Leerdoelen psychologie
Leerdoel F
De student verklaart vanuit verschillende psychologische perspectieven het gedrag van
mensen.
Beoordelingscriteria:
1. De student beschrijft de zes belangrijkste perspectieven van de psychologie en weet deze
te herkennen in praktijksituaties.
Psychologie: (Psyche = geest) (logie = kunde) De studie van de geest
Psychologie is de wetenschap van gedrag en geestelijke processen
Zes belangrijkste perspectieven van de psychologie (6):
1. Biologisch perspectief
2. Cognitief perspectief
3. Behavioristisch perspectief
4. Het perspectief vanuit de gehele persoon
5. Ontwikkelingsperspectief
6. Socioculturele perspectief
1. Het biologisch perspectief
Het lichaam kan apart van de geest worden bestudeert.
Het psychologische perspectief dat de oorzaken van gedrag zoekt in het functioneren van genen,
de hersenen en het zenuw- hormoonstelsel.
Het biologisch perspectief richt zich op:
Zenuwstelsel
Hormoonstelsel
Genetica
Fysieke kenmerken
2. Cognitief perspectief
De wetenschappelijke methode kan worden gebruikt om de geest te bestuderen.
De moderne cognitieve psychologie, een van de belangrijkste psychologische perspectieven waarbij
de nadruk ligt op mentale processen zoals leren, geheugen, perceptie en denken, als vormen van
informatie verwerken.
Het cognitieve perspectief richt zich op:
Mentale processen zoals gedachten, leren, geheugen en perceptie.
De geest als een computerachtige machine
Hoe emotie en motivatie, gedachten en perceptie beïnvloeden („hot cognition‟)
3. Behavioristisch perspectief
Psychologie moet de wetenschap van observeer baar gedrag zijn, niet van mentale processen
Een psychologische invalshoek die de bron van onze handelingen zoekt in stimuli vanuit de
omgeving, in plaats van in innerlijke mentale processen.
Het behavioristisch perspectief richt zich op:
Leren
Beheersen van gedrag door de omgeving
Stimuli en responsen – maar geen mentale processen
4. Het perspectief vanuit de gehele persoon
- Psychodynamische psychologie: persoonlijkheid en geestelijke stoornissen komen voort uit
processen in het onbewuste
- Humanistische psychologie: psychologie moet de nadruk leggen om menselijke groei en
potentieel in plaats van op geestelijke stoornissen
- Psychologie van karaktertrekken en temperament: individuen kunnen worden begrepen in termen
van hun temperamenten en blijvende karaktertrekken
Een aantal psychologische perspectieven die draaien om een globaal inzicht in de persoonlijkheid,
waaronder de psychodynamische psychologie, humanistische psychologie en psychologie van
karaktertrekken en temperament.
Psychodynamische psychologie - Een klinische benadering die nadruk legt op het begrijpen
van mentale stoornissen in termen van onbewuste behoeften, verlangens, herinneringen en
conflicten.
, Humanistische psychologie – Een klinische benadering die nadruk legt op de
mogelijkheden, groei, potentie en vrije wil van de mens
Psychologie van karaktertrekken en temperament – Een psychologisch perspectief dat
gedrag en persoonlijkheid ziet als de producten van fundamentele psychologische
kenmerken.
Het mens als geheel omvat:
Het psychodynamische perspectief dat zich richt op onbewuste motivatie en geestelijke
stoornissen.
Het humanistische perspectief dat zich toelegt op geestelijke gezondheid en menselijk
potentieel.
Het karaktertrekken en temperament perspectief dat persoonskenmerken en
individuele verschillen benadrukt.
5. Het ontwikkelingsperspectief
Mensen veranderen als gevolg van interactie tussen erfelijke eigenschappen en de omgeving.
Een van de zes belangrijke perspectieven van de psychologie, die zich onderscheidt door de nadruk
erfelijkheid en omgeving, en op voorspelbare veranderingen die zich voordoen tijdens de
levensloop.
Het ontwikkelingsperspectief richt zich op:
Veranderingen in het psychologisch functioneren tijdens het leven
Erfelijkheid en omgeving
6. Het socioculturele perspectief
De kracht van de situatie: sociale en culturele invloeden kunnen de invloed overstemmen van alle
andere factoren die gedrag beïnvloeden.
Een van de zes belangrijke perspectieven van de psychologie die de nadruk legt op het belang van
sociale interactie, sociaal leren en een cultureel perspectief.
Het socioculturele perspectief richt zich op:
Sociale invloeden op het gedrag en mentale processen
Hoe individuen functioneren in een groep
Culturele verschillen
, 2. De student beschrijft hoe de werking van de hersenen effect heeft op gedrag en
psychologische processen.
De vier kwabben van de cerebrale cortex.
1. Frontaalkwab
Gebieden voor in de hersenen die met name een rol spelen
in beweging en denken.
Aan de achterkant van de frontaalkwab ligt een speciale
strook cortex die in staat is handelingen te ondernemen in
reactie op onze gedachten (Motorische cortex).
Spiegelneuronen; Een recent ontdekte groep neuronen die
vuren als reactie op (spiegelen) de observatie van
handelingen en emoties van anderen.
Functie van frontaalkwab: beweging, produceren van
spraak en abstract denken
2. Pariëtaal kwab
Hersenkwabben die boven en achter in de hersenen liggen.
Ze houden zich bezig met de tastzin en het waarnemen
van ruimtelijke relaties (de relaties tussen objecten in de
ruimte). Een speciale pariëtale strook is,
somatosensorische cortex. Deze speelt rol bij de tastzin.
Functie van pariëtaal kwab: gevoelens van aanraking,
houding van het lichaam en begrip van spraak
3. Occipitaal kwab
Deze corticale kwabben liggen aan de achterkant van de hersenen en herbergen de visuele
cortex. Gebied op deze occipitaalkwab is de visuele cortex, waar visuele informatie wordt
verwerkt.
Functie van occipitaal kwab: zicht
4. Temporaal kwab
Hersenkwabben die geluid verwerken, inclusief taal. De temporaalkwabben spelen
waarschijnlijk een rol bij de opslag van langdurige herinneringen.
Functie van temporaal kwab: gehoor, reuk, herkennen van gezichten
Het biologisch perspectief nader bekeken:
Zenuwstelsel
Gehele netwerk van neuronen in ons lichaam, inclusief het centrale zenuwstelsel, het
perifere zenuwstelsel en hun onder afdelingen.
Hormoonstelsel (endocrieme stelsel)
Het hormonale systeem – de chemische boodschappen – dienst van het lichaam, inclusief
de volgende hormoonklieren: hypofyse, bijnieren, geslachtsklieren, schildklier,
bijschildklier, alvleesklier, ovaria en testikels.
Bij hersenbeschadiging – linkerhelft: rechterzijde
verlamd, spraak en taal verstoord, gedrag wordt traag en behoedzaam, haperend geheugen voor
taal.
Rechterhelft: linkerzijde verlamd, ruimtelijke perceptie verstoord, gedrag wordt haastig en
impulsief en haperend geheugen voor beelden.