De massacultuur in de tweede helft van de
twintigste eeuw
§ 1. Kunst en de massacultuur
De massacultuur ontstaat na WWII. Doordat Europa samenwerkt aan de wederopbouw en door de
help van het Marshallplan ontstaan er vrede en sympathie.
De massacultuur werd mogelijk door: toenemende democratisering in westerse landen (vrijheid en
gelijkheid), democratisering van het onderwijs, en de economie en groeiende welvaart (toenemende
koopkracht).
Er komt een consumptiemaatschappij. Overal is reclame, waarbij naamsbekendheid en het merk
belangrijker zijn dan kwaliteit. Omdat er meer vrije tijd is vermaken mensen zich met muziek, dans
(stijldansen), en gaan mensen naar de bioscoop. De entertainmentindustrie is belangrijk (nu nog
steeds).
De Amerikaanse jeugd heeft rebelse ideeën die overwaaien naar Europa. Er komen verschillende
jongerenculturen (hippies, punkers etc.) die streven naar bevrijding, erkenning en gelijkberechting.
Ze veranderen de massacultuur continu.
De radio en televisie zijn erg populair (media). Ze bieden informatie en amusement voor iedereen.
Muziekdragers zijn in die steeds moderner worden (platen, cassettebandjes, cd’s). Tenslotte komt er
internet. Al deze technische ontwikkelingen spelen een cruciale rol in de massacultuur; de wereld
wordt een stuk kleiner. Niet alleen door de media, maar ook omdat we meer reizen. Verschilt van op
vakantie gaan, tot emigreren naar b.v. westerse landen waardoor er een multiculturele samenleving
ontstaat.
Filosoof Jean Baudrillard voorspelt eind jaren 60 al dat de media gemanipuleerd zal worden. Donald
Trump gebruikt de term ‘fake-news’.
De media introduceert steeds nieuwe idolen en sterren. In de muziekindustrie worden ook bandjes
gevormd. Door een beproefde formule maken ze succesvolle muziek en films. Muziek en films
worden door het internet razendsnel verspreidt.
De grens tussen de ‘hoge’ en de ‘lage’ cultuur vervaagt. Onder andere Andy Warhol, Damien Hirst
en Jeff Koons kiezen vrijelijk uit alle stijlen, hoog of laag, diamant of baksteen. De ontwerpen en
ideeën van de kunstenaars worden vaak uitgevoerd door anderen. Ze provoceren het publiek met
shockart. De media creëert nieuwe mogelijkheden voor de kunstenaar.
Architect Robert Venturi ontwierp in 1964 het Vanna Venturi House, waarmee het postmodernisme
zijn intrede doet. Postmodernisten vinden dat gebouwen versierd mogen worden met decoratie en
kleur. Motto’s als ‘less is a bore’ en ‘anything goes’ laten de strenge moderne regels los, en de kunst
wordt weer eclectisch (stijlen combineren), eerst in de architectuur en daarna in alle disciplines.
1
, § 2. Sterren en idolen
Idolen als Elvis Presley, the Beatles, en Beyoncé zijn zo bekend geworden doordat ze de geschikte
media hadden. Musici kunnen ze doorbreken met de uitvinding van de grammofoon en radio. Door
deze massamedia komen dus de sterren. Succes is echter niet voor altijd: slechts een enkeling blijft
heel lang bekend. Fans willen zich graag identificeren met hun idool. Een ster moet dus eigenlijk een
‘normaal’ persoon zijn die toevallig ontdekt wordt en doorbreekt (b.v. talentenjacht).
Een ster heeft een imago dat hij/zij groot moet houden voor de fans. James Dean laat zijn imago b.v.
samenvallen met de rollen die hij speelt. Beyoncé maakt zich hard voor de rechten van de zwarte
minderheid. Ook houdt ze contact met fans via sociale media. Lady Gaga heeft zich net als Madonna
opgewerkt tot een wereldbekende personality en presenteert zichzelf als een levend kunstwerk, met
als grootste inspiratie Andy Warhol. Ook zij maakt slim gebruik van de media om zichzelf openbaar
te maken. Met haar uitzinnige kleding is ze het grote voorbeeld voor de K-pop uit Korea. Ze heeft
een eclectische aanpak.
Sterren hebben de media nodig voor hun succes en vice versa. Een ster kan zijn bekendheid
behouden door mythevorming. Neem bijvoorbeeld de ‘club van 27’, sterren die overlijden op 27-
jarige leeftijd, met onder andere Amy Whinehouse, Kurt Cobain en Jimi Hendrix.
De Macht Van De Media
Het beeld dat de media van een ster schept kan hem/haar maken of breken. Sterren willen hun
privéleven ook echt privé houden. Door meer en nieuw publiek zijn er nieuwe sterren nodig die
komen in onder andere de modellenindustrie en de sport. In de jaren 90 komt de ‘tv-babe’ er bij,
een aantrekkelijke personality op tv (b.v. Samantha de Jong – Barbie).
Een nieuw middel om roem te verkrijgen is via een YouTube kanaal. Vloggen wordt populair, en het
publiek is vaak jeugdig. De audiovariant die ook heel populair is, is de podcast.
Naast talent en hard werken heb je ook geluk nodig om door te breken als ster.
Een sekssymbool is een jonge actrice met sterke seksuele uitstraling. In Amerika is Marilyn Monroe
de meest bekende en in Europa is vooral Brigitte Bardot populair. Hun privéleven wordt sterk
uitvergroot. Een ‘seksbom’ hoeft tegenwoordig niet alleen domme rollen te spelen (Megan Fox,
Jennifer Lopez, Ryan Gosling).
Fotografie
Fotografie draagt bij aan het imago van een ster. Anton Corbijn is een erg belangrijke popfotograaf.
Hij werkt met traditioneel materiaal en is bekend met zijn zwart-witfotografie. Hij werkte met
sterren als Johnny Depp en Robert De Niro.
Erwin Olaf is fotograaf en kiest al snel voor geënsceneerde fotografie. Hij denkt aan dingen als
compositie, belichting, kleur en aankleding. Met zijn werk is de sfeer die de foto’s oproepen
belangrijk.
Pieter Henket fotografeert Lady Gaga bij haar optreden. Sommige foto’s lijken in scène gezet
waardoor ze lijken op een still uit een film. Daarom kan de kijker er zelf een verhaal bij bedenken.
Film
Alfred Hitchcock, master of suspense, heeft de thriller ‘uitgevonden’. Dat is een filmgenre dat het
moet hebben van spanning. Hij geeft de kijker meer informatie dan de hoofdpersoon (een
onschuldig karakter). De hoofdpersoon komt in bedreigende situaties terecht. Hij laat zien dat een
thriller puur amusement kan zijn. Een van zijn wereldberoemde films is Psycho (1960). Hij gebruikt
2