Adult/paediatric Echografisch onderzoek van volwassenen of kinderen (Radiologie)
General abdominal Abdominaal echografisch onderzoek bij volwassenen (Radiologie)
Obstetric/gynaecological/foetal Echografsich onderzoek van de geslachtsorganen van de
vrouw of het ongeboren kind (Gynaecologie)
Small parts/breast/musculoskeletal Echografisch onderzoek met hoge frequentie
(oppervlakkiger kijken) van borsten, spieren en pezen (Radiologie)
Vascular/cardiac Onderzoek van bloedvaten of het hart
(Vaatlaboratorium/Functieafdeling/Cardiologie)
Biopsy/interventional Puncties en interventies (Radiologie)
Een echografie systeem is gebaseerd op een techniek die de “puls-echo”-techniek heet. Een
geluidspuls wordt verstuurd en een echo wordt, na een bepaalde wachttijd, ontvangen.
De functiegenerator verstuurt een puls en klokt
de begintijd. Het zendkristal zendt de puls naar
het doel (target) de puls weerkaatst naar de
ontvangst kristal. De comparator berekent het
tijdsverschil tussen het moment van zenden en
het moment van ontvangen. Met behulp van de
snelheid van het geluid door lucht kan de
afstand berekend worden.
Week 2
Trillingen van transducer gaat door gel, huid, vet, spierweefsel
- U = uitwijking (m)
- T = periodetijd (s) → duur van 1 trilling
- F = Frequentie = volledige trillingen per seconde
- A = amplitude → maximale uitwijking
- = golflengte (m)
T = 1/f f = 1/T
Geluid heeft verschillende voortplantingsnelheden, afhankelijk van het medium
- Gemiddeld 1540 m/s
o Lucht = 330
o Vetweefsel = 1450
o Water = 1500
, o Leverweefsel = 1550
o Bloed = 1570
o Spierweefsel = 1585
o Bot = 4080
Snelheid hangt af van dichtheid, elasticiteit en temperatuur
Diepte bepaal je aan de hand van
- C = constante = snelheid
- T = tijd
- T = (2 * diepte) / c
Akoestische impedantie
Z=p*c
Z bepaald of je geen, zachte of harde echo krijgt
Vocht is zwart want er zijn geen deeltjes die medium veranderen, wit is als alles terugkaatst
Reflectie:
Als er 100 in gaat komt een paar % terug en andere procent gaat door naar volgende laag
Week 3
Geluid heeft verschillende voortplantingssnelheden, afhankelijk van het medium
Contrast is afhankelijk van snelheid en akoestische impedantie
- Ieder weefsel heeft eigen snelheid en akoestische impedantie
o Verschil hierin klein zorgt voor zachte echo → zwart
o Verschil groot zorgt voor harde echo → wit
Lucht is een slechte geleider van echogeluid omdat de akoestische impedantie verschil met
ander weefsel zo groot is
Transducers
- Phased arrey
- Linear arrey
- Curved arrey
Deze transducers hebben verschillende frequenties
Trilling heeft een frequentie en een golflengte (m)
V= xf
Frequentie kan 3,5/5/10 mHz zijn
Snelheid = 1540 m/s
Dan kan je de golflengte uitrekenen
Als je de frequentie verdubbeld, dan wordt de golflengte kleiner en andersom
Als je een hogere frequentie pakt → heb je een kleinere golflengte → kan je minder diep
scannen → meer details
Als je lage frequentie hebt → hoge golflengte → diep scannen → minder details
,Verzwakking
Als geluid dieper komt wordt het verzwakt:
1. Geluid wordt weerkaatst → reflectie
2. Opwarmen patiënt → energieverlies
Water verzwakt nauwelijk maar bot heel veel
Geluid gaat beter door vet dan door spierweefsel zie voortplantingssnelheid
Techniek
- Om dit verlies in diepte te compenseren kan je gebuik maken van systeem TGC →
hoe dieper, hoe meer versterken
o Versterken op een bepaald doelgebied
- Op het beeld kan je de diepte afstemmen
- Je kan de helderheid aanpassen → Total gain
o Alle terugkomende echo’s versterken
- Scherpstel punt aanpassen
Week 4
AAA Aorta = verwijding aorta
Aorta dissectie = splijting van een laag in de aorta
Thrombose VCI = bloedprop en geen echovrij beeld
Gedilateerde VCI = verwijding van VCI
, Protocollenboek
1. Echo-rijk / hyper-echogeen / hyper-echoïc: Een reflector beeldt zich lichter af ten opzichte
van zijn omgeving.
2. Echo-arm / hypo-echogeen / hypo-echoïc: Een reflector beeldt zich donkerder af ten
opzichte van zijn omgeving.
3. Echo-vrij / an-echoic / echofree: Een gebied bevat geen reflecties, beeldt zich zwart af.
4. Iso-echogeen / isoechoïc: Een reflector beeldt zich hetzelfde af ten opzichte van zijn
omgeving.
In het Abdomen, van craniaal naar caudaal, ontspringen de volgende vaten uit de aorta te weten:
• De truncus coeliacus ontspringt aan de ventrale zijde uit de aorta en splitst in:
1. De arterie (a.) lienalis, deze gaat naar links richting de milt. Dicht bij de oorsprong
geeft de a. lienalis een tak af naar craniaal om het pancreaslichaam en de
pancreasstaart van bloed te voorzien, de a. pancreatica dorsalis.
2. De a. gastrica sinistra, deze gaat naar cranio-ventraal en is moeilijk te zien op een
echo- doorsnede.
3. De a. hepatica communis, deze gaat (veelal) naar rechts richting de lever en gaat
over in de a. hepatica propria. Vanuit de a. hepatica communis ontspringen de a.
gastrica dextra, die een anastomose vormt met de a. gastrica sinistra (kleine
curvatuur van de maag) en de a. gastroduodenalis (grote curvatuur van de maag)
• • De a. mesenterica superior (AMS) ontspringt ventraal uit de aorta en bevindt zich caudaal
ten opzichte van de truncus coeliacus, waarna deze parallel aan de aorta naar caudaal
verloopt. Dit vat geeft diverse takken af naar bijvoorbeeld de pancreas, het duodenum, het
jejunum, het ileum, het colon ascendens en het colon
transversum. Dorsaal van de a. mesenterica superior
en ventraal van de aorta wordt de vena (v.) renalis links
dwars getroffen.
• • De arteria (aa.) renales ontspringen iets caudaal van
de a. mesenterica superior aan beide zijden lateraal uit
de aorta en gaan naar de nieren. De a. renalis dexter
loopt dorsaal van de vena cava inferior.
• • De a. mesenterica inferior (AMI) ontspringt verder
naar caudaal uit de aorta en voorziet het colon
descendens en het sigmoïd van bloed.
• • De aorta splits ter hoogte van de navel (bifurcatie) in
de arterie iliaca communis sinister en dexter.
De bloedvaten die er in uitmonden zijn (VCI):
- De vv. renalis lopen caudo-ventraal van de aa. renalis.
De v. renalis sinister kruist de aorta ventraal en de a.
mesenterica superior dorsaal. Dit vat verloopt dus
tussen de aorta en de a. mesentica superior door.
- De vv. hepaticae monden net voordat de vena cava inferior het abdomen via het diafragma
verlaat uit in de vena cava inferior. Er zijn 3 grote levervenen:
o v. hepatica dexter
o v. hepatica media
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper xanoukxdirx. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,99. Je zit daarna nergens aan vast.