Een kenniseconomie is een economie waarin vooral nieuwe technologie/producten worden bedacht
en de productiefactoren arbeid en kapitaal sterk gericht zijn op de ontwikkeling en toepassing van
nieuwe technologie.
In onze kenniseconomie wordt veel geld geïnvesteerd in het bedenken van nieuwe
technologie/producten. Daarbij gaat het om 2 soorten kennis:
1. Technologische kennis: wordt vooral in de industrie gebruikt. Bijv: om een elektrische
racefiets te maken.
2. Sociale kennis: wordt vooral in de handel/ dienstverlening gebruikt. Is kennis over
gedrag/mensen. Bijv: navigatiesoftware met de stem van een beroemdheid.
Zakelijke dienstverlening zijn de bedrijven in de tertiaire sector die allerlei diensten aan het
bedrijfsleven en de overheid bieden. De meeste bedrijven hiervan zijn klein (10/minder
werknemers).
Mensen die in creatieve beroepen werkten (vormgevers/marketeers/architecten) vestigden zich
weer in de stad en zij werken als een motor voor economische ontwikkeling, ze leven
werkgelegenheid en belastingen op en stimuleren de economie door 2 redenen:]
1. De creatieven wonen graag in steden/geven relatief veel geld uit aan stedelijke
voorzieningen.
2. De creatieven roepen een aantrekkelijke sfeer op van schoonheid, plezier en succes waarvan
andere bedrijven weer profiteren.
Een creatieve stad is een stad met veel werkgelegenheid in creatieve beroepen.
Er zijn 2 manieren waarop steden vooral innovatieve bedrijven in de
mode-industrie/wetenschap/kunsten/media/entertainmentsector proberen aan te trekken:
1. Door scienceparks te ontwikkelen. Voor hoogopgeleide werknemers zijn er ook
sportclubs/kinderopvangcentra/horecagelegenheden.
2. Door het beschikbaar stelen van goedkope bedrijfsruimten aan vernieuwende en artistieke
bedrijven op oude industrieterreinen/oude fabrieken (broedplaatsen).
Een duale arbeidsmarkt is de kloof tussen banen voor hoog- en voor laagopgeleiden.
Sociale ongelijkheid zijn de grote/ongewenste verschillen in welvaart/ontwikkelingskansen tussen
groepen (klassen) in de bevolking.
3.2
Bevolkingskrimp is als in een gebied het geboortecijfer daalt (vergrijzing) of de bevolking wegtrekt
(ontgroening).
Een duurzame stad is een stad die energieneutraal is en afval hergebruikt, zodat toekomstige
generaties er goed kunnen blijven leven. Zo’n stad heeft perfect geïsoleerde gebouwen van
duurzaam materiaal en gebruikt energie uit duurzame bronnen zoals de zon/aardwarmte/rioolwater.
De gebouwen zijn flexibel in te richten voor jonge gezinnen/ouderen/als bedrijfsruimtes. Het afval
wordt gescheiden/hergebruikt. Voedsel wordt geproduceerd in stadstuinen/in de grachten. De
gevels van gebouwen zijn begroeid met planten zodat ze co2 opnemen.
, Een smart city is een stad die maximaal gebruik maakt van digitale technologie (computers/internet).
3.3
Het openbaar bestuur zijn degene die beslissingen nemen in de maatschappij.
De ruimtelijke ordening zijn alle regels die er bestaan over de inrichting van de ruimte.
Het schaalniveau is de omvang van het gebied (landelijk/provinciaal/lokaal).
Een stadsgewest is een gebied waarin een stad en de regio eromheen stevig met elkaar verbonden
zijn (door werk/gebruik van voorzieningen).
Regionale samenwerking is samenwerking tussen de 3 bestuurslagen – gemeenten, provincies en
Rijk.
Groeikernen zijn plaatsen rondom een stad die vanaf 1975 sterk groeiden door suburbanisatie.
De publieke sector is de overheid, die de belangen van iedereen behartigt.
De private sector is het bedrijfsleven, waar veel kennis/geld aanwezig is.
Publieke-private samenwerking is de samenwerking tussen bedrijfsleven en overheid bij grote
bouwprojecten.
3.4
Veel 19-eeuwse arbeiderswijken en vooroorlogse wijken voldeden niet meer aan de eisen. Dus
begonnen ze aan stadsvernieuwing. De kwaliteit van sociale huurwoningen werd verbeterd door
renovatie (opknappen) en sanering (sloop/nieuwbouw). Veel sociale huurwoningen bleven bestaan
waardoor de bevolkingssamenstelling hier grotendeels gelijk bleef.
Herstructurering is het slopen van slechtere huurwoningen en de nieuwbouw van duurdere
huurwoningen.
Naoorlogse wijken zijn wijken gebouwd tussen 1950/1970.
Gentrification is het proces van verandering in de bevolkingssamenstelling en het
voorzieningenniveau in een wijk.
Segregatie is het gescheiden wonen van verschillende bevolkingsgroepen in de stad.
Etnische achtergrond is een sociaal-culturele identiteit, vaak gebaseerd op het herkomstland van de
ouders.
Vinex-wijken zijn nieuwbouwwijken die na 1990 aan de rand van de stad zijn gebouwd.
Autochtonen zijn mensen die zelf in Nederland zijn geboren én hun beide ouders ook.
Sociaaleconomische klasse is de positie in de maatschappij die bepaald wordt door opleidingsniveau
en inkomen.
3.5
Een buurt is een gebied binnen een woonwijk waar dezelfde soort woningen staan.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper fayedv. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,29. Je zit daarna nergens aan vast.