100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Rechtsfilosofie A Werkcolleges VOLLEDIGE UITWERKING Tilburg University 2021 €3,99   In winkelwagen

College aantekeningen

Rechtsfilosofie A Werkcolleges VOLLEDIGE UITWERKING Tilburg University 2021

5 beoordelingen
 190 keer bekeken  11 keer verkocht

Letterlijke uitwerking van de werkcolleges die bij het vak Rechtsfilosofie A horen. Dus letterlijk uitgetypt wat er tijdens de werkcolleges werd besproken. Het document bevat ook de modelantwoorden. Dit document bevat alle werkcolleges dus 1 tot en met 12.

Laatste update van het document: 3 jaar geleden

Voorbeeld 6 van de 157  pagina's

  • 22 april 2021
  • 10 mei 2021
  • 157
  • 2020/2021
  • College aantekeningen
  • E. boot
  • Alle colleges
Alle documenten voor dit vak (23)

5  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: jelsperman • 8 maanden geleden

review-writer-avatar

Door: Korver • 3 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: Danos123 • 3 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: lisevantiel • 3 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: ersinkurdi • 3 jaar geleden

avatar-seller
kimumans
Volledige uitwerking werkcolleges Rechtsfilosofie A 2021 Tilburg Universiteit


Inhoud
Werkcollege 1.........................................................................................................................................2
Werkcollege 2.......................................................................................................................................10
Werkcollege 3.......................................................................................................................................22
Werkcollege 4.......................................................................................................................................34
Werkcollege 5.......................................................................................................................................51
Werkcollege 6.......................................................................................................................................66
Werkcollege 7.......................................................................................................................................80
Werkcollege 8.......................................................................................................................................94
Werkcollege 9.....................................................................................................................................105
Werkcollege 10...................................................................................................................................119
Werkcollege 11...................................................................................................................................132
Werkcollege 12...................................................................................................................................143




1

,Werkcollege 1
Organisatorische vragen
De structuur van het vak bedoeling dat je leidraad volgt en in je werkgroep wekelijkse
studievragen bespreekt en beantwoord. Dat is wekelijkse structuur. De werkcolleges zijn niet
verplicht.

Student: kunt u iets vertellen over het tentamen zelf?

Leraar: het tentamen zal bestaan uit 35/36 MC vragen en daarnaast uit een open vraag en is
vergelijkbaar aan de wekelijkse open studievraag van maximaal 400 woorden. Het zal niet
openboek zijn.

Student: voor de voorbereiding had je twee meerkeuzevragen en moest je een
onderbouwing geven voor de keuze die je hebt gemaakt. is dat bij het tentamen ook zo?

Leraar: het moet toch een vorm van werkcollege zijn, ik ga een poll uitzetten en daar kunnen
jullie op reageren en kun je het toelichten, maar dat is puur zodat het voor iedereen duidelijk
is waarom het correcte antwoord is. Om de stof uit te leggen. Op het tentamen hoef je de MC
niet meer toe te lichten.

Student: tijdens het voorbereiden bij vraag 3 staat maximaal 400 woorden. Stel je voor je
kunt het in vier zinnen uitleggen of moet je het uitgebreid mogelijk uitleggen?

Leraar: bij een aantal antwoorden op de open vraag is om op die 400 woorden te komen
heel veel informatie werd gepresenteerd die niet direct betrekking had tot de vraag, dus niet
relevant was voor de beantwoording. Dat maximum is ingesteld dat het antwoord niet te lang
wordt, maar vind je dat je na 200 woorden alles hebt gezegd wat je gezegd hebt voor de
beantwoording van de vraag, dan hoef je niet extra door te gaan. Vier zinnen lijkt me iets te
kort, maar het hoeft geen 400 woorden te zijn.

Student: ik heb samen met mijn groepje besproken, moeten we de antwoorden van dit wc
standaard up te loaden in ons groepje of hoeft dat niet? Of alleen als je wordt gevraagd om
je documenten up te loaden.

Leraar: als je wordt gevraagd om je documenten up te loaden dan sowieso, het is niet
verplicht, maar ter voorbereiding op het tentamen antwoord op een rijtje hebt en als
proeftentamen kan gebruiken. Soms is het voor ons ook handig.

Bespreking drie vragen
Iedere week worden er twee MC vragen gesteld en een open vraag.

1. Kun je, volgens Thomas van Aquino, een onrechtvaardige wet nog wel een wet
noemen?

A. Ja, natuurlijk. Zolang de wet is uitgevaardigd door het legitieme gezag is sprake
van een wet, of deze nu rechtvaardig is of niet.
B. Nee, natuurlijk niet. Een wet is per definitie gericht op het gemeenschappelijk
goede en een onrechtvaardige wet doet daar juist afbreuk aan. Een
onrechtvaardige wet is dus eigenlijk niet echt een wet, want het schaadt het
gemeenschappelijk goede.
C. Jazeker. De wetten worden immers opgesteld door het legitieme gezag dat
regeert bij de gratie Gods. Die wetten ongehoorzaam zijn komt neer op het in
twijfel trekken van Gods plan.

2

,Optie B is bijzonder populair. Zou degene die optie C had kort willen toelichten waarom ze
dat dachten? Het is een legitieme optie, anders had ik het er niet ingezet. Waarom zou je
zeggen dat dat correct was? Je weet dat Thomas is een dominicaan christelijk man. Je weet
dat er een theorie bestaat dat koning met toestemming van een god regeren. Dus je zou
kunnen zeggen die koning en leider die reageert doet dat met de gratie van god, dus zijn we
verplicht om die te volgen. Dus dat zou de rechtvaardiging kunnen zijn voor deze positie.

Dan gaan we naar A, waarom staat die erbij? Het antwoord is ja kun je dat een wet noemen?
Ja, natuurlijk, maar de positie die hier staat is de positie van de rechtspositivisme waar we
volgende week nog uitgebreid mee gaan worstelen. De positie is daar als een wet is
uitgevaardigd door het legitieme gezag dan is het een wet. Wetten zijn simpelweg normen
die gesteld worden door de wetgever en of die gerechtvaardigd zijn of niet die is irrelevant.
Je kunt prima ongerechtvaardigde wetten hebben.

Dan zijn we bij optie B, waarom is dat het juiste antwoord? Over dat goddelijk recht, voor
Thomas zijn dat specifieke soorten wetten. Hij kent menselijke wetten dat zijn positieve
wetten, hij kent natuurlijke wetten dat is de natuurwet en de goddelijke wetten zijn voor hem
die wij via de openbaring van de bijbel hebben ontvangen. Dus soms is de terminologie
luistert dat precies, taalgebruik moet specifiek toegepast worden en dat geldt bij filosofie ook.
Het is inderdaad optie B. Voor Thomas is het zo wil überhaupt iets als wet gelden dan moet
het gemeenschappelijk belangen promoten, dan moet het in dienst staan van het
gemeenschappelijk goeden. In zoverre een wet dat niet doet en het actief het
gemeenschappelijk goeden schaad dan is het niet eens een ongerechtvaardigde wet, maar
het is geen wet te noemen. Dus het is niet eens zo dat het een ongerechtvaardigde wet is,
het is niet eens een wet.

Student: ik had het juiste antwoord ik snap waarom. Ik vraag me af had Thomas zoiets dat er
wat belangrijker was, want optie C dat klinkt ook logisch in de zin van goddelijke wet als je
daar niet aan houdt is het ook in strijd met god, is er dan dat iets meer weet volgens hem.

Ja en dat is dat de wet het gemeenschappelijk belang ten goede moet komen. Je kunt een
idee hebben dat koningen regeren bij gratie god, wat voor Thomas van doorslaggevende
belang is dat de wetgever wetten opstelt met het algemeen belang op het oog. En op het
moment dat die wetgever wetten opstelt die direct het algemeen belang schaden dan heb je
direct te maken met ongerechtvaardigde wetten die eigenlijk niet eens wetten zijn. Dat is
voor hem het belangrijkste.

2. Mag je, volgens Thomas van Aquino, soms in strijd met de letter van de wet
handelen?

A. Nee, het is helemaal niet jouw plaats om de wet te interpreteren en te oordelen
of de wet in een specifiek geval rechtvaardig is of niet. Dat recht is
voorbehouden aan de elite.
B. Nee, als iedereen constant naar eigen inzicht de wet zou gaan interpreteren en
voor zichzelf gaan bepalen of de wet in een specifiek geval tot onrecht leidt en
dus overtreden mag worden, dan krijg je algemene wetteloosheid.
C. Ja. De wetgever schrijft algemene wetten voor en kan nooit alle gevallen
voorzien waarop de wet van toepassing zal zijn. Het kan dus voorkomen dat
een wet die in het algemeen het gemeenschappelijk goede dient, in een
specifiek geval hier juist afbreuk aan doet. In dat geval mag je in strijd met de
letter van de wet handelen.




3

,Zoals jullie kunnen zien is optie C het meest populair. We gaan eerst kijken naar optie A en
ik kan me voorstellen dat je daar voor gaat. Thomas zegt namelijk dat het niet aan iedereen
is om de wet te gaan interpreteren dat is aan de nobelen en niet zomaar aan iedereen. Ik
kan me voorstellen dat je dat ziet en het moet A zijn. Tegelijkertijd gaat Thomas daar mee
verder, maar dat is niet het eindpunt voor Thomas.

Optie B. Dat is als het ware een argument wat we nodig hebben is een set wetten wat voor
iedereen gelijk geldt. Als iedereen constant maar naar eigen inzicht gaat handelen en dan
krijg je chaos en dan zijn onze rechten en levens niet zeker en krijg je wetteloosheid. Dat
klinkt ook heel plausibel.

Toch is het inderdaad optie C. Mag je volgens Thomas soms in strijd met de letter van de
wet handelen? Ja, dat mag. En de reden is als volgt. Ten eerste het klopt dat het in principe
niet aan iedereen is om de wet te gaan zitten interpreteren, tegelijkertijd is het belangrijkste
dat de wetgever wetten maakt die het algemeen belang promoten. Dat is het meest cruciale
voor Thomas. Daaruit volgt dat je over het algemeen een plicht hebt om de wetten te
gehoorzamen. Als die wetten het algemeen belang gehoorzamen dan is de gehoorzaamheid
alleen maar goed. Dan promoot gehoorzaamheid het algemeen belang. Maar het kan ook
zijn dat je wetten hebt die volkomen rechtvaardig zijn in het algemeen, maar die specifieke
situaties optreden waarin zo een wet toch onrechtvaardig wordt. De voorwaarden die ik in de
kennisclip bespreek om altijd de stadspoorten dicht te houden. Dat voorbeeld bevordert het
algemeen goede, want het houdt indringers buiten, want de wetgever is niet alwetend, die
kan niet alle mogelijke situaties voorzien en de uitwerking in al die verschillende situaties in
de wet hebben.

Dus hij had wellicht niet kunnen voorzien wanneer de verdedigers van de stad opgejaagd
door de vijand en hun toevlucht willen zoeken in de stadsmuren dat het da niet een goede
wet is, dat het dan niet goed is te handelen naar de letter van de wet. Het kan zijn dat over
het algemeen juiste wet in specifieke gevallen tot onrecht leidt. In de meeste gevallen is dat
toegestaan van Thomas niet naar de letter te handelen. Hij zegt ook dat kan niet het doel zijn
geweest van de wetgever. De wetgever die de wetten maakt is per definitie iemand die
wetten maakt het oog op het algemene goeden. Dus als het algemeen goed specifiek leidt
tot onder de uitwerking van die wet dan moeten we ervan uitgaan dat het niet de bedoeling is
van de wetgever en dan is het veroorloofd en gerechtvaardigd om niet naar de letter te
handelen. Daarom moet het antwoord C zijn.

Student: wie mag dat dan volgens hem bepalen of je die wet mag verbreken en niet hoeft te
gehoorzamen, omdat het niet de algemene belangen dient volgens Thomas?

Student: in vraagstelling 96 van art. 6 dan grijpt die aan dat het niet aan iedereen is.
Allereerst aan de vorst, dus de wetgever, maar dan geeft die ene uitzondering. Stel je kunt
niet in de debat gaan met de wetgever of je kunt met de vorst niet raadplegen, omdat de
situatie zo dringend is dan gaat noodzaak boven alles en dan zou de burger het zelf kunnen
doen, maar niet voordat er eerst een debat heeft plaatsgevonden.

Leraar: Klopt. Dus kort gezegd het antwoord wie mag dat bepalen? Dus in normale
omstandigheden in niet zeer dringende omstandigheden dan is het niet jan alleman die dat
mag bepalen dan is het alsnog niet persé alleen de vorst maar kunnen ook andere notabelen
zijn, maar niet iedereen. Als er de tijd voor is, als er geen noodsituatie is. Als er een
noodsituatie is dan breekt de nood wet in dit geval, dan mag je zelf de stadspoorten openen.




4

,Student: wij dachten met ons groepje als HR Opticien in dat tijdperk had geleefd of dat een
goed voorbeeld zou zijn geweest. Een opticien heeft tegen het verbod om de winkels open te
houden toch zijn winkel open gedaan, omdat een persoon iets met zijn oog of bril aan de
hand was en op grond van art. 40 Sr is hij als schulduitsluitingsgrond niet veroordeeld.
Terwijl het wel degelijk de regel overtreden had.

Leraar: goed voorbeeld om het wat hedendaagse te maken. Stadspoorten die open en dicht
gaan ligt verder van ons af.

Student: Ik heb niet een vraag over onduidelijkheid. Ik was aan het denken hoe zou Thomas
over de huidige situatie filosoferen van de coronamaatregelen. Er zijn nu allerlei maatregelen
die het gemeenschappelijk goed dienen, zoals volksgezondheid. Uiteindelijk zijn er ook
groepen die daar schade van lijden, zoals MKB’erst, mensen met geestelijke problemen,
kinderen op basisscholen, het recht van onderwijs, studenten etc. Hoe zou Thomas daar
over nadenken?

Leraar: dat is een terechte vraag aan Thomas zelf. Je kunt die vraag in twee opsplitsen. Ten
eerste zou je kunnen zeggen het algemeen belang, kan zijn dat de wet daarop gericht is. Het
kan zin dat alhoewel het algemeen belang wel degelijk gepromoot wordt op dat beleid/wet
dat het wel ten koste gaat van bepaalde individuen, dat ze daar ernstige nadelen aan
ondervinden. Dus in die zin is iets als een gemeenschappelijke goeden is dat wel
voldoende? Moeten we niet wat we hedendaags heb individuele rechten waaraan beleid ook
niet mag tornen en afgezien van het gemeenschappelijk goeden. Maar dan en dan gaan we
beetje de diepte in, maar dan moeten we ons realiseren dat Thomas die als Arrestotelaan
die vindt algemene goede en het individuele goede voor de samenleving en het goede voor
het individu daar zit geen spanning tussen, het is een soort van perfectionistisch beeld. Wat
goed is voor de samenleving als geheel dat is ook goed voor mij als individu. En zij denken
er niets eens over dat als ik iets als individu zou willen dat ten nadele zou zijn voor de
gemeenschap. Dus dat is een deel van het antwoord.

Het andere deel van jouw vraag wat is het algemeen goede, wat is het algemeen belang. We
hoeven het niet eens te hebben over individuen die schade lijden en ondervinden, we
kunnen het ook hebben over botsende algemene belangen. Als die botsen in deze crisis en
laten we zeggen dat dat het geval is. Je zou kunnen zeggen de volksgezondheid botst met
de economie. Dat zijn duidelijk allebei gemeenschappelijke goederen en in het hypothetisch
geval als je de ene stimuleert schaad je de ander. Dus ik denk dat vanuit Thomas heb ik hier
geen antwoord op. Hij definieert het niet afdoende.

Ik denk dat het ook te maken heeft met dat hij denkt net zoals Aristoteles dat een
samenleving een stad is gericht op een bepaald doel. Iedere groep, iedere samenwerking
wordt opgericht voor een bepaald doel. Bijvoorbeeld we richten een voetbalvereniging op,
omdat bepaalde mensen willen gaan voetballen. En zo ook met de stad. Een stad wordt
opgericht met een bepaald doel en dat is de gemeenschappelijke doel van die stad. Je moet
nagaan dat Thomas en Aristoteles leven in redelijke homogene samenlevingen waarin we
kunnen veronderstellen dat er meer overeenkomsten waren met wat het gemeenschappelijk
doel was, wat ons bindt als gemeenschap en dat er minder discussie kon zijn over wat nu
het algemeen goede is.

Student: u zegt antwoord B of A kan ook wel, maar tijdens het tentamen kun je toch niet uit
meerdere antwoorden die kunnen kloppen kiezen?

Nee, wat ik bedoel te zeggen ik kan me voorstellen waarom je het zo denkt. Dus er is er
maar één juist. Als ik er nonsens antwoorden tussen ga zetten dan wordt het makkelijk om
het goede antwoord uit te kiezen dat is wat ik bedoelde.


5

, 3. Hoe zou Thomas van Aquino het handelen van Antigone beoordelen? Maximaal
400 woorden.

Modelantwoord:
Volgens Thomas van Aquino is een onrechtvaardige wet geen wet. Wetten zijn bindende
voorschriften; ze leggen ons bepaalde plichten op. Wanneer een voorschrift eigenlijk niet
eens een wet genoemd kan worden – omdat het voorschrift onrechtvaardig is – dan ontbeert
het dus ook de bindende kracht die typisch is voor wetten. Hieruit concludeert Thomas van
Aquino dat wij niet verplicht zijn om onrechtvaardige wetten (die dus niet echt wetten zijn) te
gehoorzamen.

Thomas geeft verder aan dat wetten op verschillende wijzen onrechtvaardig kunnen zijn. Een
van de wijzen waarop een wet onrechtvaardig kan zijn is in het bijzonder relevant voor de
casus van Antigone: een wet kan onrechtvaardig zijn doordat het strijdig is met het
goddelijke goede. Dit is het geval wanneer wetten gedrag voorschrijven dat direct ingaat
tegen de voorschriften van de goddelijke wetten (zoals we die, in het geval van Thomas, uit
de Bijbel kennen).

Eén interpretatie van Antigone is dat koning Creon een wet uitvaardigt die onrechtvaardig is,
omdat deze iets verbiedt wat de goden juist gebieden: koning Creon verbiedt het begraven
van Polyneices. Deze wet van koning Creon is dus strijdig met het goddelijke goede en
derhalve onrechtvaardig, zouden we met Thomas kunnen stellen. Onrechtvaardige wetten
zijn niet echt wetten en dus hoeven wij ze ook niet te gehoorzamen. Antigones handelen (het
begraven van haar broer tegen het decreet van Creon in) kan dan ook gerechtvaardigd
worden met een beroep op het werk van Thomas van Aquino.

Bespreking vraag 3

Student: dat gaat over de stelling wat een echte wet is en wat niet. Ik ga er vanuit dat ze
bedoelen dat Creon het gemeenschappelijk goeden niet ten doelen had. Ik heb in mijn stuk
aangegeven Creon had dat gemeenschappelijke goeden wel ten doel, omdat hij wellicht
wilde voorkomen dat mensen tegen hem zouden keren en dat mensen de stad zouden
verlaten en weer terug zouden komen. Ik ben erachter gekomen dat Aquino en Atigone
dezelfde strekking hadden. Ik heb wel een kanttekening gezet met wat is het
gemeenschappelijk goeden in dit verhaal?

Leraar: dat vind ik een goede kanttekening. Ik heb in de kennisclip proberen voor Creon op
te nemen dat het niet anders kan en ook zijn tragedie is. Je zou kunnen zeggen hij wordt als
de bad guy neergezet, hij is leider van de stad en het zijn onrustige tijden voor hem er is
onduidelijk over wie de baas is er is al een burgeroorlog. Zijn taak is om vrede te realiseren
voor zijn stad en als mensen steeds weer indruk krijgen dat ze zelf een gooi naar de macht
kunnen doen dan blijft die instabiliteit en dat is ook niet in het algemeen belang. Door zo ferm
op te treden had hij het algemeen belang op het oog. Hij heeft het erover dat
gehoorzaamheid stabiliteit te weeg brengt zegt Creon. Het kan zijn dat hij dat ten doel had
en niet simpelweg om aan de macht te blijven.

Student: ik heb een vraag als we de situatie specifiek op de gedachtegoed van Thomas
betrekken. Als we er van uit gaan dat hij zegt dat het handelen van Creon onrechtmatig is,
maar aangezien hij ook een christelijk filosoof is zou hij tot de conclusie komen dat zijn
handelen van Antigone eveneens in strijd zijn met het goddelijke goeden, omdat het afgoderij
is en dan zou je kunnen concluderen dat hij er van uit zou gaan dat er twee kanten.




6

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper kimumans. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 75632 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€3,99  11x  verkocht
  • (5)
  Kopen