Blok 2.1 HMH oedeemtherapie, vormen van oedeem
Lymfoedeem: Zwelling door opeenhoping van lymfevocht door een verstoring van het evenwicht
tussen de lymfeaanvoer en afvloed, waardoor een lichaamsdeel dikker wordt en vocht niet meer
wordt afgevoerd. Er is een dysfunctie van het lymfestelsel → een toegenomen lymfeproductie
en afgenomen lymfafvloed + eiwitrijk weefselvocht. Prevalentie: 350.000 in NL, 80% vrouw.
Classificatie lymfoedeem:
1. Postinflammatory (dermatitis, lymphangitis, lymphadenitis) → na ontsteking
2. Postsurgical → na operatie aan bijv. borstkanker
3. Posttraumatic → na ongeluk
4. Mixed lymphatico-venous type
5. Idiopathic (primary) → zonder aanleiding
6. Parasitic (filarial) → parasieten
- Primair lymfoedeem: Ontstaat door ontwikkelings- of functiestoornissen van het
lymfestelsel en kan erfelijk zijn.
Vorm: Wanneer? Syndromen:
Congenitale lymfoedeem: Aanwezig bij 1. Ziekte van Mirloy: veroorzaakt door
geboorte genmutatie, zeldzaam en aan de onderste
extremiteiten.
2. Klippel-Trenaunay: abnormaliteiten van
het vaat- en lymfestelsel en
disproportionele reuzengroei van skelet of
weke delen.
3. Turner: dysfunctie ovaria, gedrongen
postuur, lymfoedeem aan handen en
voeten
4. Noonan: ulerythema ophryogenes (rode
wangen), hypertrichosis en lymfoedeem
aan handen en voeten, vaker voorkomend
en ernstiger dan bij Turner.
Lymphoedema praecox: Tijdens puberteit 1. Ziekte van Meige: familiaire vorm van
lymfoedeem door abnormale functie
lymfestelsel; optreden lymfoedeem vanaf
puberteit, start voeten en enkels.
2. Non-hereditair lymfoedeem: tussen 15e
en 35ste jaar, meestal aan de benen.
Ontstaat abrupt, vaak uitgelokt door een
infectie of een trauma.
Lymphoedema tarda: >35 jaar 1. Non-hereditair lymfoedeem: >35ste,
meestal t.g.v. secundaire processen zoals
tumoren in kleine bekken of non-Hodgkin
lymfomen.
- Secundair lymfoedeem: Verworven, ontstaat door beschadiging van een voorheen normaal
lymfestelsel/door een te grote toestroom van lymfevocht.
➔ Bijv. t.g.v. een mammacarcinoom/erysipelas of na andere maligniteiten,
infectie/trauma/operaties of een CVI.
,Lymfoedeem:
Klinisch beeld Oorzaak Diagnostiek Behandeling/prognose
Meestal gelokaliseerd aan Abnormale Vroege fase van Afhankelijk van stadium
de benen. opeenhoping van lymfoedeem moet en oorzaak en eventuele
Unilateraal of dubbelzijdig. vocht waardoor onderscheiden comborditeit
Beperkt tot de lymfevaten dit worden van andere (bijkomende ziektes).
voeten/onderbenen of de niet kunnen vormen oedeem: Onderliggende oorzaken
gehele benen. afvoeren. venus oedeem. moeten aangepakt
Kenmerkend: het Hierdoor zwelt de Wordt vastgesteld worden.
indrukken van de oedeem huid op en men door: Stadia 1 en 2:
in de beginfase (pitting kan een putje erin lymfescintigrafie, compressietherapie,
oedeem), daarna wordt de drukken (pitting mate van drainage manuele lymfedrainage,
zwelling dikker en ontstaat oedeem) (the flow), en fysieke oefeningen,
non-pitting → het teken obstructies. huidverzorging/preventie
van Stemmer is positief en zelfzorg.
(worstteentjes, het Goede voet hygiëne.
oppakken van de huidplooi Bij hogere stadia:
bij de 2e/3e teen lukt niet chirurgische behandeling
meer). (reductiechirurgie).
Er ontstaat hyperkeratose, Behandeling is vaak
papels en hypertrofie. levenslang.
Lymfoedeem stadia:
• Stadium 1: vroege, geheel reversibele fase met pitting oedeem, dat verdwijnt bij hoogleggen
van het ledemaat
• Stadium 2a: als 1, maar zwelling verdwijnt niet na hoogleggen
• Stadium 2b: toenemende fibrosering (=het harder/stugger worden van de huid door
verhoogde eiwitaanmaak) en vetdepositie met non-pitting component; deels irreversibel
• Stadium 3: lymfatische elefantiasis, huidveranderingen (hyperpigmentatie, papels,
nagelveranderingen, afname groeisnelheid nagels). Non pitting. Geheel irreversibel.
Pitting oedeem: Als er sprake is van teveel vrije weefselvloeistof: de vrije vloeistof kan weggedrukt
worden. Door teveel fibrose (verharding) ontstaat teveel niet-vrije weefselvloeistof, waardoor het
niet meer weggedrukt kan worden (gevolg van langdurig lymfoedeem). Hierdoor is vroegtijdig
diagnosticeren en behandelen erg belangrijk!
➔ Na de behandeling van kanker wordt aanbevolen bij anamnese en lichamelijk onderzoek
extra aandacht te besteden aan (het risico op het ontwikkelen van) lymfoedeem.
➔ Lymfscintigrafie wordt aanbevolen indien onduidelijkheid blijft bestaan over de aard van
het oedeem en/of klachten dan wel voor het uitsluiten van een lymfogene component
van een oedeem. Lymfscintigrafie is de meest betrouwbare methode om bij klinische
verdenking lymfoedeem te objectiveren.
Preventie:
1. Primaire preventie oedeem: Het voorkomen van oedeemvorming.
2. Secundaire preventie oedeem: Voor patiënten met een verhoogd risico op oedeemvorming.
3. Tertiaire preventie oedeem: Voor patiënten waarbij oedeem al is vastgesteld →
zelfmanagement.
,Lipo-oedeem: Symmetrische toename van onderhuids vetweefsel/vetophoping (geen oedeem
verschijnsel!) in benen, heupen en soms de armen en nooit bij de voeten! Vrijwel alleen bij vrouwen.
Klinisch beeld Oorzaak Diagnostiek Behandeling/prognose
De zwelling is altijd Ontstaat meestal Moet onderscheiden Behandeling is
symmetrisch en tijdens of na de worden van moeizaam.
dubbelzijdig aan de puberteit. lymfoedeem, Veel beweging en
onderbenen, bovenbenen, Oorzaak is lipohypertrofie dieet nodig om
heupen, dijen, binnenzijde onbekend, vaak (=symmetrische gewichtsafname te
van de knieën en soms de familiaire aanleg toename van bevorderen.
onderarmen. De (genetisch subcutaan vet bij Bij aanwezigheid
voetruggen blijven altijd bepaald). vrouwen in de armen oedeem → zie
slank. De zwelling en pijn en benen) en obesitas. behandelingen
verergeren bij warm weer AFWEZIGHEID VAN lymfoedeem.
en inspanning. Er is geen OEDEEM BIJ Bij afwezigheid
pitting-oedeem aanwezig. LIPOEDEEM! oedeem: kousen.
Voorlichting heel
belangrijk!
• Stadium 1: huid vlak en glad, maar door verdikking van het subcutane vetweefsel voelt de
huid bij palpatie aan als ‘balletjes in een plastic zak’;
• Stadium 2: ontstaan subcutane ‘walnoot tot appel grote’ induraties met een onregelmatig
uiterlijk van de overliggende huid (matras fenomeen);
• Stadium 3: worden de induraties groter en meer uitgesproken en worden ook misvormde
vetafzettingen zichtbaar.
Chronische veneuze insufficiëntie (veneus oedeem): Veroorzaakt door een afvloedstoornis van
veneus bloed waardoor een verhoogde veneuze druk ontstaat (veneuze hypertensie). Ernstige vorm
van CVI is ulcus cruris (‘open been’). Er is een toename naar mate leeftijd stijgt.
Klinisch beeld Oorzaak Diagnostiek Behandeling/prognose
Ontwikkelt zich geleidelijk. De verhoogde Bij ulcus cruris een Oedeem wordt
Klachten: zwaar en moe veneuze druk door biopt van de behandeld met
gevoel in de benen, afvloedstoornis van wondrand om compressietherapie
prikkelingen en dikke veneus bloed maligniteit uit te (zwachtelen met
enkels. wordt veroorzaakt sluiten. drukverbanden,
(Pitting) oedeem is een door een Bij infectie een daarna therapeutische
vroeg symptoom van CVI. obstructie of door wondkweek. elastische kousen).
Kan ook op lang termijn onvoldoende Een ulcus cruris is Heel belangrijk dat de
lymfoedeem ontwikkelen. spieractiviteit. 70-80% gevolg van patiënt actief blijft.
CVI, maar kan ook Wondbehandeling
door andere Behandeling van
afwijkingen infectie, varices, co-
veroorzaakt worden. morbiditeit en
nabehandeling.
, Belangrijke kenmerken CVI:
1. Corona phlebectatica paraplantaris (uitgezette venen) aan de binnen enkel en voet.
2. Hyperpigmentatie → ontstaat door lekkende erytrocyten door de vaatwand.
3. Atrophie blanche (witte verdunning met kleine rode puntjes).
4. Uitgezette aderen.
5. Hypostatisch eczeem (erythemateuze, schilferende, natte eruptie op onderbenen en enkels).
6. Ulcus cruris (open been/niet genezende wond) → eindstadium van CVI en ontstaat vaak na
klein trauma (stoten van been).
7. Lipodermatosclerose (ontsteking van subcutaan vet gepaard met sclerosering).
- Flebo-lymfoedeem: Gecombineerde vorm: veneus oedeem met een lymfatische component
Verschil tussen lymf- veneus- en lipoedeem: