Naam
Naam school
Renaissance
Niveau 4
BOEKVERSLAG NEDERLANDS
P.C. Hooft – Warenar: Geld en liefde in de Gouden eeuw
PRIMAIRE GEGEVENS
ORIGINELE BOEK
TITEL
Warenar
AUTEURS
Hooft, P. C
JAAR VAN UITGAVE
1617
GELEZEN BOEK
TITEL
Warenar: Geld en liefde in de Gouden Eeuw
AUTEURS
Hooft, P. C., Van Gemert, L., & Drees, M. M.
UITGEVER
Amsterdam, Nederland: Amsterdam University Press.
AANTAL PAGINA’S
87
JAAR VAN UITGAVE
2002
GENRE
Comédie de caractère
TITELVERKLARING
De complete titel van Warenar is Aulularia van Plautus, Dat is, Warenar met de pot, ofwel, Aulularia van Plautus,
nae ’s Landts ghelegentheyt verduytschet en ghespeelt in de eenighe en Eerste Nederduystsche Academie.
Warenar is de hoofdpersoon van het toneelstuk. Hij is een ‘ware nar’, een echte gek dus. Dit verschijnsel waarbij in
iemands naam een dominante eigenschap besloten ligt, noem je nomen est omen, ofwel sprekende namen.
MOTTO
In principe heeft Warenar geen motto. Wel kan je de voorrede als motto beschouwen, al vind ik dit zelf wat
gewaagd om dit zo te noemen. De voorrede geeft namelijk aan dat ‘Gierigheid’ slecht is en dus verdreven moet
worden. Dit gebeurd dan ook op het einde van Warenar.
ONDERTITEL
Het originele boek kent geen ondertitel.
VERBAND
, Het verband tussen de titel en het ‘gewaagde motto’, oftewel de voorrede, is dat Warenar (noemen est omen) van
een echte gek zich bekeerd tot een aardig persoon en dus zijn gierigheid en gekkigheid achter zich laat.
AUTEUR
Pieter Corneliszoon Hooft (Amsterdam, 16 maart 1581 - Den Haag, 21 mei 1647)1 heeft een intellectuele
humanistische opvoeding gehad. Hij was het eerste kind van Cornelis Pieterszoon Hooft, een koopman in graan, en
Anna Jakobsdochter Blaeu. Met zijn twee broers en drie zussen groeide hij op in Amsterdam in een gereformeerd,
maar niet orthodox gezin. Hij volgde lessen aan de Latijnse school en toen hij tussen de veertien en zestien jaar
oud was schreef hij zijn eerste toneelstuk: Achilles en Polyxena, gebaseerd op een verhaal uit Ovidius'
Metamorphosen. Voor 1600 werd hij in navolging van zijn vader lid van de rederijkerskamer De Eglentier en daar
werd ook zijn eerste toneelstuk opgevoerd. 2
Hooft maakte tussen 1598 en 1601 een grand tour, een culturele rondreis door Frankrijk, Italië, Zwitserland en
Duitsland. Hooft was destijds slechts 17 jaar oud. Hij hield tijdens de reis een dagboek bij dat hij Reis-Heuchenis
noemde. 3 In zijn vrije tijd maakte hij literatuur – een bezigheid die in de renaissance voor de eer en niet om het
geld werd beoefend. Hooft raakte tijdens zijn reis echter dermate gefascineerd door de kunst van de Italiaanse
renaissance, dat hij de rest van zijn leven hoofdzakelijk aan het beoefenen van kunst zou wijden. 4 Uit Florence
stuurde hij in 1600 een rijmbrief naar De Eglentier, waaruit bleek dat hij geheel achter het ideaal van de
Renaissance-auteurs stond: literatuur in de moedertaal, gestoeld op klassieke voorbeelden en op de Franse en
Italiaanse literatuur uit zijn eigen tijd. In deze rijmbrief stelt zich een vrouw, Italia, voor. Wat blijkt uit wat ze zegt
is dat de literatuur uit Italië zich zowel in de oudheid als in de tijd van Hooft kan meten met de literatuur uit de
rest van de wereld. Maar ook de Nederlandse literatuur is volgens Hooft de moeite waard, zo blijkt als een andere
vrouw, Holland, verschijnt. Zij zorgt ervoor dat Hooft naar huis verlangt. 5
Toen Hooft terugkeerde van zijn reis werd hij drost van Muiden, bestuursambtenaar van het gebied te zuidoosten
van Amsterdam. Hooft leefde in de tijd van de Renaissance en was een rederijker. Een rederijker schrijft gedichten
en toneelstukken. In 1617 stichtte hij zijn eigen rederijkerskamer (de Academie) nadat hij niet genoeg ruimte
kreeg voor zijn eigen ideeën bij De Eglentier. 6 Hooft was een belangrijke vernieuwer van de Nederlandse
liefdespoëzie. Zijn werk ademt de geest van het humanisme en werd een voorbeeld voor veel andere schrijvers.
De toneelstukken droegen eveneens bij aan de vernieuwing an de literatuur. 7 Hooft vertaalde oude toneelstukken
om ze vervolgens als rode draad te gebruiken voor zijn eigen toneelstuk. Hierbij verduitste hij vaak het verhaal,
dat wil zeggen dat hij het toneelstuk aanpaste aan de Nederlandse situatie en de personages zo uit het
Amsterdamse straatbeeld lijken te zijn geplukt. Iets wat we bij Warenar ook terug zien. Hooft verlegde het accent
in zijn toneelstukken naar de taken van de individuele burger, een visie afkomstig uit het humanisme. 8
Warenar verscheen in 1617 anoniem, maar we weten dat Hooft het heeft geschreven omdat andere schrijvers
hem ermee complimenteerde en omdat uit latere uitgaven zijn naam op het titelblad stond. Soms staat er ook een
tweede naam bij: Samuel Coster (1579 -1665). Het is mogelijk dat Hooft met hem heeft samengewerkt. Dit hadden
ze namelijk al vaker eerder gedaan en bovendien kende Coster het Amsterdamse dialect goed. Ook had Coster een
grote liefde voor toneel.9
Arts en schrijver Coster kocht de instelling Eerste Nederduitse Academie. Samen met zijn vrienden Hooft en
Bredero is hij uit de rederrijkerskamer De Eglentier (de wilde roos) gestapt, omdat ze hier niet genoeg ruimte
voor hun ideeën kregen. Ze wilden het toneel en het onderwijs in Amsterdam vernieuwen. Warenar was als het
ware een openingsstuk voor het openen van de Eerste Nederduitse Academie.
Het drietal legden vooral de nadruk op het individuele burger. Hun ideeën kwamen voornamelijk voort uit het
idee van humanisme. Ze ontleenden het ideaal van de kritische zelfbewuste mens aan geschriften uit de klassieke
oudheid. Literatuur oud de oudheid en geschriften uit het buitenland bewerkten ze zo om de Nederlandse
samenleving op hoger niveau te brengen. Het humanisme gaat ervanuit dat medemenselijkheid als grondslag
dient van de beschaving. De gemeenschap had er vanuit deze visie baat bij als iedereen zijn
1
WIKIPEDIA-BIJDRAGERS, 2019A
2
KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK, Z.D.
3
KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK, Z.D.
4
WIKIPEDIA-BIJDRAGERS, 2019A
5
KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK, Z.D.
6
VAN GEMERT, & DREES, 2002
7
VAN GEMERT, & DREES, 2002
8
VAN GEMERT, & DREES, 2002
9
VAN GEMERT, & DREES, 2002
Pagina 2