Samenvatting geschiedenisexamens
3 contexten met hoofdvragen
- Britse rijk 1585-1900
Hoe ontwikkelen de Amerikaanse koloniën zich binnen het Britse rijk? 1585-1836
Paragraaf 1 de Britten koloniseren Amerika;
Engelse kolonisten vestigden zich langs de oostkust van N-Amerika. In noordelijke koloniën
ontstonden vestigingskoloniën-> gericht op landbouw, visserij, handel en nijverheid, 19 de eeuw ook
industrie. Ontstond handel over zee. Eerst calvinistische (sober leven, hard werken) immigranten. De
zuidelijke koloniën ontwikkelden zich meer tot plantage-economieën, ook kleine boeren, maar
plantages waar tabak, rijst, katoen. Invloedrijkste waren plantagehouders. Naast de 13 koloniën aan
oostkust koloniseerden Britten ook Caraïbische gebieden waar zij plantage-economieën vestigden.
Zowel koloniën in N-Amerika als in Caraïbische gebied maakten gebruik van arbeid van tot slaaf
gemaakte Afrikanen. Frankrijk en Engeland streden om bezit van delen van N-Amerika, wordt ook
wel French Indian war genoemd, ofwel 7-jarige oorlog van 1756-1762. Meeste indianen kozen kant
Fransen, die waren gericht op vestigen handelsposten en onderhouden goede betrekkingen met de
indianen dan op het ontginnen van land ten behoeve van akkerbouw en veeteelt. Britten versloegen
Fransen in 1763.
Paragraaf 2 dramatische gevolgen voor de oorspronkelijke bevolking;
Bijna vanaf begin van Britse kolonisatie voerden Europeanen massamoorden uit op veel Indiaanse
volken. Maar grote sterfte begon al tijdens eerste vreedzame contacten met Europeanen, allerlei
ziektes verspreidden (malaria, gele koorts, waterpokken en mazelen). Als onbedoeld gevolg van
komst Europeanen stierven veel Indianen. Britse kolonisten hadden vanaf begin te maken met
Indianen, er werd onderling veel handelgedreven. Landbouwproducten, bont en huiden werden
geruild voor wapens, werktuigen, huisraad en kleding. De Engelsen dachten grondgebied van
Indianen te kunnen bemachtigen door hen te bekeren tot christendom en ook door met hun te
trouwen, denk aan Pocahontas die relatie begint met kolonist. Toen bleek dat Indianen niet wilden
wijken van hun grond, kwamen er oorlogen in drie eeuwen.
Zeven Indiaanse volken die in gebied onder grote meren leefden begonnen onder leiding van
Pontiac in 1763 de oorlog tegen Engelsen, vroeger gezien als nederlaag voor Indianen, nu gezien als
‘gelijkspel’, Pontiac oorlog genoemd. Indianen slaagden er niet in om Britten te verdrijven, maar het
lukten de Britten ook niet grondgebied van Indianen te veroveren. Nog een belangrijke uitkomst was
dat beide zijden tot inzicht kwamen dat er te grote verschillen waren tussen kolonisten en Indianen
om met elkaar te kunnen samenleven. In een Royal Proclamation verbood Britse regering kolonisten
Indiaans grondgebied te betreden, ze hadden dus bepaalde rechten, daarom ook wel Bill of Right
genoemd.
Britsen kolonisten waren kwaad over Proclamatie, deze deed geen recht aan overwinning die was
behaald in 7-jarige oorlog. De hierdoor bij de kolonisten ontstane haat bederfden de band met
koloniale moederland en droeg bij aan uitbreken Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog, tijdens
deze oorlog zouden Indianen opnieuw veel grondgebied verliezen. Britten kregen ook steeds meer
haat.
, Paragraaf 3 Engelse kolonisten beginnen de Onafhankelijkheidsoorlog;
Oorzaken zijn:
- Belastingconflict tussen de kolonisten en de Britse regering; toen Engelsen in 1773 bepaalden
dat alleen Engelse East India Company thee mochten verkopen in koloniën volgde een
aaneenschakeling van gebeurtenissen die leidde tot het ontstaan van de Verenigde Staten.
- Ideeën van de Verlichting; Europese kolonisten waren in aanraking gekomen met verlichte
ideeën zoals trias politica, het idee van volkssoevereiniteit en natuurlijke rechten.
- ‘No taxtation without representation’; regering Londen wilden koloniën laten meebetalen
aan oorlogsschuld. Kolonisten waren woedend. Onder het motto van het streepje komen
afgevaardigden van alle koloniën bijeen om gezamenlijk tegen Engelse maatregelen te
protesteren, ze wilden geen belasting zonder vertegenwoordiging in Engelse parlement.
- De Engelse regering besluit tot polarisatie; beweging van gematigde standpunten naar twee
fel tegenover elkaar staande standpunten. Kolonisten rechten niet zelfde als Engelse.
De verenigde staten ontstaan. De kolonisten winnen de Onafhankelijkheidsoorlog, in 1776 namen
opstandige koloniën Onafhankelijkheidsverklaring aan, bestond uit 3 delen. Deel 1 de ideeën waarop
de kolonisten hun stap naar onafhankelijkheid baseerden. Deel 2 de bezwaren tegen George III. Deel
3 besluit tot onafhankelijkheid. Er kwam een grondwet in 1787. Belangrijkste bepalingen:
- De Unie werd federale staat
- Trias Politica (scheiding machten), uitvoerende, wetgevende en rechtsprekende macht.
- Grondwet garandeerde burgers gelijke rechten, iedere burger natuurlijke rechten. Dat houdt
in:
Vrijheid godsdienst te belijden die hij wilde
Vrijheid mening te uiten in boeken, kranten en tijdschriften.
Vrijheid om bij regering aan te dringen op aannemen van bepaalde wetten of treffen van
bepaalde maatregelen.
Recht op spoedige rechtszaak, als men van misdaad werd beschuldigd.
Vrijheid mening te uiten in gesprekken en tijdens redevoeringen.
Vrijheid om vreedzaam te vergaderen.
Bescherming tegen onwettig doorzoeken van huis.
Recht om wapens te dragen ter bescherming van zichzelf.
Paragraaf 4 Slavernij in Brits-Amerika;
In Brits-Noord-Amerika; Engelse koloniën maakten altijd gebruik van Afrikaanse slaven. 1916 werden
eersten in een Britse kolonie aan land gezet, ze hadden al spoedig in 17 de eeuw een verslechtering
van de rechtspositie. Als gevolg hiervan leefden er in noordelijke koloniën ook vrije Amerikanen.
Vanaf 17de eeuw werkten slaven in allerlei beroepen van huispersoneel op plantages naar werken in
haven. Tot Onafhankelijkheidsoorlog bestond slavernij in alle koloniën. Tijdens oorlog en erna
ontstond onderscheid tussen slavenstaten en vrije staten. 1777 slavernij afgeschaft door Vermont.
Tot eind 18de eeuw ook Indianen tot slaaf gemaakt.
In Britse koloniën in Caraïbisch gebied; aandeel slaven in bevolking was in zuidelijke
plantagekoloniën veel groter dan in N-Amerika. Verbod op slavenhandel in Britse rijk in 1807 maakte
eind aan winstgevendheid van Engelse koloniën in Caraïbisch gebied en kregen Barbados en Jamaica
te maken met economische neergang.
Op economisch gebied lag de waardering van Britse koloniale elite op eilanden vooral bij
Britse kolonisten in N-Amerika, met hen onderhielden zij nauwe economische betrekkingen. Elites