Les 8a & 8c– Participatiesamenleving en kwaliteit van
leven
IBS: inbewaringstelling
Een spoedmaatregel om iemand gedwongen op te nemen in een instelling. Dit kan alleen als er echt
geen andere oplossing is.
- Een IBS kan ook bij mensen die al vrijwillig opgenomen zijn, er is dan sprake van gevaar voor
de cliënt zelf of voor anderen of het is de laatste stap die de behandelaar kan nemen
- Na afgifte van een IBS wordt de cliënt binnen 24 uur opgenomen binnen 3 dagen bepaalt
een rechter of de cliënt in de instelling moet blijven zo ja, kan de IBS met 3 weken worden
verlengt
- Tijdens de IBS kan een RM worden aangevraagd, waardoor de totale IBS kan uitlopen tot
ongeveer 7 weken
RM: rechterlijke machtiging
Een beslissing van de rechter dat een cliënt gedwongen opgenomen moet worden of blijven.
Verschillende soorten RM’s:
- Voorlopige RM (voor gedwongen opname)
- RM tot voortgezet verblijf (verlening van de gedwongen opnamen)
- Voorwaardelijke RM (iemand wordt niet gedwongen opgenomen zolang hij/zij zicht houdt
aan de voorwaarden in de machtiging
- RM op eigen verzoek (cliënt vraagt een machtiging voor zichzelf aan, bv om af te kicken)
- Zelfbindingsmachtiging (rechter beslist dat de cliënt zich moet houden aan zijn
zelfbindingsverklaring)
Zelfbindingsverklaring:
Cliënt legt hierin vast hoe, waar en hoe lang hij behandeld wil worden als het niet goed met hem
gaat. Dit is alleen mogelijk voor psychische zorg en behandeling in de GGZ
Vrijheidsbeperkende maatregelen:
- Aanpassing aan bed of een ander bed (extra hoog of laag bed, waterbed of hoge bedranden)
- Elektronische hulpmiddelen (laserpaal die een signaal afgeeft, uitluistersystemen,
camerasystemen, GPS, belmatjes)
- Aanpassing in de begeleidende sfeer (meer / minder / andersoortige activiteiten of een
andere benaderingswijze)
- Activiteiten of middelen die onrust verminderen (snoezelen, ballendekens, zwaartedekens)
Opvoedingsstijlen:
- Permissief (toegeeflijk): veel aandacht voor de wensen en behoeften van het kind, geven hun
kind bijna altijd hun zin (ouders nemen kind serieus, maar zichzelf niet) opvoeder en kind
zijn gelijkwaardig, kind wordt verwend en leert geen grenzen kennen, kind leert niet om met
zijn emoties om te gaan en zichzelf te beheersen
- Autoritair: veel regels, ouder is de baas kind weet precies wat de ouder van hem
verwacht, kind kan angstig en volgzaam worden of opstandig en agressief, kind ontwikkelt
weinig zelfvertrouwen en weinig zelfstandigheid
- Verwaarlozend: kind wordt aan zijn lot overgelaten en mag alles zelf uitzoeken ouder
heeft alle tijd voor zichzelf of zijn werk, kind leert niks van ouders, groter risico om met
verkeerde vriendjes om te gaan, kind kan eenzaam worden
, - Democratisch: ouders stellen regels, maar hebben ook oog voor de wensen en behoeften van
het kind, kind wordt gesteund en aangemoedigd kind krijgt zelfvertrouwen en is open,
opvoedingsstijl kost veel energie, kind zal niet zomaar gehoorzamen en wil argumenten
horen, kind kan te vrij en te mondig worden
Passieve immunisatie:
Lichaam maakt zelf niet de antistoffen, maar krijgt ze van buitenaf binnen
- Kunstmatig: als het antiserum, meestal door injectie, wordt toegediend bij ernstige ziekte
of slangenbeet
- Natuurlijk: als de antistoffen (het antiserum) niet kunstmatig, door bijvoorbeeld injectie in
iemand zijn gespoten, maar een ‘natuurlijke’ route hebben afgelegd. via placenta of
moedermelk
Actieve immunisatie:
Lichaam maakt zelf de antistoffen + geheugencellen aan na contact met ziekteverwekker
- Kunstmatig: via vaccinatie (inspuiten van verzwakte of dode ziekteverwekkers)
- Natuurlijk: Je loopt een ziekte op, waarbij geheugencellen en antistoffen worden gemaakt
Kwaliteit van leven
Zegt iets over hoe een persoon zijn of haar lichamelijke, psychische en sociale functioneren ervaart.
Ook gaat het over andere aspecten, die objectief zijn in plaats van subjectief, zoals, beperkingen als
gevolg van ziekte.
Je kunt kijken naar 4 aspecten:
- Tevredenheid over het leven
- De ervaren gezondheid van de persoon (hoe de persoon zijn gezondheid ziet / ervaart)
- De beperkingen in het leven van de persoon (de functioneringsproblemen, wat belemmert
de persoon in zijn functioneren?)
- De regie over het eigen leven (Kan de persoon dingen zelf en heeft de persoon zelf te zeggen
wat de persoon doet of gaat doen in zijn leven?)
Je kunt ook de indicator ‘’tevredenheid’’ gebruiken om de kwaliteit van leven te bepalen:
- Tevredenheid met het leven
- Tevredenheid met de lichamelijke gezondheid
- Tevredenheid met de psychische gezondheid
Kwaliteit van zorg
De IGJ (inspectie gezondheidszorg en jeugd) en de NZa (Nederlandse zorgautoriteit) houden toezicht
op de zorg.
De ACM (autoriteit consument en markt) controleert de zorgondernemingen op grond van de
mededingingswet (wet die ervoor zorgt dat concurrentie door ondernemers beperkt wordt)
Is persoonsgebonden (voor de een ligt de lat hoger hierin dan voor de ander)
Luisteren naar het belang van de zorgvrager
Voorbeeld:
- Afsluitende gesprekken houden met de mensen na de beëindiging van de zorg om te kijken
wat er goed ging en wat er verbeterd kan worden.
- Startgesprek houden met alle betrokkenen om de zorg goed op elkaar af te stemmen