Een samenvatting / annotatie van de alle kennisclips voor het vak Successiewet en Erfrecht (TAX3006).
Successiewet en Erfrecht (TAX3006).
Maastricht University.
Aan dit document kunnen geen rechten worden ontleend.
Verspreiding van dit document is strafbaar.
Hoi prismedendorp. Ik zie net uw beoordeling van mijn erfecht document. Gezien het een volledige samenvatting betreft van alle kennisclips, vroeg ik mij af waarom uw beoordeling slechts 2 v/d 5 sterren is.
Hoofdregel: tot 1 januari 2018 gemeenschap van goederen (art. 1:93 jo. 1:94 BW)
- Het was mogelijk om privé bezittingen te hebben naast de gemeenschap van
goederen, mits het ging om bezittingen die werken verkregen middels een
- Van het wettelijk stelsel kon worden afgeweken door voor of tijdens het huwelijk of
geregistreerd partnerschap huwelijkse voorwaarden of partnerschapsvoorwaarden te
sluiten. Dit is vaak een uitsluiting van iedere gemeenschap van goederen tijdens het
huwelijk met een finale verrekening van vermogens van partijen bij echtscheiding en
bij overlijden: afrekenen alsof er een gemeenschap van goederen was.
Per vanaf 1-1-18: beperkte gemeenschap van goederen. Hierbij zijn uitgesloten van de
gemeenschap:
- Goederen en schulden van voor het huwelijk
- Voor en tijdens het huwelijk verkregen erfrechtelijk verkrijgingen en giften
- Verknochte goederen en schulden
- Wat wordt verkregen op grond van:
- Andere wettelijke rechten in het erfrecht (artt. 3:34, 4:35 en 4:38 BW)
- De legitieme portie/legitieme aanspraak (artt. 4:62, 4:63 BW)
- Goederen en schulden die voor het huwelijk aan de echtgenoten gezamenlijk
behoorden vallen in de beperkte huwelijksvermogensrechtelijke gemeenschap o.g.v.
art. 1:94 lid 2 BW. Hetzelfde geld voor schulden die al voor het huwelijk bestonden.
- Aandachtspunt:
Bestond er een ongelijke mate van gerechtigdheid voorafgaande aan het
huwelijk (tijdens verkrijging gemeenschappelijke goederen), van vindt er een
vermogensverschuiving plaats naar ieder de helft (art. 1:100 BW → bij
ontbinding is ieder voor de helft gerechtigd). Dit (verschuiving vermogen) kan
(alleen) worden voorkomen door huwelijkse voorwaarden
- Vergoedingsrechten: dit zijn rechten die kunnen ontstaan doordat met privévermogen
geïnvesteerd wordt in een gemeenschappelijk goed/dan wel door met
gemeenschapsvermogen wordt geïnvesteerd in een privé goed.
→ Waren die voorafgaand aan het huwelijk verbonden aan een gezamelijk voor het
huwelijk gemeenschappelijk verkregen goed (dus een prive recht van de een op
de gemeenschap), dan blijft dat recht ook tijdens de beperkte gemeenschap van
goederen prive.
- Ondernemingsvermogen
- Onderneming voor het huwelijk gestart: ondernemingsvermogen is privé
- Dit kan gaan schuiven (dus gemeenschappelijk vermogen worden)
indien tijdens het huwelijk vervanging van goederen plaatsvindt uit
gemeenschapsvermogen. Als dat voor <50% uit gemeenschapsgeld is
betaald, dan behoren de vervangen goederen tot het
gemeenschappelijk vermogen ex. art. 1:95 lid 1 BW
- Valt het vermogen buiten de gemeenschap: dan krijgt de
gemeenschap een redelijke vergoeding voor kennis, vaardigheden en
arbeid die een echtgenoot ten behoeve van de onderneming heeft
1
, aangewend, voor zover die vergoeding niet al op andere wijze aan de
beide echtgenoten is toegekomen (art. 1:95a lid 1 BW)
- Die vergoeding moet worden voldaan tijdens het huwelijk en bij
de ontbinding (indien geëist). De stel- en bewijsplicht ligt bij de
niet-ondernemende echtgenoot
- Onderneming na het huwelijk gestart: ondernemingsvermogen behoort tot de
gemeenschap
- Een uitsluitingsclausule is niet dwingend als de echtgenoten andersluidende
huwelijkse voorwaarden hebben gemaakt
Ondernemers is aan te raden (voorafgaand aan) het huwelijk huwelijkse
voorwaarden te maken, om ongewilde vermogensverschuivingen te voorkomen.
Insluitingsclausule (art. 1:94 lid 3 BW): een erflater of schenker kan bepalen dat
hetgeen hij nalaat of schenkt wel tot de gemeenschap van de goederen gaat
behoren. Dit is niet dwingend: als echtgenoten andersluidende huwelijkse
voorwaarden hebben gemaakt.
Erfrecht
- Erfrecht bepaalt wie de erfgenamen zijn van de erflater in art. 4:10 BW, wanneer er
geen testament is gemaakt:
- Eerste parentele: echtgenoot en kinderen
- Tweede parentele: ouders, broers en zussen
- Derde parentele: grootouders
- Vierde parentele: overgrootouders
- De omvang van het aandeel in de nalatenschap → wordt in art. 4:11 geregeld →
erfgenamen erven in gelijke delen
- Bestaanseis van art. 4:9 BW om als erfgenaam in aanmerking te komen (je moet
bestaan om in aanmerking te komen als erfgenaam)
- Bijzondere regeling voor erflater met een echtgenoot en kinderen → de wettelijke
verdeling van art. 4:13 e.v. BW (maakt deel uit van het versterferfrecht)
- Echtgenoot krijgt alle goederen en moet daar tegenover de schulden van de
erflater voldoen
- Kinderen erven een niet opeisbare geldvordering ter grootte van hun erfdeel.
Deze vordering wordt uiteindelijk wel opeisbaar en dit is, op grond van wet, bij
overlijden van de langstlevende echtgenoot, het faillissement en
schuldsanering.
- De wettelijke verdeling wordt vaak opgenomen in een testament, omdat er
dan een aantal voorwaarden kunnen worden toegevoegd, zoals:
- Privéclausule:
Erfgenaam krijgt aandeel, louter voor hem in privé eigendom (en valt
dus niet eventuele gemeenschap van goederen)
- Uitbreiding van de opeisingsgronden van de vordering op de
langstlevende echtgenoot (bijvoorbeeld opeisbaarheid wanneer de
2
, langstlevende echtgenoot in huwelijk treed met iemand anders en dan
geen huwelijkse voorwaarden maakt etc.)
- Voogdij/voogdijregeling en bewind opnemen (minderjarige kinderen,
18 of 23 jaar → beschermen tegen onbezonnen uitgaven)
- Executeursbenoeming → handig bij een nalatenschap die niet positief
is. Dan kan er iets over de rentevergoeding worden opgenomen die
de langstlevende verschuldigd is over de geldvordering aan de
kinderen. Deze rentevergoeding heeft met name een besparend effect
voor de erfbelasting
- Erfgenamen verkrijgen onder algemene titel (3:80 lid 2 BW) en verkrijgen van
rechtswege de nalatenschap door aanvaarding → een geheel van alle rechten,
bevoegdheden en verplichtingen (art. 4:182 BW). Er is bij een nalatenschap, door de
van rechtswege verkrijging, bijv. geen leveringsakte nodig bij een huis.
- Door middel van onterving kan iemand de status van wettelijk erfgenaam worden
ontnomen (art. 4:1 lid 2 BW)
- Onterfde kinderen houden een legitieme vordering: dit is ½ van het
versterferfdeel (uitsluitend toebedeeld op verzoek binnen 5 jaar na overlijden
erflater)
- Onterfde echtgenoten behouden levenslang recht van vruchtgebruik op
woning en inboedel (op verzoek)
- Definitie erfstelling: naar rato aandeel in het saldo van de nalatenschap
- Legaat:
- Vorderingsrecht (art. 4:117 lid 1 BW, bijv. een vruchtgebruik) - recht op afgifte
van een bepaald goed, een bepaalde som geld, een vruchtgebruik (bijv. op
woonhuis voor de langstlevende echtgenoot. maar ook vaker ingezet om de
aandelen van een familie bv toe te delen aan de beoogde opvolger)
- Legataris verkrijgt een vastgestelde som geld of een bepaald goed. Een
legaat kan worden ingezet om aandelen van een familie BV toe te delen aan
de beoogde opvolger
- Het legaat is een schuld van de nalatenschap die de erfgenamen moeten
voldoen. Kan dus niet meer verdeeld worden zegmaar.
3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper studentfiscaalrecht. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €15,49. Je zit daarna nergens aan vast.