A
Auteur: George Orwell
Titel: 1984 (Nineteen eigthy four)
Plaats van uitgave: London
Jaar van uitgave (1e druk): 1949
B Vorm
Beschrijf voor alle onderstaande punten zo objectief mogelijk hoe het werk is geschreven en
waaruit dat blijkt. Het zijn objectieve punten over de manier waarop het werk geschreven is.
Gebruik het document ‘Boekverslag - extra informatie en literaire begrippen’ om te lezen hoe je
onderstaande punten uit moet werken.
Uitwerking
1 verhaallijn(en) 1. De belangrijkste verhaallijn is die van Winston Smith.
(werk de verhaallijn(en) uit)
Hij is een man die behoort tot de Outer Party, dat wil
zeggen de middelste klasse. Winston is een man met
veel gedachtes en dus ook over zijn verleden. Omdat
The Party alle geschiedenis heeft veranderd of
verwijderd, weet niemand wat er is gebeurd. Hierdoor
haat Winston The Party, wat hem een rebel maakt. Hij
schrijft in zijn dagboek over zijn haat en begaat dus
eigenlijk een Thoughtcrime. Zijn doel is om vrijheid te
vinden en zijn individualiteit en identiteit te beschermen.
Hij gaat steeds verder in zijn rebelse acties. Hij ontmoet
Julia, waarmee hij een seksuele relatie begint en hij
wordt samen met haar lid van een anti-Party club. Dit
leidt tot hun arrestatie. Winston wordt gemarteld en
uiteindelijk gedwongen om Julia te verraden. Wanneer
hij vrijgelaten wordt, is hij een ander persoon. Hij is een
orthodoxe volger van Big Brother geworden, zonder
enige emotie of menselijkheid.
, 2. De tweede, en laatste, verhaallijn is die van Julia. Julia
is vanaf het begin al leugens aan het verspreiden. Ze was
namelijk lid van The Junior Anti-Sex League toen ze jong
was. Ze draagt nog steeds die kleding, zodat het niet
opvalt dat ze stiekem seks heeft met veel verschillende
mensen. Julia is een hater van The Party en ze merkt dat
Winston dat ook is, vanwege haar mensenkennis door
haar werk. Ze verklaart daarom haar liefde voor hem
doormiddel van een briefje. Ze beginnen langzaam een
seksuele relatie op de kamer boven het antiekwinkeltje
van Mr. Charrington. Op een dag worden ze opgepakt in
dat kamertje door de Thought Police. Ze beseffen zich dat
ze al die tijd in de gaten zijn gehouden door Mr.
Charrington en O’Brien. We weten niet precies wat er met
Julia gebeurd tijdens de marteling van Winston, maar
waarschijnlijk werd zij ook gemarteld. Julia verraad
Winston uiteindelijk, waardoor ook zij een orthodoxe
volger van Big Brother wordt. Ze ontmoeten elkaar later,
maar hebben geen gevoelens meer voor elkaar.
2 gebruik van tijdsvolgorde Het verhaal is voor het grootste deel chronologisch
(chronologisch of niet? –
geschreven, het heeft een paar flashbacks die terug
voorbeelden) kunnen gaan tot 1955. Deze flashbacks laat de lezer
delen van het verleden begrijpen en daardoor wordt
Winston steeds menselijker:
- In hoofdstuk 2 van deel 1 herinnert Winston zich dat hij
een ongeveer zeven jaar geleden een droom had over
O’Brien, pagina 27 : “He had dreamed that he was
walking through a pitch-dark room. And someone sitting
to one side of him had said as he passed: ‘We shall meet
in the place where there is no darkness.”
- Helemaal aan het begin van hoofdstuk 3 van deel 1,
droomt Winston over zijn moeder en zus. De
herinneringen over hen komen naar boven op pagina 31:
‘Winston was dreaming of his mother. He must, he
thought, have been ten or eleven years old when his
mother had disappeared.’
- In het laatste hoofdstuk, 6 van deel 3, wordt er duidelijk
gemaakt dat Julia en Winston na de gebeurtenissen in
room 101 een ontmoeting hadden. Hier wordt naar
geflashbackt op pagina 304: ‘He had seen her; he had
even spoken to her. There was no danger in it. He knew
as though instinctively that they now took almost no
interest in his doings.’
, 3 vertelperspectief - Het verhaal is geschreven vanuit de derde persoon, er is
(welk perspectief, waar zie namelijk iemand die het verhaal verteld. Het is echter zo
je dat aan en wat is het dat we alle gedachtes van Winston kunnen lezen met
effect) daarbij de gedachtes en opmerkingen van de verteller,
maar hij zit zelf niet in het verhaal. Verder wordt Winston
ook met ‘he’ aangeduid. Het is dus een personaal
perspectief vertelt vanuit de derde persoon. We weten
alle gedachtes van Winston, maar niet van de andere
personage én er is iemand die zelf opmerkingen maakt
om de lezer te helpen met linken te leggen naar andere
delen in het verhaal. Verder is het over het algemeen
vertelt in de verleden tijd. Bladzijde 42 begint
bijvoorbeeld met Winston die zijn werk doet, hij gooit
nieuwsartikelen, die niet goed zijn volgens The Party, in
een memory hole. Hij weet echter niet waarom en wat er
daarna mee gebeurd. Door dit vertelperspectief weet de
lezer dat wel - op die manier krijg je steeds meer
informatie te weten over het systeem van The Party:
‘Day by day and almost minute by minute the past was
brought up to date. In this way every prediction made by
The Party could be shown by documentary evidence to
have been correct; nor was any item of news, or any
expressie of opinion, which conflicted with the needs of
the moment, ever allowed to remain on record.’
- Dit perspectief helpt de lezer het verhaal beter te
begrijpen. Door de opmerkingen van de verteller, kunnen
we makkelijker en sneller linken leggen en begrijpen we
Winston's acties beter. Het gebeurt vaak dat Winston
aan zichzelf twijfelt over bijvoorbeeld het verleden. Wij
als lezer komen te weten dat The Party verantwoordelijk
is voor deze twijfels, omdat ze alle geschiedenis hebben
vernietigd. Deze informatie heeft de verteller ons
gegeven. Dit perspectief zorgt ervoor dat de lezer de
binnen- en buitenkant van het leven in een totalitaire
staat te zien krijgt.