False consensus effect: mensen hebben de neiging om te denken dat anderen ongeveer net
zo zijn als zijzelf en ongeveer dezelfde mening hebben.
5.1 Sekseverschillen in persoonlijkheid.
Volwassen vrouwen zijn gemiddeld vriendelijker en neurotischer dan volwassen mannen.
Gemiddeld genomen zijn vrouwen wat empathischer dan mannen: ze leven meer met
anderen mee en zijn eerder bereid iemand in nood te helpen. Mannen zijn gemiddeld wat
agressiever dan vrouwen. Vrouwen ervaren meer negatieve en intensere emoties dan
mannen. Vrouwen lopen twee keer zoveel risico om een depressie te ontwikkelen dan
mannen.
Expectancy-Value theorie (EVT): de EVT stelt dat er twee factoren zijn die bepalen of
iemand een bepaalde, uitdagende taak aangaat: verwachtingen over succes in de taak
(expectancies) en de waarde (value) die men aan de taak hecht.
Genderidentiteit: Mensen kunnen zich in meerdere mate mannelijk of vrouwelijk voelen.
Androgyn: iemand die zowel mannelijke als vrouwelijke eigenschappen beschikt.
Ongedifferentieerd: sterke mannelijke noch sterke vrouwelijke eigenschappen hebben.
5.2 Cultuurverschillen in persoonlijkheid.
F-culturen: fijnmazige structuur van gedragsregels. Er zijn gedetailleerde gedragsregels voor
vrijwel iedere situatie. Mensen hoeven deze alleen maar na te leven.
G-culturen: grofmazige structuur van gedragsregels. Er zijn algemene regels die ieder
individu zelf vertaalt naar zijn specifieke situatie en wensen. Mensen hebben hier meer
individuele vrijheid.
M-culturen: mengeling van G en F culturen.
5.3 De rol van persoonlijkheid in relaties.
Neurotische personen gaan minder goed met stress en problemen om, waardoor er binnen
de relatie meer stress en conflicten zijn. De negatieve effecten van een hoge mate van
neuroticisme kunnen daarbij worden versterkt door het similarity-attraction effect:
neurotische personen zullen zich aangetrokken voelen tot anderen die relatief ook
neurotisch zijn, waardoor er een extra grote dosis neuroticisme aanwezig is in de relatie.
Vier hechtingsstijlen:
- zeker hechtingsstijl: kinderen ontwikkelen zowel positieve overtuigingen over zichzelf
als over anderen.
- gepreoccupeerde hechtingsstijl: kinderen hebben negatieve overtuigingen over
zichzelf maar positieve overtuigingen over anderen.
- afwijzend-vermijdende hechtingsstijl: kinderen hebben positieve overtuigingen over
zochzelf maar negatieve over anderen.
- angstig-vermijdende hechtingsstijl: kinderen hebben zowel negatieve overtuigingen
over zichzelf als over anderen.
,5.4 De rol van persoonlijkheid op werk en school.
Zelfdeterminatietheorie (ZDT): ieder mens heeft de behoefte om zichzelf goed te voelen en
te ontwikkelen. Daarbij spelen drie basisbehoeften een rol:
- Behoefte aan autonomie. Behoefte om zelf te bepalen wat je doet en niet onder druk
staat of gedwongen te worden om iets te doen.
- Behoefte aan competentie. Behoefte om op een doeltreffende manier met je
omgeving om te gaan en de uitdagingen die deze met zich meebrengt.
- Behoefte aan verbondenheid met anderen. Behoefte om positieve relaties met
anderen op te bouwen en je geaccepteerd en geliefd te voelen.
A-motivatie: mensen zijn niet meer gemotiveerd om iets te doen.
Tabel 5.3 Beschrijving van verschillende vormen van gedragsregulatie.
Motivatie Gedragsregulatie Omschrijving Voorbeeld
Externe motivatie Externe regulatie Je doet iets omdat Ik schrijf de notulen
je omgeving dat wilt, van de vergadering
je gehoorzaamt. omdat ik betaalt
Doe je het, dan volgt word.
een beloning of
vermijd je straf.
Geïntrojecteerde Je doet iets omdat Ik schrijf de notulen
regulatie je zelfwaardering in van de vergadering
het geding is. Doe je omdat ik me
het niet, dan voel je schuldig voel als ik
je schuldig of bang. het niet doe.
Doe je het wel, dan
streelt dat je ego.
Geidentificeerde Je doet iets omdat Ik schrijf de notulen
regulatie je het belangrijk van de vergadering
vind. omdat ik het
belangrijk vindt dat
iedereen weet wat
er is gezegd tijdens
de vergadering.
Geïntegreerde Je doet iets omdat Ik schrijf de notulen
regulatie je het belangrijk vind van de vergadering
en je er behoefte omdat ik het
aan hebt. belangrijk vind dat
iedereen weet wat
er is gezegd en
omdat ik het fijn vind
dat ik er anderen
mee help.
Interne motivatie Intrinsieke regulatie Je doet iets omdat Ik schrijf de notulen
je het interessant of van de vergadering
leuk vindt. Of de omdat ik dat leuk
, raad wordt opgelegd vind.
door de omgeving
doet er niet toe. Uit
jezelf zou je het ook
doen.
Performance-doel: je wilt het beter doen dan anderen of niet slechter dan anderen.
Mastery-doel: je wilt het beter doen dan eerder of niet slechter dan eerder.
Avoidance: het vermijden van fouten of problemen.
Approach: bereiken van positieve uitkomsten.
Mastery Performance
Approach Mastery-approach: ik wil Performance-approach: ik
een taak beter doen dan dat wil een taak beter doen dan
ik deze eerder deed. anderen.
Avoidance Mastery-avoidance: ik wil Performance-avoidance: ik
een taak niet slechter doen wil een taak niet slechter
dan ik deze eerder deed. doen dan anderen.
5.5 Het verband tussen persoonlijkheid en gezondheid.
- Type A: gehaast en vijandig. Willen alles snel doen en zijn vaak ongeduldig. Hebben
verhoogde kans op hart - en vaatziekten.
- Type B: ontspannen en geduldig. Ze nemen de tijd voor dingen en maken zich niet
snel druk.
- Type C: afhankelijk en rationeel. Ze willen anderen graag een plezier doen. Ze uiten
geen negatieve emoties. Type C mensen hebben vaker kanker blijkt uit onderzoek.
- Type D: negatief en gesloten. Voelen zich vaak gestrest, boos en onrustig. Voelen
zich ook vaak ongemakkelijk, gespannen en geremd in hun contacten met anderen.
Grotere kans op hartaanval en om te overlijden door een hartaandoening. Sociale
angsten en vaker depressief.
, H1 Geest, gedrag en psychologische wetenschap.
Centrale vraag: Hoe zou je de bewering testen dat suiker kinderen hyperactief maakt.
➢ Kernvraag 1.1 Wat is psychologie en wat is het niet?
Psychologie is de wetenschap van gedrag en mentale processen.
● Kernconcept 1.1 Psychologie is een breed veld, met vele specialismen, maar in
wezen is psychologie de wetenschap van gedrag en geestelijke processen.
1.1.1 Psychologie: het is meer dan je denkt.
Drie soorten psychologen.
- Experimenteel psychologen: psychologen die vooral onderzoek doen. De meeste zijn
werkzaam in het onderwijs.
- Docent psychologie: geven les aan studenten van professionele bacheloropleidingen
en aan universiteiten. Ze doen ook onderzoeken op universiteiten en soms
behandelen ze mensen als ze werken op een medische psychologie afdeling.
- Toegepast psychologen: gebruiken kennis die door experimenteel psychologen zijn
vergaard om problemen van mensen op te lossen.
Specialisatie in de toegepaste psychologie.
- Arbeids- en organisatiepsychologen hebben zich gespecialiseerd in aanpassingen
aan de werkplek die de productiviteit en de arbeidsmoraal van werknemers moet
maximaliseren.
- Sportpsychologen helpen atleten hun prestaties en motivatie te verbeteren, door
trainingssessies te plannen en door hen te leren hun emoties onder druk te
beheersen.
- Schoolpsychologen zijn deskundig op het gebied van lesgeven en leren. ZIj richten
zich op sociale omstandigheden van leerlingen of schoolprestaties. En adviseren
leraren, ouders en leerlingen.
- Klinisch psychologen en counselors helpen mensen zich aan te passen op sociaal en
emotioneel gebied, of om moeilijke keuzes in relaties, hun carrière of opleiding te
maken.
- Forensisch psychologen kunnen gevangenen in penitentiaire of tbs-inrichtingen
testen om vast te stellen of ze vrijgelaten kunnen worden of fit genoeg zijn om voor
de rechtbank te verschijnen.
- Omgevingspsychologen proberen de interactie met onze omgeving en het milieu te
verbeteren.
- Geront Psychologen helpen ouderen met hun gezondheid en welzijn te behouden en
effectief te leren omgaan met leeftijdsgerelateerde problemen.
1.1.2 Psychologie is geen psychiatrie.
Psychiatrie is een medisch specialisme dat zich richt op de diagnose en behandeling van
mentale stoornissen. Zij hebben een medische opleiding (geneeskunde) gedaan en hebben
daarnaast een gespecialiseerde opleiding achter de rug in de behandeling van geestelijke
en gedragsmatige problemen, meestal met behulp van geneesmiddelen.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper knoestercheyenne. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.