Alles wat je eet of drinkt, noem je voedingsmiddelen.
Voedingsmiddelen bevatten voedingsstoffen.
Zo worden sommige voedingsstoffen gebruikt als bouwstof voor de vorming van organische
moleculen bij de voortgezette assimilatie.
Brandstoffen zijn voedingsstoffen die energie kunnen leveren voor de dissimilatie (verbranding)
Eiwitten (proteïnen) zijn ketens van enkele tientallen tot meer dan duizend aminozuren.
Voedingsvezels zijn koolhydraten die niet worden verteerd door enzymen van de mens.
Voorbeelden zijn cellulose en pectine.
Voedingsmiddelen als vlees, vis, kaas en note bevatten vetten. Een vetmolecuul is opgebouwd uit
een glycerolmolecuul en drie vetzuurmoleculen. Deze vetzuren kunnen verzadigd of onverzadigd
zijn.
Mineralen (zouten) zijn anorganische stoffen zoals calcium, fosfor, kalium en natrium. Je heb
dagelijks allerlei soorten mineralen nodig om de processen in je lichaam goed te laten verlopen.
Sommige mineralen heb je slechts in zeer kleine hoeveelheden nodig. Deze mineralen worden
spoorelementen genoemd.
Vitaminen zijn organische stoffen die nodig zijn om de processen in je lichaam goed te laten
verlopen.
Bij gebrek aan vitaminen ontstaan gebreksziekten.
In het darmkanaal (verteringskanaal) vindt vertering van het voedsel plaats. Grote organische
moleculen uit de voedselbrij worden met behulp van enzymen afgebroken tot kleine moleculen: de
verteringsproducten. Die worden vervolgens via de cellen van de darmwand opgenomen in het
bloed.
Door afwisselend samentrekken van de kringspieren en de lengtespieren ontstaat de
darmperistaltiek. Hierdoor wordt de voedselbrij voortgeduwd, gekneed en goed gemengd met
de verteringssappen, die verteringsklieren afgeven aan de voedselbrij in het darmkanaal.
, Het kauwen van voedsel met je gebit en het kneden en mengen van de voedselbrij door de
darmperistaltiek noem je mechanische vertering. Hierdoor kunnen enzymen uit
verteringssappen beter op het voedsel inwerken. De bewerking van voedsel door enzymen noem
je chemische vertering.
De neusholte wordt afgelosten met de huig. Tegelijk beweegt het strottenhoofd iets omhoog en
het strotklepje kantelt naar achter. Daardoor wordt de toegang naar de luchtpijp afgesloten. Het
voedsel kan dan alleen de slokdarm in.
Het slikken zet in de slokdarm peristaltische bewegingen in werking, zodat het voedsel naar de
maag wordt getransporteerd. In de maag wordt het voedsel tijdelijk opgeslagen doordat de
andere kringspier (de maagportier) de uitgang afsluit.
Kliertjes in de wand van de maag voegen maagsap toe aan het ingeslikte voedsel.
Een kleine hoeveelheid voedsel gaat dan door naar de twaalfvingerige darm. Dit is het eerste
gedeelte van de dunne darm.
De lever produceert gal. Gal wordt tijdelijk opgeslagen in de galblaas. De galblaas geeft gal af via
de galbuis als vethoudend voedsel als het de wand van de twaalfvingerige darm passeert. Gal
bevat galkleurstoffen en galzouten. De galkleurstoffen zijn afbraakproducten van dode rode
bloedcellen. Ze geven de bruine kleur aan de ontlasting. De galzouten verdelen grote vetdruppels
in het voedsel in kleine druppeltjes. Dit heet emulgeren. Door emulgeren wordt het totale
oppervlak van de vetdruppels sterk vergroot.
De alvleesklier (pancreas) produceert alvleessap.
Sommige eencellige organismen nemen voedsel op door fagocytose: het instellen van het
celmembraan en het afsnoeren van blaasjes.
Vertering in de cel noem je intacullaire vertering.
Vertering in een speciale ruimte in het lichaam (de maagdarmholte) noem je extracellulaire
vertering.
Na de twaalfvingerige darm komt de voedselbrij in de dunne darm. Hier worden de
voedingsstoffen opgenomen in het bloed.
Op de darmplooien bevinden zich uitstulpingen: de darmvlokken. De buitenste laag cellen van
de darmvlokken is het darmepitheel (darmdekweefsel). De cellen van het darmepitheel hebben
een groot aantal microscopisch kleine uitstulpingen: de microvillli.
Darmvlokken bevatten bloedvaten en lymfevaten. De opname van stoffen via de darmwand in het
bloed en de lymfe noem je resorptie. Voor resorptie is energie nodig.
De onverteerde voedselresten komen terecht in de dikke darm. Vlak onder de overgang van
dunne darm naar dikke darm ligt de blindedarm. Aan de onderkant van de blindedarm zit een
uitstulping: de appendix.
In de dikke darm leven veel darmbacteriën (de darmflora).
De onverteerde voedselresten worden in de endeldarm verzameld.
De endeldarm wordt afgesloten door een kringspier: de anus. De ontlasting (feces) bestaat uit
onverteerde voedselresten, water en zeer veel bacteriën.
De afbraak van voedingsstoffen tot losse bouwstenen gebeurt met behulp van verschillende
verteringsenzymen voor koolhydraten, eiwitten en vetten.
Speeksel bevat het enzym amylose, dat een deel van het zetmeel in het voedsel afbreekt tot
maltose.
Pepsinogeen is een inactief pro-enzym.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper DenisTurgut. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.