KERNac periode 2 jaar 1
Persoonsgerichte zorg 10
Beschrijft de principes van persoonsgerichte zorg volgens het raamwerk
van McCormack en McCance (2017).
Persoonsgerichte zorg
Zorg die is afgestemd is op iemands persoonlijke behoeften, wensen en voorkeuren. De
zorgverlener benadert de persoon niet als patiënt of cliënt maar als mens.
Vier elementen:
1. Compassie: nabijheid, vertrouwen, aandacht en begrip
2. Uniek zijn: de cliënt wordt gezien als mens met een persoonlijke context die ertoe
doet en met een eigen identiteit die tot zijn recht komt
3. Autonomie: eigen regie over leven en welbevinden
4. Zorgdoelen: vastgelegde afspraken over en inspraak bij de doelen ten aanzien van
zorg, behandeling en ondersteuning
In dit raamwerk worden vier uitkomsten van elkaar gescheiden die elk aanwezig moeten zijn
om een persoonsgerichte cultuur te ontwikkelen:
1. Bevoegde beoefenaars
2. Verantwoordelijke beoefenaars
3. Autonome beoefenaars
4. Het leveren van patiëntgerichte zorg.
Volgens het raamwerk worden deze vier uitkomsten alleen bereikt als de volgende drie
activiteiten aanwezig zijn:
1. Leermechanismen (reflecteren, faciliteiten en wetenschappelijk bewijsmateriaal)
2. Praktijk domeinen (leren, kennis/kunde en praktijkontwikkeling)
3. Individuele en organisatorische verantwoordelijkheid
Raamwerk van McCormack en McCance
Dit is een raamwerk voor persoonsgerichte zorg. Het binnenste is op microniveau en
naar buiten toe wordt het macroniveau. Persoonsgerichte zorg is zorg waarbij de persoon
centraal staat en niet de ziekte of beperking. Het is de bedoeling dat de zorgvrager eigen
regie neemt en een proactieve houding aanneemt. De zorgverlener heeft meer een
coachende rol, dit verbetert de zelfregie en veerkracht. Zie hieronder de verschillende
benaderingswijzen.
Macro context
- Beleid van gezondheidzorg & welzijn (health of social care policy): Internationaal,
nationaal en lokaal beleid dat de ontwikkeling van persoonsgerichte cultuur
beïnvloedt
- Strategisch raamwerken (strategic frameworks): Internationale, nationale en lokale
raamwerken met een visie, missie en tijdspad die richting geven aan de ontwikkeling
en evaluatie van persoonsgerichte culturen
- Ontwikkeling van beroepsgroepen (workforce developments): Internationale,
nationale en lokale modellen en raamwerken die richting geven aan de ontwikkeling
en het in standhouden van modellen voor personeelsbezetting evenals leer- en
ondersteuningssystemen voor persoongerichte culturen.
1
, - Strategisch leiderschap (strategic leadership): Betrekken van sleutelfiguren in het
ontwikkelen, implementeren en in stand houden van strategieën voor
persoonsgerichte culturen
Vereisten (prerequisites): vereisten eigenschappen van een verpleegkundige
- Vakbekwaam (professionally competent): Kennis en vaardigheden hebben om
beslissingen te kunnen nemen, zorg plannen en prioriteiten stellen aan de zorg.
- Ontwikkelde interpersoonlijke vaardigheden (develop interpersonal skills): op
verschillende niveaus kunnen communiceren.
- Toewijding aan het beroep (commitment to the job): Verbondenheid van de
verpleegkundige en collega’s aan patiënten, families en groepen. Dit kunnen ze tonen
door te focussen op holistische zorg en evidence-geïnformeerde zorg.
- Helderheid zijn in eigen waarden en normen (clarity of beliefs and values): Je bewust
zijn van jouw opvattingen en waarden impact hebben op de zorg. En de verplichting
om rekening te houden dat je wel persoonsgerichte zorg blijft verlenen ondanks jouw
opvattingen.
- Zelfinzicht (knowing self): door middel van reflectie, zelfbewustzijn en verbondenheid
met anderen.
Zorgomgeving (the care invironment):
1. Adequate mix van medewerkers (adequate mix of employees): binnen de
verpleegkundige context wordt de samenstelling van een team meestal gezien vanuit
de ratio tussen verpleegkundigen en verzorgenden/ helpende op een afdeling.
Binnen een multidisciplinaire context betekent het de samenstelling van
medewerkers met de vereiste kennis en vaardigheden nodig om kwalitatief goede
zorgt te kunnen leveren.
2. Systemen voor gedeelde besluitvorming (systems for shared decision-making): de
organisatie verplicht zich tot samenwerking, binnen en tussen teams, die
gezamenlijk, inclusief en participatief is.
3. Effectieve relaties tussen medewerkers (effective staff relationships):
interpersoonlijke verbindingen die productief zijn voor het bereiken van holistische
persoonsgerichte zorg.
4. Delen van macht (sharing power): niet-dominante, niet-hiërarchische relaties die het
individu niet uitbuiten, maar in plaats daarvan zich richten op het bereiken van de
best mogelijke gezamenlijk overeengekomen uitkomsten door middel van
overeengekomen waarden, doelen, wensen en verlangens.
5. De fysieke omgeving (the physical environment): zorgomgevingen die esthetiek en
functie in evenwicht brengen door aandacht te besteden aan design, waarheid,
privacy, geborgenheid, keuze/ controle, veiligheid en toegankelijkheid met de
intentie op de presentaties en uitkomsten van de patiënten, familie en medewerkers
te verbeteren.
6. Ondersteunende organisatiesystemen (supporting organization systems):
organisatiesystemen die initiatief, creativiteit, vrijheid en veiligheid van personen
stimuleren, onderbouwd door een bestuurlijk kader dat nadruk legt op cultuur,
relaties, waarden, communicatie, professionele autonomie en verantwoordelijkheid.
7. Potentieel voor innovatie en risico’s nemen (potential for innovation and risk taking):
de uitoefening van professionele verantwoordelijkheid bij het nemen van besluiten
2
, die een balans weerspiegelen tussen het best beschikbare bewijs, professioneel
oordeel, lokale informatie en voorkeuren van de patiënt/ familie.
Persoonsgerichte processen (person-centred processes)
- Werken met opvattingen en waarden van de patiënt (working with patiënts beliefs
and values): wat vindt de patiënt belangrijk, hoe geeft de patiënt betekenis aan wat
er gaande is, psychosociale contexten sociale rol.
- Gedeelde besluitvorming (shared decision making): rekening houden met de
waarden, ervaringen, zorgen etc. van de patiënt.
- Authentieke betrokkenheid (engaging authentically): verbondenheid met de
zorgvrager en zijn naasten door het kennen van de persoon, helderheid te hebben in
zijn normen en waarden, zelfkennis en professionele expertise.
- Welwillend aanwezig zijn (being sympathetically present): meevoelend/sympathiek
aanwezig zijn. Rekening houden met de uniekheid en waarden van de patiënt.
- Holistische zorg verlenen (providing holistic care): Zorg verlenen die zich richt op de
persoon in zijn geheel. Zowel lichamelijk, psychisch als sociaal.
Persoonsgerichte uitkomsten (person-centred outcomes):
vier uitkomsten waaruit een patiënt kan merken dat er
persoonsgerichte zorg is verleend, zijn wel lastig te meten:
- Goede zorgervaringen; verwachtingen zijn
uitgekomen (good care experience)
- Betrokkenheid in de zorg; zorgverleners waren
betrokken (involvement in care)
- Gevoel van welzijn; van zowel patiënt als
zorgverlener (feeling of well-being)
- Een heilzame cultuur/persoonsgerichte cultuur;
werkplek die persoonsgericht is en
iedereen aanmoedigt (existence of a healthful
culture)
3 niveaus binnen persoonsgerichte zorg
Micro niveau
- Individu
Meso niveau
- Familie, vrienden
- Gezondheidszorg, (instelling waar je werkt)
Macro niveau
- Cultuur
3