Hoofdstuk 4 Evolutie
Paragraaf 4.1 Ontwikkeling van het leven
Chemische evolutie ging aan het ontstaan van het leven af, tot ongeveer 3 miljard
jaar geleden bevatte de atmosfeer geen zuurstof ----> Oeratmosfeer (mengsel van
stikstof gas, waterdamp, koolstofmonoxide, koolstofdioxide, waterstof, ammoniak,
methaan en waterstofsulfide)
Deze gassen kunnen ioniseren door bijv. toevoer van UV-straling of elektrische
energie. Daaruit ontstaat koolstof, waterstof, stikstof en zuurstof. Deze ionen
reageren onmiddellijk met elkaar en zo ontstonden er uit Anorganische stoffen,
organische stoffen.
Anorganische stoffen: - Zijn opgebouwd uit kleine, eenvoudige moleculen BIJV. CO2
- Komen voor in levenloze natuur en in organismen
Organische stoffen: - Grote ingewikkelde moleculen, die altijd een of meer atomen
C,
H en meestal O bevatten. BIJV> C6H12O6
- Meestal afkomstig van organismen
ONTSTAAN VAN LEVENDE CELLEN
1e theorie: De eerste organische stoffen kwamen terecht in oerzeeën, door
verdamping in de binnenzeeën vond indikking plaats, waardoor een organische
oersoep ontstond. Hier gingen kleine organische moleculen zich tot grotere
moleculen maken. Deze rangschikte zich in ‘druppeltjes’ (protobionten). Hieruit
ontstonden de eerste cellen. Voorbeeld van zelforganisatie. (Er ontstaan eenheden
met nieuwe eigenschappen op een hoger organisatieniveau)
2e theorie: Protobionten zijn ontstaan uit black smokers op de bodem van oceanen
3e theorie: Bouwstenen voor leven zijn afkomstig uit de ruimte
Van allereerste levensvormen zijn geen fossiele gevonden, omdat deze eencellige
geen harde delen bevatten.
Alle gevonden fossielen ouder dan 1,4 miljard jaar zijn van prokaryote organismen.
Prokaryote organismen: Eencellige organismen zonder celkern of andere zichtbare
organellen, ze bezitten een kringvormig DNA-molecuul dat los in het cytoplasma ligt.
De eerste prokaryote organismen waren anaeroob (ze konden uitsluitend leven in
een milieu zonder zuurstof) Ze waren ook heterotroof (ze verkregen hun energie uit
de opname of afbraak van organische stoffen uit de oersoep, ze konden geen
organische stoffen uit anorganische stoffen maken)
, 2,8 miljard jaar geleden ontstonden bacteriën die in staat waren tot fotosynthese;
Cyanobacteriën of blauwalg. Dit waren de eerste autotrofe organismen. (ze kunnen
uit anorganische stoffen organische stoffen maken)
Ze kunnen ook zuurstof produceren. Zuurstof was giftig voor anaerobe organismen,
dus die vergiftigden er er ontstonden Aerobe heterotrofe organismen.
Aerobe= Deze konden in een atmosfeer met zuurstof leven.
1,5 miljard jaar geleden ontstonden de eerste eukaryoten: cellen met celkern,
dubbele membranen en organellen. Ze ontstonden via de endosymbiose theorie.
De ontwikkeling van levensvormen heeft geleid tot een enorme biodiversiteit
(verscheidenheid aan organismen)
Onderzoekers gebruiken uiterlijke kenmerken van organismen en cellen en
moleculaire eigenschappen zoals de bouw van membranen, eiwitten en het DNA om
een overzicht te maken.
HOOFDINDELING;
Domein-Rijk-stam-klasse-orde-familie-geslacht-soort
3 Domeinen:
Bacteriën, Archaea en Eukaryoten.
De domeinen bacteriën en Archaea worden tot prokaryoten gerekend omdat ze uit
eencellige bestaan zonder celkern of andere begrensde organen.
Tot het domein Eukaryoten behoren onder meer de rijken: schimmels,dieren en
planten. De cellen van eukaryoten zijn complexer gebouwd dan die van prokaryoten.
Schimmels: Mitochondriën, celwanden, heterotroof
Dieren: mitochondriën, heterotroof
Planten: mitochondriën, chloroplasten, celwanden, autotroof
Indelingsgroepen op verschillende niveaus worden taxa genoemd
soort= species geslacht= genus
Een geslacht bestaat uit soorten die zich uit eenzelfde voorouder hebben ontwikkeld.
Iedere soort krijgt een geslachtsnaam en een soortaanduiding