Samenvatting van het grootste deel van het boek 'Beginselen van de democratische rechtsstaat' en een aantal hoofdstukken van het boek 'Hoofdzaken van het bestuursrecht'. Enkel de hoofdstukken die nodig zijn voor het vak: Inleiding Staats- en Bestuursrecht Universiteit Utrecht Bachelor jaar 1.
Hoofdstuk 1: Het onderwerp van het staats- en bestuursrecht
- Rechtsorde
- Privaatrecht (burgers en ondernemingen onderling)—> tweezijdige
besluitvorming
- Publiekrecht (burgers/ondernemingen met de overheid)—> eenzijdige
besluitvorming: je moet wel
- Staats- en bestuursrecht (beide over de grondrechten)
- Strafrecht
- Internationaal publiekrecht
Al deze rechtssoorten zijn opgedeeld in materieel recht (welke rechten en plichten er
zijn) en formeel recht (hoe men zijn recht kan halen bij de rechter)
Overheidsbesluiten zijn vrijwel altijd eenzijdig bindend
Hoofdstuk 2: Historische ontwikkeling
Middeleeuwen
De theocratische theorie: de vorst regeert in naam van God. In deze staatsvorm
stond de vorst biven de wet en diende hij zijn persoonlijk belang. Deze theorie was
in strijd met de (volgens burgers) ideale staatsvorm natuurrechtstheorie waarin
vorsten begrensd waren door het natuurrecht, deze vorst diende het algemeen
belang.
De theocratische theorie leidde tot feodalisme omdat de vorst toch militaire hulp
nodig had, dit kreeg hij door in ruil hiervoor grond aan het volk te lenen. Dit ging al
snel niet meer volgens de regels en werd van vader op zoon doorgegeven. Zo
ontstond ook de adel. De band tussen leenheer en leenman (vazal) werd soms
contractueel vastgelegd (Magna Carta), dit waren overeenkomsten met wederzijdse
rechten.
Door de investituurstrijd (bisschopsbenoeming) kreeg de paus minder macht en de
vorst claimde de macht van het grondgebied van de paus —> externe soevereiniteit
16e eeuw
De hervorming vernietigt de geloofseenheid: res public christiana maakt plaats voor
soevereine territoriale staten waarin de vorst ook steeds meer intern soeverein
1
, donderdag 27 augustus 2020
wordt door godsdienstburgeroorlogen en geloofsverdeeldheid. NL: tegen Filips II en
Alva met inquisitie.
Vorst moet boven deze verdeeldheid staan om de burgeroorlogen op te lossen —>
godsdienstvrede. Hier kwam het positief recht, volstrekt nieuwe wetgeving om een
godsdienstige eenheid te creëren. Vorst werd hier een onpartijdige scheidsrechter.
Toch komt het absolutisme op (Philips II en Lodewijk XIV), vorst is weer
plaatsvervanger van God en mag dus het ware geloof opleggen maar nu goed
genoeg uitgerust (door betere systemen en leningen) om zijn droit divin (goddelijk
recht) te realiseren
Vorst wil groter en meer en gaat dus centraliseren maar de feodale adel is het hier
niet mee eens want dan krijgen zij minder macht dus komt die in protest. In NL leidt
dit tot afscheiding v/d Zeven Provinciën van Philips II (plakkaat van verlatinge)
Nieuwe verzetsleer gebaseerd op natuurrechtstheorie: macht is aan vorst gegeven
ten bate van zijn onderdanen dit wordt vastgesteld in een contract (privileges
blijven) bij contractbreuk wordt vorst afgezet en protest (onder leiding van Staten-
Generaal) wordt toegestaan.
Privileges waren niet sterk genoeg om vorst af te kunnen zetten, betere
rechtvaardiging werd gevonden in de natuurrechtelijke contractsleer (John Locke):
individu is vrij en ongebonden. Individuen behoren gezamenlijk contract samen te
stellen. Ze staan deel van vrijheid af in ruil voor verzekering, bij contractbreuk recht
op opstand.
17e eeuw en later
Voorgaande uitgangspunten vormen klassiek liberale rechtsstaat met verschillende
uitgangspunten:
- Legaliteitsbeginsel: vrijheid individu onbegrensd, beperking vrijheid begrensd —>
wet, vereist positivering (vastlegging begrenzing) dus: machtsuitoefening door de
staat is slechts geoorloofd wanneer deze berust op een door de wet gegeven
bevoegdheid.
- Machtsverdeling: Locke: mens kan wel natuurwetten vatten maar is verder
partijdig. Er is dus een staat nodig voor positivering natuurwetten. Voor controle
staat is scheiding des machten nodig: wetgevende uitvoerende en rechterlijke
macht (Montesquieu)
- Grondrechten: individu is een vrij, autonoom subject, de levensbeschouwelijk-
neutrale staat dient dit te behouden. Met recht op vrijheid, dit staat in de
grondrechten. Ook: gelijkheid voor de wet, afscha ng privileges dus.
- Rechterlijke controle: er dient een neutrale derde te zijn die over con icten beslist
2
ffi fl
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper JAvanSchie. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,99. Je zit daarna nergens aan vast.