Hoofdstuk 6: Veranderingen in het welvaartsvraagstuk
Samenwerking: het proces waarin individuen, groepen en/of staten relaties vormen om hun
handelen op elkaar af te stemmen voor een gemeenschappelijk doel. Vaak moeten de individuele
actoren hier iets voor opgeven, zoals tijd, geld, macht of een deel van hun doel of ideaal, omdat die
niet overeenkomt met de bondgenoot. Er moeten dus compromissen worden gesloten en er is
onderling vertrouwen en wederzijdse acceptatie nodig.
Conflict: een situatie waarin individuen, groepen en/of staten elkaar tegenwerken om de eigen
doelen te bereiken. Als het tegenwerken duidelijk is, heet dit een manifest. Zo niet, dan heet dit
latent.
Soms werken mensen samen om een ideaal te realiseren waar iedereen baat bij heeft en niet alleen
de samenwerkende mensen. Dit is zo als het gaat over het algemeen belang of een collectief goed.
Mensen werken bijvoorbeeld mee door belasting te betalen. Niet iedereen levert er evenveel voor in,
maar iedereen profiteert er wél evenveel van. Collectieve goederen zijn non-exclusief: niemand
wordt uitgesloten.
Het tegenovergestelde van collectieve goederen is private goederen, waar mensen voor moeten
betalen.
Als mensen samenwerken om een collectief goed te realiseren is dit een collectieve actie. De keus
waar mensen dan voor staan is het wel of niet meewerken hieraan, ook wel het dilemma van de
collectieve actie genoemd. Je moet hier natuurlijk iets voor opofferen, maar je profiteert er ook van.
De actoren die wel profiteren van een collectief goed maar hier niets voor opofferen heten
freeriders.
De paradigma’s op een spectrum:
- Actor vs. Structuur: speelt het maatschappelijk gebeuren zich meer af op het niveau van
interacties en relaties tussen actoren of juist meer op macroniveau?
- Consensus vs. Conflict: is het sociale gebeuren gericht op evenwicht, stabiliteit en
continuïteit of is de samenleving een arena waarin groepen en individuen strijden om de
beschikbare middelen?
De paradigma’s over conflict:
- Functionalisme-paradigma: de samenleving in één geheel
waarin elk deel zijn eigen functie heeft. Deze functies
zorgen voor harmonie, orde en groei. Conflict is hier een
uitzondering en ontstaat omdat relaties tussen actoren
niet goed functioneren en moeten voorkomen worden.
Na zo’n conflict zal de samenleving weer in evenwicht
moeten komen
- Conflict-paradigma: de samenleving is een arena waaring
actoren met elkaar strijden om schaarse goederen. Een samenleving zonder conflict hoort
niet en hoort bij een samenleving. Er is dus een voortdurende strijd om eigenbelangen te
maximaliseren en eigen wensen te realiseren.
, - Sociaalconstructivisme-paradigma: er ontstaat een conflict als mensen bepaalde
verwachtingen niet vervullen of waarmaken. De oorzaak is dus het gedrag van individuele
actoren.
- Rationele-actor paradigma: hoe gaan actoren om met tegengestelde doelen en/of belangen?
Werken zij samen of kiezen ze voor conflict? Sociale cohesie moet in stand worden
gehouden. Er kan ook een gezamenlijk doel zijn, in plaats van eigenbelang. Door te geven en
nemen, is iedereen blij en heir zitten voor iedereen meer voordelen aan. Alle actoren
moeten afwegen of conflict of samenwerking hen meer voordelen geeft.
Rationalisering: het proces van het ordenen en systematiseren van de werkelijkheid met de
bedoeling haar voorspelbaar en beheersbaar re maken en van het doelgericht inzetten van
middelen om zo efficiënt en effectief mogelijke resultaten te bereiken. Het proces bestaat uit
twee delen:
Technische rationaliteit: doelgericht inzetten van middelen om zo efficiënt en effectief
mogelijke resultaten te behalen.
Wetenschappelijke rationaliteit: het ordenen en systematiseren van de werkelijkheid met
de bedoeling haar voorspelbaar en beheersbaar te maken
o Later: maatschappelijke rationaliteit: het gevolg voor het menselijk samenleven,
door de ontwikkelde organisaties, instellingen en wetten tijdens de vorige twee
processen.
Kernconcept: ideologieën (blz 17 syllabus voor uitleg)
- Christen-democraten
- Liberalen
- Socialisten
- Overige: fascisme, anarchisme en conservatisme
o Anarchsime : de mens is van nature goed. Systemen perverteren deze goedheid en
er moet dus een samenleving zijn zonder overheid. (voorbeeld: krakers: de noo dis
hoog voor woningen dus wij mogen kraken.
o Na-so: De natie, het Arische volk is superieur. Strijd is belangrijk zodat de beste
overleven. Dehumanisering van inferieure volken/mensen
o Conservatief: burgers beschermen voor deze zorgen zonder grote ingrepen
Modernisme: het veranderen van de samenleving naar de huidige
Hoofdstuk 7: Politieke veranderingen
Macht: het vermogen om hulpbronnen in te zetten om bepaalde doelstellingen te bereiken en de
handlingsmogelijkheden van anderen te beperken of te vergroten. (er zijn dus twee kanten van
macht: een doel bereiken en anderen meer of minder mogelijkheden geven)
4 soorten hulp- en machtsbronnen:
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper gabrielledrost. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.