschijnselen waar geen oorzaak voor te vinden was, zochten de
mensen de oorzaak bij de goden. In Ionië begonnen ze in de zesde eeuw voor Christus naar natuurlijke oorzaken te
zoeken. Dit was het begin voor het hele wetenschappelijk denken van deze periode. Ook kwam er meer medische
kennis en gingen filosofen als Protagoras en Sokrates nadenken over de rol van mensen in de samenleving.
Athene was een democratie met een machtige volksvergadering. In een groot deel van de 5 e eeuw v. Chr. alle
politieke functies toegankelijk voor Atheners met burgerschap. Dit betekende dat je politiek actief moest zijn. Wilde
je meebeslissen en politieke invloed hebben moest je aanwezig zijn in de volksvergadering (directe democratie) en
daar de burgers overtuigen van jouw idee.
In Sparta had de aristocratie het voor het zeggen, deze hadden dus een heel ander idee over politiek en het volk
lieten ze niet bepalen.
2. De klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur.
Toen de Romeinen de Griekse steden in Zuid-Italië veroveren kwamen ze voor het eerst in contact met hun cultuur.
Na het ontstaan van het Imperium Romanum kwam de Griekse kunst naar Rome en gingen ze beelden en
kunstvoorwerpen in de tempels plaatsen. De Romeinen pasten de Griekse kunst aan, indien nodig. De standbeelden
en tempels zagen er anders uit. De Romeinen kwamen met twee belangrijke verbeteringen: het beton en de
boogconstructie. Hieruit kwamen de Dorische, Ionische en Corintische bouwstijlen met hun kenmerken.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper stijnbroersma. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.