100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Arrest noodweer behandeld €4,99
In winkelwagen

Arresten

Arrest noodweer behandeld

 0 keer bekeken  0 keer verkocht

Arrest noodweer behandeld

Voorbeeld 2 van de 5  pagina's

  • 20 april 2021
  • 5
  • 2020/2021
  • Arresten
  • Onbekend
Alle documenten voor dit vak (82)
avatar-seller
annevlist
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 18 juli 2014,
nummer 22/004248-13, in de strafzaak tegen:
[verdachte] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1993.

1Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft R.B.J.G. Baggen, advocaat te
Arnhem, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en
maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal W.H. Vellinga heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest
en tot terugwijzing van de zaak naar het Gerechtshof dan wel verwijzing naar een aangrenzend hof
teneinde op het bestaande hoger beroep opnieuw te worden berecht en afgedaan.
De raadsman heeft daarop schriftelijk gereageerd.

2. Bewezenverklaring en beslissingen op gevoerde verweren

2.1.
Ten laste van de verdachte is bewezenverklaard dat:
"hij op 29 mei 2013 te Rotterdam opzettelijk een persoon genaamd [slachtoffer] van het leven
heeft beroofd, immers heeft verdachte opzettelijk [slachtoffer] met een mes in het gezicht en de
romp en de armen en de hand(en) gestoken en/of gesneden, ten gevolge waarvan voornoemde
[slachtoffer] is overleden."

2.2.
Het Hof heeft het beroep op noodweer als volgt samengevat en verworpen:
"De verdediging heeft zich primair op het standpunt gesteld dat de verdachte uit noodweer heeft
gehandeld, reden waarom hij van alle rechtsvervolging dient te worden ontslagen.
Het hof stelt voorop dat indien door of namens de verdachte een beroep is gedaan op noodweer,
de rechter zal moeten onderzoeken of de voorwaarden voor de aanvaarding van dat verweer zijn
vervuld. Die houden naar luid van artikel 41, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht in dat het
begane feit was geboden door de noodzakelijke verdediging van eigen of eens anders lijf,
eerbaarheid of goed tegen een ogenblikkelijke, wederrechtelijke aanranding, waaronder onder
omstandigheden mede is begrepen een onmiddellijk dreigend gevaar voor zo een aanranding. De
vraag of een gedraging geboden is door de noodzakelijke verdediging - waarmee onder meer de
proportionaliteitseis tot uitdrukking wordt gebracht - van eigen of eens anders lijf, eerbaarheid of
goed leent zich niet voor beantwoording in algemene zin. Bij de beslissing daaromtrent komt mede
betekenis toe aan de waardering van de feitelijke omstandigheden van het geval. Deze
proportionaliteitseis strekt ertoe om niet ook dan een gedraging straffeloos te doen zijn indien zij -
als verdedigingsmiddel - niet in redelijke verhouding staat tot de ernst van de aanranding (vgl. HR
24 september 2013, ECLI:NL:HR:2013:773 en HR 8 september 2009, ECLI:NL:HR:2009:BI3895).
Gedragingen van de verdachte voorafgaande aan de wederrechtelijke aanranding door het latere
slachtoffer kunnen onder omstandigheden in de weg staan aan het slagen van een beroep op
noodweer(exces) (vgl. HR 17 april 2012, ECLI:NL:HR:2012:BV9062 en HR 28 maart 2006,
ECLI:NL:HR:2006:AU8087).
Het hof stelt op grond van de processtukken en het onderzoek ter terechtzitting de volgende feiten
en omstandigheden vast. Daarbij tekent het hof aan, dat over hetgeen er in de woning van het
slachtoffer is voorgevallen in essentie slechts twee personen verklaringen hebben afgelegd: de
verdachte en [betrokkene] (verder: [betrokkene]). Deze verklaringen stemmen deels overeen,
maar lopen op onderdelen uiteen. Het hof is van oordeel dat het door de verdachte geschetste
relaas niet enkel vanwege de op onderdelen andersluidende verklaringen van [betrokkene] als
onaannemelijk terzijde geschoven kan worden. Om die reden zal het hof bij zijn beoordeling van
het verweer, daar waar verschillen tussen de verklaringen van de verdachte en de verklaringen van
[betrokkene] bestaan, de verklaringen van de verdachte tot uitgangspunt nemen.
De verdachte handelde in mei 2013 in verdovende middelen. Het slachtoffer was één van zijn
klanten en was hem nog 10 euro schuldig. Op 29 mei 2013 is de verdachte naar de woning van het
slachtoffer gegaan. Het slachtoffer had met - de toen ook in de woning aanwezige - [betrokkene]
bedacht dat zij de verdachte een lesje zouden leren. Het slachtoffer heeft de verdachte
binnengelaten en had op dat moment een verzwaarde sok in zijn handen. De verdachte is met het
slachtoffer in gevecht geraakt, in welk gevecht ook [betrokkene] zich mengde. De voordeur van de

, woning was inmiddels op slot. Het lukte de verdachte niet die deur te openen. De verdachte is met
een fles geslagen en met een mes bedreigd. Hij is door zowel het slachtoffer als [betrokkene]
geschopt. [betrokkene] heeft de verdachte ook een kopstoot gegeven. De verdachte werd door
[betrokkene] onder bedreiging van de fles en door het slachtoffer onder bedreiging van een mes
gedwongen zich uit te kleden en zijn spullen af te geven, waaronder zijn voorraad verdovende
middelen. [betrokkene] verliet op enig moment met die spullen de woonkamer en zei dat hij over
vijf minuten terug zou komen en de verdachte dan zou vermoorden. Daarna legde het slachtoffer
het mes op tafel en liep naar de bank in de woonkamer. De verdachte heeft het mes gepakt en is
naar het slachtoffer gelopen. Deze draaide zich om en maakte een beweging alsof hij de verdachte
wilde aanvallen. Hierop heeft de verdachte het slachtoffer zestien maal met het mes gestoken
en/of gesneden.
Vorenstaande door het slachtoffer en [betrokkene] geïnitieerde handelingen zijn aan te merken als
een ogenblikkelijke, wederrechtelijke aanranding van het lijf van de verdachte. Die aanranding
eindigde niet op het moment waarop het slachtoffer het mes op tafel legde; een andersluidend
oordeel zou de feitelijke situatie op dat moment miskennen. De verdachte bevond zich immers in
een woning waarvan de voordeur op slot zat, in aanwezigheid van iemand die tot kort daarvoor
nog met hem had gevochten en hem met een mes had bedreigd, wist niet of [betrokkene], die zich
aan bedoelde aanranding mede schuldig had gemaakt, zich nog in de woning bevond en leefde in
de veronderstelling dat deze naar de woonkamer zou terugkeren om zijn eerder geuite
doodsbedreiging tot uitvoering te brengen.
Het enkele feit dat de verdachte zich - kort gezegd - als dealer in verdovende middelen in het
drugscircuit heeft begeven, is geen omstandigheid die aan het slagen van een beroep op
noodweer(exces) in de weg staat. De andersluidende opvatting van het openbaar ministerie vindt
naar het oordeel van het hof geen steun in het recht.
Wel is het hof met het openbaar ministerie van oordeel dat het door de verdachte gekozen
verdedigingsmiddel niet in redelijke verhouding staat tot de ernst van de aanranding. Van de
verdachte had in redelijkheid mogen worden gevergd dat hij zich op een minder ingrijpende wijze
tegen de hierboven beschreven aanranding zou hebben verdedigd. De verdachte had het mes
immers inmiddels in handen en was daarmee in het voordeel. Hij had het slachtoffer met het mes
kunnen bedreigen en ofwel het slachtoffer aldus kunnen dwingen de voordeur te openen ofwel
kunnen proberen de woning - zoals, naar achteraf bleek, [betrokkene] had gedaan - op een andere
wijze dan via de voordeur te verlaten. In plaats daarvan heeft hij er evenwel voor gekozen het
slachtoffer met het mes zestien maal te steken en/of te snijden, waarmee hij ver buiten de grenzen
van een noodzakelijke verdediging is getreden.
Het hof verwerpt daarom het beroep op noodweer. Het bewezen verklaarde is derhalve, nu ook
overigens geen omstandigheid aannemelijk is geworden die de strafbaarheid daarvan uitsluit,
strafbaar."
2.3.
Het Hof heeft het beroep op noodweerexces als volgt samengevat en verworpen:
"De verdediging heeft zich subsidiair op het standpunt gesteld dat de verdachte een beroep op
noodweerexces toekomt nu hij als gevolg van een hevige gemoedsbeweging, door de aanranding
veroorzaakt, de grenzen van een noodzakelijke verdediging heeft overschreden.
Het hof stelt in dit verband voorop dat van een verontschuldigbare overschrijding van de grenzen
van noodzakelijke verdediging slechts sprake kan zijn indien:
a. de verdachte de hem verweten gedraging heeft verricht in een situatie waarin, en op een tijdstip
waarop, voor hem de noodzaak bestond tot verdediging van eigen of eens anders lijf, eerbaarheid
of goed tegen een ogenblikkelijke, wederrechtelijke aanranding, maar daarbij als onmiddellijk
gevolg van een hevige door die aanranding veroorzaakte gemoedsbeweging verder gaat dan
geboden is, dan wel indien
b. op het tijdstip van de aan de verdachte verweten gedraging de onder a bedoelde situatie
weliswaar is beëindigd en derhalve de noodzaak tot verdediging niet meer bestaat, doch niettemin
deze gedraging toch het onmiddellijk gevolg is van een hevige gemoedsbeweging veroorzaakt door
de daaraan voorafgaande wederrechtelijke aanranding.
Voorts volgt uit het vereiste dat de gedraging het onmiddellijk gevolg moet zijn van een hevige
gemoedsbeweging die is veroorzaakt door een wederrechtelijke aanranding, dat aannemelijk moet
zijn dat de aldus veroorzaakte gemoedsbeweging van doorslaggevend belang is geweest voor de
gedraging, maar niet dat geheel uitgesloten is dat andere factoren mede hebben bijgedragen aan
het ontstaan van die hevige gemoedsbeweging. Bij de beantwoording van de vraag of in een
concreet geval van een dergelijk "onmiddellijk gevolg" sprake is geweest, kan gewicht toekomen
aan de mate waarin de grenzen van de noodzakelijke verdediging zijn overschreden alsmede aan

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper annevlist. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 59063 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€4,99
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd