Leerdoelen gezondheidseconomie deeltentamen
Het belang van het vak economie van de gezondheidszorg aangeven:
gezondheidszorg is een belangrijke determinant van gezondheid en gezondheid is
belangrijk voor iedereen. De gezondheidsmarkt (GZM) heeft een aandeel in de totale
economie. De specifieke karakteristieken van de GZM zijn een vak apart. Ook is
gezondheidseconomie een belangrijk hulpmiddel voor beleid.
De kenmerken aangeven van de situatie waarin sprake is van volkomen
concurrentie (perfecte competitie): de kenmerken van volkomen concurrentie zijn:
veel vragers en aanbieders, homogeen goed, perfecte informatie voor vragers en
aanbieders, geen toe- of uittredingsbarrières.
De diverse karakteristieken aangeven waarin de gezondheidszorg van een
doorsneemarkt verschilt: de informatie is beperkt en ongelijk verdeeld,
prijzenmechanisme is grotendeels uitgeschakeld door privé zorgverzekering en
sociale verzekering, overheidsingrepen en geen keuzemogelijkheid, er zijn
aanbieders met verschillen rollen en belangen, er is sprake van een aanbod
geïnduceerde vraag, heterogene producten, Moral Hazard (bedrag wordt beïnvloed
door het ontbreken van een prijs), kosten gaan voor de baten uit (bv. bij preventie),
externe effecten (bv. vaccinatie), solidariteit (bereid te betalen voor iets wat je
mogelijk niet gebruikt om ook anderen toegang te bieden), ethische vraagstukken.
Aangeven wat er verstaan wordt onder een vraagcurve: de relatie tussen
maximale gevraagde hoeveelheid en de prijs, waarbij andere relevante factoren
constant verondersteld zijn. Meestal is deze lineair, met de vraag op de x-as en de
prijs op de y-as.
Aangeven wat er verstaan wordt onder een aanbodcurve: de relatie tussen de
maximale aangeboden hoeveelheid en de prijs van het geproduceerde goed, waarbij
andere relevante factoren constant verondersteld zijn. Deze is ook meestal lineair,
met het aanbod op de x-as en de prijs op de y-as.
Aangeven hoe een prijs tot stand komt op basis van vraag naar en aanbod van
een goed toegepast op de gezondheidsmarkt: de gevraagde hoeveelheid van een
goed is afhankelijk van voorkeuren van consumenten, het inkomen van consumenten
en de prijs van het goed en van andere relevantie goederen. De aangeboden
hoeveelheid van een goed is afhankelijk van de marktprijs, de productietechnologie
en de kosten van de inputfactoren. De vraag- en aanbodcurve snijden elkaar,
waardoor een prijs tot stand komt die de consument aan het product wil uitgeven.
Aangeven wat wordt verstaan onder een marktevenwicht: bij marktevenwicht is
de vraag gelijk aan het aanbod. Er is dan een evenwichtsprijs die ervoor zorgt dat de
vraag en het aanbod gelijk zijn. Door Q V en QA aan elkaar gelijk te stellen, kan je
deze evenwichtsprijs afleiden.
Aangeven wanneer er een verschuiving plaatsvindt langs en van de
vraagcurve: een verandering van de prijs van een goed zorgt voor een verschuiving
langs de vraagcurve, als de prijs van andere goederen verandert, verschuift de
curve. Als de prijs substituten omhoog gaat, verschuift de vraagcurve naar rechts.
Als de prijs van complementen omhoog gaat, verschuift de vraagcurve naar rechts.
, Aangeven wanneer er een verschuiving plaatsvindt langs en van de
aanbodcurve: bij een verandering van de aangeboden hoeveelheid verschuift de
aanbodcurve niet. De aangeboden hoeveelheid verandert alleen door een verschil in
de prijs. De verschuiving vindt dus plaats langs de aanbodlijn. Bij een toe- of afname
van het aantal producenten kan de aanbodcurve evenwijdig verschuiven. Als
bijvoorbeeld de productiekosten stijgen, kan de aanbodcurve evenwijdig naar links
verschuiven.
Het begrip eigen prijselasticiteit definiëren en eigen prijselasticiteiten
berekenen: de (eigen) prijselasticiteit is de mate waarin de gevraagde hoeveelheid
reageert op de prijs. Het betreft dus een proportionele verandering in de gevraagde
hoeveelheid als gevolg van een bepaalde proportionele verandering van de prijs.
eDp = (qnieuw – qoud)/qoud / (pnieuw – poud)/poud
‘D’ is de vraag, ‘p’ is eigen prijs, ‘q’ is hoeveelheid, ‘oud’ betekent voor de
prijsverandering en ‘nieuw’ betekent na de prijsverandering van 1%.
Het begrip inkomenselasticiteit definiëren en inkomenselasticiteiten
berekenen: de relatieve verandering in de vraag naar een goed als gevolg van een
kleine relatieve verandering in het inkomen y.
eDy = (qnieuw – qoud)/qoud / (ynieuw – youd)/youd (lineaire vraagcurven)
eDy = (q’ * youd)/qoud met q’ eerste afgeleide van vraag naar Y (alle vraagcurven)
Het begrip kruislingse prijselasticiteit definiëren en kruislingse
prijselasticiteiten berekenen: de mate waarin de vraag beïnvloed wordt door de
prijs van andere goederen.
eDpa = (qnieuw – qoud)/qoud / (pa, nieuw – pa, oud)/pa, oud
De begrippen consument- en producentsurplus en total welfare definiëren en
toepassen:
Consumentsurplus = verschil tussen maximale prijs die consument bereid is te
betalen en de prijs die hij werkelijk betaalt per hoeveelheid goed. (linksboven in
grafiek).
Producentsurplus = verschil tussen prijs die de producent bereid is te ontvangen
(=productiekosten) en de werkelijke prijs per hoeveelheid goed. (linksonder in
grafiek).
Total welfare = de som van consumentsurplus en producentsurplus.
Beschrijven hoe een individuele en een marktvraagcurve tot stand komen en
kan deze analyseren: de individuele vraagcurve is wordt bepaald door de voorkeur
van de consument, het inkomen van de consument en de prijs van het goed en van
andere relevante goederen. De marktvraagcurve wordt bepaald door de marktprijs,
de productietechnologie en de kosten van inputfactoren.