2.1 De opbouw van de aarde
Van de korst tot de kern
Bij een aardbeving ontstaan trillingen die vervolgens dwars door de aarde gaan. Overal ter
wereld kunnen ze worden opgevangen en geregistreerd.
Seismologen (aardbeving deskundigen) hebben uit deze gegevens kunnen afleiden hoe de
aarde van binnen is opgebouwd. Ze ontdekte in de aarde vast gesteente in de kern, met
daaromheen traag stromend gesteente in de aardmantel, verhit door de afgifte van warmte
uit de kern.
De temperatuur en de druk nemen toe met de diepte. In de aardkorst stijgt de temperatuur
iedere 1000 meter met circa 15 tot 30 ºC tot soms meer dan 200 ºC in vulkanische
gebieden. In de aardkern loopt de temperatuur op tot ruim 5000 ºC .
De hoge druk in de aardkern komt door het gewicht van het gesteente dat erboven ligt.
Vanaf de aardkern tot de korst is de afstand bijna 6400 km. Hierdoor is er een hogere druk in
de aardkern dan aan het aardoppervlak. Deze druk zorgt ervoor dat de aardkern uit vast
materiaal bestaat.
,Twee soorten aardkorst
Het grootste deel van de aarde bestaat uit oceaanbodem. Deze oceaanbodem of oceanische
korst is ongeveer 8 km dik en bestaat vooral uit het vrij zware gesteente basalt.
Continenten zijn veel dikker, onder gebergte zelfs 40 tot 80 km dik. Ze bestaan uit veel
lichtere gesteente zoals graniet.
Oceaanbodem én continenten ‘drijven’ beide op het mantelgesteente. ‘Onderwatergebergte’
op de bodem van oceanen heten midoceanische ruggen. Dit zij als het ware hogere delen.
Diepe kloven in de oceaanbodem worden diepzeetroggen genoemd. Die liggen bijvoorbeeld
langs de randen van de Grote Oceaan en kunnen kilometers diep zijn.
, 2.2 Platentektoniek en aardbevingen
Verschillende plaatbewegingen
De aardkorst is verdeeld in platen. De meeste aardplaten of schollen bestaan uit zowel
continent als oceaanbodem. De Zuid- Amerikaanse plaat is hiervan een voorbeeld. Doordat
deze aardplaten als een puzzel in elkaar passen, zal een beweging op de ene plaats
doorwerken naar andere plaatsen.
Bewegingen die voorkomen bij het contact tussen aardplaten:
1. Bij convergente plaatgrenzen botsen twee aardplaten tegen elkaar. Wanneer bij
deze botsing oceanische korst betrokken is, zal de zwaardere oceanische korst
schuin wegduiken onder de andere aardplaat. De andere plaat kan zowel oceanische
korst als continentale korst zijn. Hierbij ontstaat een diepe sleuf in de zeebodem, de
diepzeetrog. Het wegduiken van de oceanische korst, zoals bij de westkust van Zuid-
Amerika, wordt subductie genoemd.
2. Bij divergente plaatgrenzen bewegen twee aardplaten uit elkaar. Op plekken waar
vloeibaar gesteente uit de aardmantel tegen de aardkorst drukt, kan de aardkorst
breken.
3. Bij transforme plaatgrenzen bewegen twee aardplaten langs elkaar.
Platentektoniek
De aardkorst bestaat uit platen die voortdurend in beweging zijn. Dat wordt veroorzaakt door
convectiestromen in de aardmantel. Heet magma komt naar boven tegen de aardkorst aan.
Het magma moet zijdelings wegstromen en neemt dan stukken aardkorst mee. Op sommige
plekken breekt de aardkorst en stroomt het magma als lava naar buiten. Zo ontstaan
divergente breuken. De ruimte van zo’n breuk wordt direct gevuld met lava. Die stolt tot
basalt en zo ontstaat nieuwe oceaanbodem. Telkens als er door het uit elkaar bewegen van
, de aardplaten weer ruimte vrijkomt, herhaalt zich dit. Zo ontstaat voortdurend nieuwe
oceanische korst in de mid oceanische ruggen.
Omdat er op deze manier nieuwe aardkorst bijkomt, moeten er ook plaatsen zijn waar
bestaande aardkorst verdwijnt. Anders zou de omvang van de aarde steeds groter worden.
In subductiezones duikt de oceaanbodem in de aardmantel. Zo wordt de oceaanbodem als
het ware ‘gerecycled’.
Aardbevingen
De zwaarste aardbevingen ontstaan bij convergente en transforme plaatgrenzen. De platen
bewegen daar langs elkaar of tegen elkaar aan. Door de ruwheid van het gesteente blijven
de aardplaten een lange periode min of meer klem zitten tot ze plotseling binnen enkele
seconden een heel eind opschuiven. Alle spanning die zich jarenlang in het gesteente heeft
opgebouwd, komt in één keer vrij. De vrijgekomen trillingen verspreiden zich in alle
richtingen, ook door de aarde heen.
Seismografische stations, die de trillingen meten, bepalen dan de exacte plek van de
aardbeving in de aardkorst: de aardbevingshaard of het hypocentrum.
De plaats aan het aardoppervlak die boven de aardbevingshaard ligt, heet het epicentrum.
Hoe dichter bij de aardbevingshaard en hoe zwaarder de aardbeving, des te groter de
krassen op het seismogram en hoe hoger de score op de schaal van Richter.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Meijertje. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.