Week 1A: Inleiding
Kremzow/Oostenrijk
Rechtsregel: art. 6 EVRM geldt ook in hb, voor zowel de inhoudelijke feiten als de meer formele
bezwaren. Afhankelijk van wat erop het spel staat, welke vragen er aan de orde zijn en wat de
verdachte kan doen, kan er verschillend worden geoordeeld over de verhouding met art. 6 EVRM. Het
hangt dus af van de procedure, waarover moet worden geoordeeld en de belangen van de verdachte
of hij erbij aanwezig moet zijn of niet.
Krombach/Frankrijk
Rechtsregel: er mogen wel beperkingen worden aangelegd aan een rechtsmiddel, maar de restricties
mogen niet zover gaan dat ze de essentie van het recht dat ook een andere rechter nog eens laten
kijken, niet mag.
Hermi/Italië
Rechtsregel: het ging niet om de feitelijke vragen, maar om de juridische. Er stond ook minder op het
spel dan bij Kremzow, omdat geen hogere straf kon worden opgelegd. Het moet dus volgens het
EHRM gaat om een vraag waar de dader echt nog iets over te zeggen heeft.
Maat Kostovski (niet verplicht)
Uitzondering gesloten stelsel
Rechtsregel: als sprake is van een uitspraak van het EHRM, waarmee de strafrechter geen rekening
mee kon houden, maar wel noopt tot de slotsom dat geen sprake meer is van een fair trial. Dan is
onverkorte tenuitvoerlegging niet wenselijk.
- Dit heeft later geleid tot een aanpassing van de wet; art. 457 lid 1 onder b Sv.
Week 1B: Rechtsmiddelen algemeen I
Verzuim griffier
Schriftelijk gemachtigde niet gemachtigd
Rechtsregel: de griffier had de vader erop moeten wijzen dat overlegging van een bijzondere
volmacht nodig was. Dit was een niet aan de verdachte toe te rekenen verzuim. De HR acht van
belang dat de verdachte zelf ter terechtzitting in appel heeft aangegeven hb te willen instellen. Bij
verstek in appel niet-ontvankelijk.
Welk rechtsmiddel staat open
Rechtsmiddel instellen/art. 407 Sv
Rechtsregel: verdachte werd voor primaire feit vrijgesproken en wilde ‘beroep’ instellen tegen het
subsidiaire feit van het vonnis, maar op grond van art. 407 lid 1 Sv kan hb slechts in zijn geheel
worden ingesteld. Daarom moest met al het ten laste gelegde rekening worden gehouden, dus ook
met de vrijspraak. Er stond daarom hb open in plaats van cassatie. De HR nam aan dat de verdachte
het rechtsmiddel heeft willen aanwenden dat daartegen volgens de wet openstond.
Volgens de regelen der kunst I
Machtiging advocaat griffiemedewerker (faxbericht)
Rechtsregel: het is onder voorwaarden mogelijk dat de advocaat een schriftelijke volmacht verleend
aan de griffiemedewerker. De eisen hierbij zijn:
I. Verklaring advocaat dat hij door de verdachte bepaaldelijk is gevolmachtigd tot het
instellen van hb;
II. Verklaring advocaat dat de verdachte instemt met het door de griffiemedewerker
aanstonds in ontvangst nemen van de opsporing;
III. Vermelding van een adres van verdachte voor toezending van een afschrift van de
dagvaarding.
Deze eisen gelden ook in cassatie. Als er niet is voldaan aan bovengenoemde eisen, dan niet-
ontvankelijk. Het faxbericht voldeed niet aan deze eisen, dus niet-ontvankelijk.
, Volgens de regelen der kunst II
Niet voldoen aan eis I
Rechtsregel: gelet op de ratio van de eisen waaraan de volmacht van de advocaat moet voldoen,
bestaat er een herstelmogelijkheid als:
- De verdachte of gemachtigde raadsman is verschenen;
- En deze aldaar heeft verklaard dat aan onvolkomen volmacht, wel een wens bestond appel in
te stellen.
Dit geldt niet in cassatie, want geen daar is geen proces in persoon.
Beperkingen in akte
Omvang hb & art. 407 Sv
Rechtsregel: het uitgangspunt hierbij is dat bij het niet in acht nemen van art. 407 Sv bij het instellen
van hb, moet leiden tot niet-ontvankelijkheid, tenzij dit verzuim tijdig kan worden hersteld. In beginsel
is de akte leidend, maar de HR biedt een herstelmogelijkheid voor vergissingen bij het instellen van hb
wanneer de verdachte of gevolmachtigde raadsman ter terechtzitting verschijnt en verklaart het hb
zonder beperking te willen doorzetten, dan moet de niet-ontvankelijkheidverklaring van de verdachte
in hb achterwege blijven.
NJ 2019/381 (niet verplicht)
Rechtsregel: voor de vraag of hb mogelijk is of niet ex art. 404 Sv, moet worden gekeken naar wat
ten laste is gelegd en niet naar waarvoor is veroordeeld.
HR 22 november 2016 (niet verplicht)
Rechtsregel: een e-mail is geen schriftelijke volmacht, maar een als bijlage bij een e-mail gevoegde
brief, inhoudende een schriftelijke volmacht waarmee een advocaat een griffiemedewerker machtigt
om een rechtsmiddel aan te wenden, moet wel als een schriftelijke volmacht worden aangemerkt,
mits:
- Het e-mailbericht met bijlage is verzonden naar een e-mailadres dat door het gerecht is
aangewezen voor communicatie met de griffiemedewerkers inzake de aanwending van
rechtsmiddelen in strafzaken
- En voldoen aan de eisen uit HR 20 december 2009:
o De verklaring van de advocaat dat hij door de verdachte bepaaldelijk is gevolmachtigd
tot het instellen van hoger beroep (art. 450, eerste lid sub a, Sv);
o De verklaring van de advocaat dat de verdachte instemt met het door de medewerker
ter griffie aanstonds in ontvangst nemen van de oproeping voor de terechtzitting in
hoger beroep (art. 450, derde lid, Sv);
o Het adres dat door de verdachte is opgegeven voor de toezending van het afschrift
van de appeldagvaarding (art. 450, derde lid, Sv).
HR 15 november 2016 (niet verplicht)
Rechtsregel: een verzuim als een schriftelijke volmacht van een advocaat is ondertekend door een
juridisch medewerker kan voor gedekt worden gehouden in geval de verdachte of een gemachtigde
raadsman ter terechtzitting in hb is verschenen en deze heeft verklaard dat aan de verlening van de
niet door de advocaat zelf ondertekende volmacht de wens van de verdachte ten grondslag lag om hb
te doen instellen.
HR 3 oktober 2017 (niet verplicht)
Rechtsregel: het persoonlijk inleveren van een grievenformulier bij de griffie binnen de appeltermijn is
toegestaan, mede gelet op de inhoud van het formulier kan bezwaarlijk anders worden verstaan dan
als een uiting van verdachtes wens om tegen het in de zaak gewezen vonnis hb in te stellen.
HR 19 december 2017 (niet verplicht)
Rechtsregel: het opgeven van een ander adres in de zin van art. 450 lid 3 Sv is toegestaan, want art.
450 lid 3 Sv spreekt niet expliciet over het opgeven van een eigen adres.
NJ 2001/499 (niet verplicht)
Rechtsregel: een verdachte kan niet op andere wijze dan waarin hij bij naam is aangeduid een
rechtsmiddel aanwenden dan onder bekendmaking van zijn persoonsgegevens.
- Bij politiemensen onder codenummer kan dit wel, want dan is geen sprake van een volledig
anonieme verdachte