100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
College aantekeningen Beginselen Van De Democratische Rechtsstaat () Beginselen van het Nederlands staatsrecht, ISBN: 9789013129144 €4,49
In winkelwagen

College aantekeningen

College aantekeningen Beginselen Van De Democratische Rechtsstaat () Beginselen van het Nederlands staatsrecht, ISBN: 9789013129144

 11 keer bekeken  0 keer verkocht

Aantekeningen van alle Hoorcolleges Beginselen van de Democratische Rechtsstaat

Voorbeeld 4 van de 36  pagina's

  • 20 april 2021
  • 36
  • 2019/2020
  • College aantekeningen
  • Prof. mr. g. bogaard
  • Alle colleges
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alles voor dit studieboek (43)
Alle documenten voor dit vak (48)
avatar-seller
noawammes
Week 1: principes van de democratische rechtsstaat

Beginselen/Principes van de democratische rechtsstaat.
Begrippen:
• Staatsrecht & staat
• Grondwet & constitutie
• Rechtsstaat
• Machtenscheiding

1. staatsrecht (definitie)
= geeft regels over (intern op hoogste niveau als extern tussen verschillende
publieke organisaties) de organisatie van de overheiden en fundamentele
normen over de verhouding met de overheid
—> staatsrecht gaat over de grondrechten kant over de verhouding tussen
overheid en burger
Staatsrecht legt achterliggende vragen bloot; bevraagt hoe de wetgeving
werkt.

Drie functies van het staatsrecht
I. Constitueren= scheppen; het staatsrecht bevat de regels/normen; Het
koningschap wordt erfelijk vervuld door wettige opvolgers van Willem I (zo
constitueert het staatsrecht ons land als monarchie; art. 24 grondwet) —>
scheppen van een rechterlijke macht
II. Attribueren= toekennen van bevoegdheden aan rechtsorganen
III. Reguleren= reguleren van normen, verhoudingen tussen rechtsorganen;
reguleert wat wel en niet gereguleerd kan worden in de GW gegeven hun
bevoegdheden (“niemand ka lid van beide kamers zijn" artikel 57 lid 1 GW;
“niemand heeft voorafgaand verlof nodig om door de drukpers gedachten of
gevoelens te openbaren” - artikel 7 lid 1 GW. —> hoe ver mag de rechter
gaan bij het toepassen van zijn bevoegdheden

2. Staat (definitie)

—> Neem een stukje grond. Mag groot of klein zijn, als het maar duidelijke
grenzen heeft.
1. territoir= Een stuk grond met duidelijk aanwijsbare grenzen

—> Bevolk die met een gemeenschap die een zekere eenheid vormt (taal tralie
2. Waarop zich een natie bevindt

—> Roep een staat uit en oefen effectief gezag uit over de gemeenschap
3. interne soevereiniteit


3 Criteria voor een staat:
2. territorium
3. bevolking (gemeenschap, culturele overeenkomsten)
4. effectieve machtsuitoefening
——————————————————
4. Externe soevereiniteit

,—> Micro states: Eurostaete
oprichten staat door stuk ongeclaimd stuk grondgebied; door pijplijn belang
van NL niet mogen schaden —> confrontatie zorgt voor vraag externe
soevereiniteit

3. Interne soevereiniteit
—> failed states
- groter probleem dan externe soevereiniteit
- ontbreken van effectief gezag; (Noord-Korea; geen effectief gezag wegens
dwang= gezag op basis van angst)
- gezag= vrijwillige aanvaarding van macht
Dwang of effectief gezag?
• Macht= de feitelijke mogelijkheid om anderen te dwingen
• gezag= vrijwillige acceptatie van macht/gelegitimeerde macht: macht die
wordt geaccepteerd door degenen over wie het wordt uitgeoefend.

Drie manieren om van macht gezag te maken (Weber):
1. traditie = iets is aanvaardbaar omdat het altijd al zo was
2. charisma= de koning, minister-president of burgemeester heeft
charisma
3. effectiviteit= ‘het werkt’ = het beschermt onze vrijheid het beste (en
vult het liefst ook onze zakken)


Uitdaging van het staatsrecht = door middel van bevoegdheden in te regelen
waarop ze het meest effectief zijn en het makkelijkst in te regelen —>
minimale macht, maximaal gezag

soevereiniteit= hoogste rechtsmacht; onderscheid tussen intern en externe
soevereiniteit
interne soevereiniteit= gefocust op NL, geen externe bemoeienis
(NL mag zelf bepalen welke wetten zij landelijk stelt)
externe soevereiniteit= gefocust op verdragen sluiten, naar buiten
toe, op internationaal terrein mag bepalen waar men lid van is als land.
—> bevoegdheden zoals rechtspraak, bestuur wordt afstand van gedaan in de
NL grondwet (H5; artikel 92)


3. Constitutie
• organiseert de macht (wie is de baas?)
• vestig een rechtsorde (waaraan ben je gebonden?; hoe ontstaan eenzijdig
verplichtende regels?; gebonden zijn aan de wetten/regels; autonomie
inleveren)

—> materiële constitutie = de feitelijke regels die er zijn= regels die gaan over
het verdelen van macht en het vestigen van de rechtsorde
—> formele constitutie = de hoeveelheid aan regels die zijn opgeschreven (in
het document dat wij Grondwet noemen)= geschreven regels van
constitutionele aard, waarbij de belangrijkste de Grondwet is

,rechtsbronnen & begrippen
—> iedere rechtsbron heeft een unieke wijze van totstandkoming
• Grondwet
• Statuut ; Nederland in Europa en de andere delen van het koninkrijk =
grondwet voor een Koninkrijk
• Organieke wetten= gewone wetten, voorgeschreven door de Grondwet en
daardoor bijzondere gewone wetten= rechtsbron in het
staatsrecht(provinciewet, wet op de rechterlijke organisatie, wet op de Raad
van State, Kieswet, Gemeentewet) = wetten waarvan het bestaan
uitdrukkelijk door de grondwet is voorgeschreven
• Algemene Maatregelen van Bestuur= komen meestal van de regering
obv delegatie door de wetgever
• Ongeschreven staatsrecht= staan niet in enig document vastgelegd
• Reglementen van Orde= regels die de Tweede Kamer vaststelt waarin zij
bepalen waarop zij intern functioneren; het geldt niet voor iedereen (geen
wet in materiële zin)
• Conventies = niet het dictum onrechtmatig opleveren als je ze schendt,
maar het dictum onfatsoenlijk; documenten die wel onderdeel van de
rechtsorde zijn —> geen harde rechtsnormen (flexibele
normen=conventies=rechtsnorm)

4. Grondwet
—> formele constitutie = de hoeveelheid aan regels die zijn opgeschreven (in
het document dat wij Grondwet noemen)= geschreven regels van
constitutionele aard, waarbij de belangrijkste de Grondwet is
grondwet is in NL de belangrijkste bron van het recht

5. Rechtsstaat (geschiedenis)
• GW idee van Willem I (1814/1815) —> omdat hij het een goed idee vond (we
hebben een grondwet omdat de koning dat zegt)
• Willem Alexander voert zijn werk uit op basis van de Grondwet (we hebben
een koning omdat de Grondwet dat zegt)
• niet de persoonlijke macht van de koning is beslissend, maar de procedure is
beslissend
• Grondwet maakt van de persoonlijke macht een procedure; macht is een
procedureel verschijnsel
= Rechtsstaat is een staat waarin je niet bang bent voor de macht

vier criteria voor rechtsstaat; wat is nodig om macht aanvaardbaar te
maken?
1. Legaliteit= aanname dat de machtshebber alleen bevoegdheden heeft die
beschreven staan in de constitutie/GW (week 3)
2. Machtenscheiding= degene die de regels toepast moet anders zijn dan
degene die de regels maken (in verband met machtsmisbruik; vertrouwen
wordt groter, gezag wordt effectiever)
3. Grondrechten= macht gevaarloos maken, dingen uitsluiten die de
meerderheid niet kan beslissen, die iedereen als individu altijd mag (in verband
met tegenkering tegen de minderheid; altijd zeggen wat je denkt) (week 6)
4. Onafhankelijke rechterlijke macht/Rechtsbescherming= week 6

Trias politica; machtenscheiding (artikel 127)

, • scheiding in functies= het is in beginsel mogelijk om staatsmacht te verdelen
in verschillende soorten functies (wetgeving, rechtspraak, bestuur <— dit
hoeven niet de functies te zijn; macht om geweld uit te oefenen bijvoorbeeld)
• scheiding in instituties= constituerende normen die specifieke organen
benoemen (wetgever; geeft wetten, bestuur; dat bestuurt, rechterlijke macht;
die rechtspreekt)
• scheiding in personen= in personen kan een scheiding der machten worden
doorgevoerd (kamerleden, ministers, rechters; onverenigbaarheden van
functies van poppetje A; personen mogen niet in twee verschillende
instituties zitten )
—> hoe meer scheiding hoe beter <— is niet waar, het gaat over het juiste
evenwicht tussen checks&balances

• wetgevende macht= 1e & 2e kamer + regering (=koning+ministers)
• uitvoerende macht= regering (=koning+minister)
• rechtsprekende macht= rechters (benoemd door de regering; voor het leven)
—> opereren niet geheel onafhankelijk van elkaar, de regering heeft zowel in
de wetgevende als in de uitvoerende macht een rol
—> checks&balances= mogelijkheid om controle op elkaar uit te oefenen in
de machtenscheiding.

meest zuivere vorm van trias politica= een staat in een staat
trias politica is niet absoluut, meer is niet altijd beter, trias politica is een juiste
combinatie tussen functionele, institutionele en persoonlijke scheiding (door
meer van de ene scheiding is misschien minder van de andere scheiding nodig)

trias politica heeft in essentie dat slechte motieven tegenelkaar worden gezet;
mensen met slechte bedoelingen moeten tegenover elkaar worden gezet om
elkaar te controleren

Vier beginselen van week 1:
5. een staat heeft gezag (gaat over aanvaarding), maffia heeft macht (angst)
6. een mooie Grondwet is nog geen goede constitutie
7. democratische rechtsstaat: maximaal gezag, minimale macht; een goed
voorstel is een voorstel waarbij de hoeveelheid gezag wordt
gemaximaliseerd
8. goede motieven zijn mooi, slechte motieven zijn betrouwbaar (om goed
evenwicht te bieden)


materiële constitutie = alle regels en beginselen dat staat constitueert en
orders (wet, uitspraken, gewoonterecht)
Grondwet= formele (=geschreven) constitutie= klein stukje van de gehele
(materiele) constitutie
- GB: uitspraken van rechters is de belangrijkste bron van het recht—>
common law, ook zonder een geschreven constitutie kan er effectief gezag
uitgevoerd worden, er is in GB geen formele constitutie/grondwet, maar wel
een constitutie (er zijn in iedere staat regels, maar niet altijd een grondwet)
- NL: grondwet is belangrijkste bron van het recht
Europese Unie NL is lid van beide, Raad van Europa
maar deze verschillen (RuEuropa)

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper noawammes. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 52355 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€4,49
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd