14-04-2021 College 1 – Hartactiviteit
- Je kunt het proces van prikkelvorming en -geleiding in het hart beschrijven en kan verklaren
hoe ectopische prikkels kunnen leiden tot problemen in het functioneren van het hart.
- Je kunt beschrijven hoe een elektrocardiogram (ECG) tot stand komt, en het patroon van het
standaard-ECG verklaren.
- Je kunt de fasen van de hartcyclus beschrijven en het drukverloop in de verschillende
compartimenten van hart en uitstroomvaten tijdens de hartcyclus verklaren.
- Je kunt beschrijven hoe de hartactie wordt geregeld.
- Je kunt het functioneren van de coronaire circulatie uitleggen.
A. pulmonalis komt uit de rechterventrikel en vervoert zuurstofarm bloed.
Tijdens de ejectiefase zijn de aorta klep en de pulmonale klep open. Dit worden ook wel de
halvemaanvormige kleppen genoemd.
Diastole = ventrikels ontspannen en bloed stroomt naar binnen.
Systole = ventrikels trekken samen, bloed wordt weggepompt.
Coronaire circulatie:
- Vanuit aorta
o Linker coronair arterie
o Rechter coronair arterie
- Via sinus coronarius weer terug naar rechter atrium
HMV = slagvolume * hartfrequentie
- HMV in rust is 5 L/min
- Bij dynamische inspanning toename tot 25 L/min of meer (onder invloed van sympatisch
zenuwstelsel)
Slagvolume in rust bijv. 80 ml, einddiastolisch volume 120 ml. Dan
is de ejectiefractie 80/120*100% = 67%.
Ejectiefractie = slagvolume/einddiastolisch volume*100%
Met hartkatheterisatie kun je vanuit de lies kijken in hoeverre de
vaten verstopt zitten en evt. ook meteen dotteren.
Slagvolume:
- Grotere ventrikels vullen zich met meer bloed, meer bloed
per slag wordt weggepompt.
- Sterkere hartspieren hebben een grotere contractiekracht
= contractiliteit, dus kunnen meer bloed per slag
wegpompen.
- Onder invloed van zenuwstelsel (sympathicus) een groter
slagvolume
- Frank-Starling principe = grotere vulling geeft krachterige
slag, geeft groter slagvolume, zie figuur rechts → wanneer dit niet goed werkt, kan dit veel
problemen veroorzaken. Dan krijgen weefsels namelijk minder bloed.
Hartfrequentie:
- Prikkel ontstaat in de sinusknoop = SA-knoop
, - Intrinsieke hartfrequentie = eigen frequentie hart is 100/110 per minuut in een geïsoleerd
hart.
- Sinusritme normaal gesproken:
o Rust: 50-80 slagen/min
o Maximaal: 220-leeftijd
- Inspanning, stress en ontspanning zijn van invloed op de hartfrequentie.
Beïnvloeding hartactiviteit door het vegetatieve zenuwstelsel:
- Sympathicus → hartactiviteit neemt toe onder andere
bij inspanning
- Parasympathicus → hartactiviteit neemt af.
Invloed van vegetatieve zenuwstelsel op potentiaal
Sinusknoop: Parasympathicus zorgt ervoor dat je minder snel
een ontlading krijgt van de sinusknoop. Die maakt het weefsel
meer negatief. Terwijl sympathicus zorgt voor snellere
ontlading van sinusknoop. Zie afbeelding hier rechts.
Er is sprake van directe prikkeloverdracht tussen
myocardcellen via nexus-verbindingen. Hierdoor kan je heel
snel het hart activeren en kan het als geheel werken. Dus werkt als een sincitium als een eenheid.
Veel mitochondriën in hartspiercellen, hierdoor veel ATP geproduceerd en een groot
uithoudingsvermogen.
Geleidingssysteem hart middels potentiaalveranderingen verschillende hartspiercellen:
- SA-knoop
- AV-knoop
o Vertraging → met als functie dat ventrikels na
atrium samentrekken, dan werkt het hart het meest
functioneel.
o Latente pacemaker (30-40 actiepotentialen per
minuut → kan de functie van SA-knoop overnemen,
hij werkt dan wel langzamer, dus lagere
hartfrequentie.
- Bundel van His → Hf hiervan is 15 per minuut.
o Snelle impulsgeleiding
o Latente pacemaker
- Purkinjevezels
- Ventrikelspiervezels
De depolarisatie van de ventrikels begint in het septum en de
rechterventrikel. De vector is daarbij naar de V1-elektrode gericht.
Dat leidt tot een positieve uitslag (lage QR-top) in de V1-afleiding en
een negatieve uitslag (Q) in de V6-afleiding.
,Daarna wordt de veel grotere spiermassa van de linkerventrikel gedepolariseerd. De gemiddelde
vector wijst in de richting van de V6-elektrode. Dat leidt tot een positieve uitslag (hogere R-top)
in de V6-afleiding en een negatieve uitslag (diepe S) in de V1-afleiding.
ECG afleiding → elektroden extremiteiten en precordiale elektroden
- Uitslag elektrode is afhankelijk van de plaats van de
elektrode
o Vector – prikkelfront heeft een grootte en
richting en dat zorgt ervoor dat je
verschillende dingen kan aflezen.
- Bij een gezonde volwassene in rust zijn er 12 ECG
afleidingen mogelijk, hierbij zitten er 6 elektrodes om
het hart en 1 op iedere extremiteit. Dus totaal 10
P = depolarisatie atria
QRS = depolarisatie ventrikels en repolarisatie atria
T = repolarisatie ventrikels
Longcirculatie:
- Functie is zuurstof opname uit en koolstofdioxide afgifte aan milieu exterieur
- In serie geschakeld met de lichaamscirculatie
- Lagere druk dan lichaamscirculatie = 25/15 mmHg
Wanneer het hart slecht functioneert dan ontstaan er ook
problemen in de longen, onder andere longoedeem.
Fasen van de hartcyclus:
- Ventrikelcontractie = systole
o Isovolumetrische contractiefase
o Ejectiefase
- Diastole
o Isovolumetrische relaxatie
o Vullingsfase
o atriumcontractie
De prikkelgeleiding is af te lezen uit het ECG. De hartactie
Volgt de prikkelgeleiding.
Tijd tussen de twee harttonen is de ejectiefase.
Kennisclip ECG
ECG = elektrocardiogram wordt gebruikt om de elektriciteit
te monitoren die door het hart stroomt. Het laat specifiek
zien hoe de depolarisatie golf door het hart beweegt, bij
elke hartslag. Dit is een positieve lading. Doordat het
beweegt van rechter arm naar linker been, dat is lead 2.
, Rechterbeen elektrode wordt gebruikt als
neutrale lead.
Rond de borst zitten 6 elektroden, die zijn
positief, dat zijn de chest leads. Deze zitten
in de transversale plaat.
Op de rechterarm en linkerarm allebei een
lead, dit zijn AVR en AVL. Deze vectoren
zitten op 30 graden van de horizontale lijn.
AVF zit naar beneden richting de rechter
voet.
Totaal zitten er 10 elektroden, die zorgen
voor 12-lead ECG. 6 rond de borst en 1 op
de linkerarm, rechterarm, linkerbeen en
rechterbeen. De verschillende leads geven
een verschillende zichtbaarheid weer van
hoe het hart werkt.
Hierbij kan je dus ook specifiek kijken waar het
probleem in het hart zit.
Voorbereiding College 2 – Hart – pathofysiologie: AP, ACS (AMI, IAP)
Beschrijf het typische klinische beeld is van angina pectoris.
Typische angina pectoris (AP) wordt gekenmerkt door de volgende 3 symptomen: retrosternale
klachten (beklemming, drukkend, samensnoerend gevoel op de borst); provocatie van klachten door
inspanning of emoties; verdwijnen van klachten in rust en/of door sublinguale nitraten binnen 2- 15
minuten.
Waardoor ontstaat de pijn op de borst bij angina pectoris?
Zuurstof vraag en aanbod is niet balans.
Waarom heeft een patiënt met angina pectoris meer kans op claudicatio intermittens dan een
gezonde persoon?
Angina pectoris is een vergevorderd stadium van atherosclerose en dat is een systemische ziekte. Dus
dan kans groter op CI.
Leg uit wat het verschil is tussen angina pectoris en een acuut myocard infarct.
Bij acuut myocard infarct is er sprake van necrose en bij angina pectoris niet.
Wanneer wordt gesproken over instabiele angina pectoris.
Wanneer de klachten ook in rust aanwezig zijn.
Wat is het verschil tussen een acuut myocard infarct en instabiele angina pectoris
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper bodilvb. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €9,49. Je zit daarna nergens aan vast.