Probleem 1
Hoofdstuk 1 (na penal welfarism tot nu)
- Verwachting was dat het na 1970 meer ging focussen op resocialisatie en minder
punitief
- Vanaf 1970
- Historisch → ontwikkelingen komen niet overeen met verwachtingen
- Penologisch → aanval op het systeem, onduidelijke grenzen (penal-welfare
wel duidelijke grenzen)
- Sociologisch → formele en informele controle
- Tussen 1970 en 2001 (na penal welfare)
- Afname rehabilitatie als ideaal; meer vergelding, incapacitatie en risico
- Herintrede punitieve sancties en expressieve rechtvaardigheid; vergelding
kwam weer op, publieke boosheid, wraakgevoelens, naming & shaming
- Veranderingen emotionele toon; opkomst fear of crime, criminaliteit
gedramatiseerd, angstniveaus moeten naar beneden
- Terugkeer slachtoffer; slachtoffer weer centraal en representatiever
- Volk beschermen; gevaarlijke daders opsluiten, beschermen publiek
- Politisering; beleid gevormd op basis van politieke standpunten door de wil
van het volk
- Herontdekking van de gevangenis; gevangenis werkt en zorgt voor publieke
veiligheid en retributie
- Transformatie criminologisch denken; nu controletheorieën (crimi is normaal,
rat, rkt, inadequate controle)
- Groeiende infrastructuur van criminaliteitspreventie en veiligheid
gemeenschap; preventie, kwaad/angst vermindering, versterken veiligheid
- Burgermaatschappij en commercialisering van criminaliteitscontrole; staat
heeft geen monopolie meer, meer samenhang publiek en privaat
- Nieuwe managementstijlen en werktoepassingen; systeem-monitoring,
informatietechnologieën, kosteneffectief management
- Aanhoudend gevoel van crisis; burger vertrouwen verloren in overheid door
crisis of the penal modernism
Hoofdstuk 2 (penal welfarism)
- Late 18e en 19e eeuw → criminaliteit een monopolie van de staat
- Later, met de groei van de democratie in de 19e en 20e eeuw, werd deze soevereine
macht getransformeerd in een publieke macht. De wetten werden gezien als de wil
van het volk, maar werden wel gehandhaafd door instituties van de staat. Het werd
nu niet meer gezien als de wensen van politieke elites of machtige individuen.
- Colquhoun → laat in de 18e eeuw een idee voor criminaliteitsbeheersing
- Politie versterken, criminaliteitscontrole gedeelde verantwoordelijkheid,
criminaliteit zien als en normaal antwoord op verleiding, preventie van
criminele kansen
- 1890 - 1960 → penal welfarism → vooral ontwikkeling jaren 50 en 60
- In 1970 was dit het gevestigde beleidskader in zowel Groot-Brittannië als Amerika.
- Wat is penal welfarism?
- Het primaire idee is dat strafmaatregelen waar mogelijk rehabilitatieve
interventies moeten zijn in plaats van negatieve, vergeldende straffen.
Dit gaf aanleiding tot nieuwe principes en praktijken zoals strafwetten die
, onbepaalde straffen mogelijk maakten in verband met vervroegde vrijlating en
voorwaardelijk toezicht; het gebruik van sociaal onderzoek en psychiatrische
rapporten; de individualisering van de behandeling op basis van expert
beoordelingen; sociaal werk met daders en hun families en het belang van
re-integratieve ondersteuning bij vrijlating.
- De beginselen van penal-welfare (strafrechtelijk welzijn) waren meestal tegen
het gebruik van gevangenisstraf, aangezien dit over het algemeen
beschouwd werd als contraproductief. Jeugdhervormingscentra,
opleidingsgevangenissen etc. hadden de voorkeur.
- Steeds meer op kennis en empirisch onderzoek
- Gevolg van de opkomst van sociale instituties
- Sociale hervorming en rijkdom zouden helpen, staat is verantwoordelijk
voor de zorg van misdadigers
- Maatregelen moesten aangepast worden aan het niveau van naleving of het
risico van de dader. Er ontstond een grote kloof tussen publiekelijk
aangekondigde gevangenisstraffen en de werkelijke tijd die de meeste
gevangenen hadden (bijv. eerder vrijlaten door goed gedrag). Zo hadden
burgers dus het idee dat er naar hun eisen werd geluisterd, terwijl dit in
werkelijkheid niet zo was.. Deze kloof tussen ‘bark and bite’ zorgde ervoor dat
het systeem leek te reageren op publieke eisen voor straf, terwijl het de
werkelijke impact ervan aanpaste op een manier die door de professionals
meer geschikt werd geacht. Op deze manier kon het tegelijkertijd publieke
kritiek vermijden als besluitvorming door deskundigen versterken.
- Penal welfarism is vooral repressief
- Hierbij kwam ook de correctionalistische criminologie
- Straffen irrationeel en ineffectief
- Criminaliteit was een sociaal probleem, focus lag op dader en criminaliteit
kwam door de verschillen tussen arm en rijk
- Wat lag ten grondslag aan penal welfarism?
- Style of governance;
- Capacity for social control; capaciteit van de samenleving om individuen te
controleren en hun activiteiten een gezagsgetrouwe richting op te sturen
- Economic context; economische condities gunstig voor de welvaart
- Authority of social expertise; macht en collectieve invloed van bepaalde
groepen
- Support of social elites; actieve steun van politieke/sociale elites
- Perceived validity and effectiveness; groot vertrouwen van de academici en
beleidsmakers
- Absence of any active public or political opposition
Hoofdstuk 3 (na penal welfarism)
- Midden jaren 70 nam steun voor penal welfarism af, correctionalistisch systeem viel
om
- Ontwikkelingen die hieraan hebben bijgedragen:
- Nothing works; burgers verloren vertrouwen in de staat
- Van positivistisch naar radicale criminologie; criminelen werden niet meer
als individu gezien, meer algemeen (machtsrelaties, labelling, inadequate
controle)