Het weer in Nederland kan van dag tot dag en plaats tot plaats verschillen. Het weer speelt zich af in
de atmosfeer (dampkring) = de toestand van de atmosfeer op een bepaald moment, in een bepaald
gebied.
In een weerbericht of een weerkaart kun je weerelementen zien: tempratuur, wind, bewolking,
neerslag en luchtdruk. Weerkundigen meten deze weerelementen met satellieten, weerballonen en
meetapparatuur in weerstations op het aardoppervlak. Zo maken ze een weersverwachting.
Zonlicht bestaat uit licht, maar ook uit ultraviolette straling.
- deze uv-straling is schadelijk, want je kunt eraan verbranden als je je huid niet bedekt. (huidkanker).
- in het weerbericht word vaak de zonkracht genoemd.
De zonkracht is een maat voor de hoeveelheid uv-straling in het zonlicht die de aarde bereikt. Als het
erg bewolkt is (bewolkingsgraad), is de zonkracht kleiner.
Het klimaat is het gemiddelde weer over een langere periode (30-40 jaar) in een bepaald gebied.
- bij de indeling van klimaten op aarde zijn de gemiddelde temperaturen in de koudste en de
warmste maand en de totale gemiddelde neerslag over een jaar belangrijk. (planten/dieren leven?)
Noord-Atlantische Drift = de warme zeestroom die warm water en warme, vochtige lucht naar
Europa brengt.
Benguelastroom = de koude zeestroom voor de kust van Zuidwest-Afrika.
Door de klimaatfactoren kunnen temperaturen en neerslagen in gebieden erg verschillend zijn.
- breedteligging = dit is de afstand tot de evenaar. Hoe verder van de evenaar, hoe lager de
gemiddelde temperatuur.
- hoogteligging boven zeeniveau = hoe hoger je komt, hoe lager de
gemiddelde temperatuur. Onder deze klimaatfactor valt ook het reliëf in een
gebied, zoals de ligging van een gebergte. Per km daalt de temperatuur met
6 graden.
- gesteldheid van het aardoppervlak (het soort oppervlak dat de zon
verwarmt = er is meer zonne-energie nodig om 1 M3 water (vloeistof) op te
warmen dat 1 M3 land (vaste stof). Water koelt langzamer af dan het land
dit komt doordat opgewarmd water zich kan mengen met kouder water
uit de diepte. Een gebied bij zee ontvangt met een wind vanaf zee vaak vochtige
lucht waar veel neerslag uit valt. (koele
wind in de zomer) en (warme wind in
de winter).
- afstand zee = een gebied bij zee
ontvangt met een wind vanaf zee vaak
vochtige lucht waar veel neerslag uit
valt (koele winter/warme zomer).
- de aanvoer van warmte, koude of vochtigheid van elders, door wereldwijde wind- en
oceaanoverstromingen.
1.2
, Nederland heeft een gematigd zee klimaat.
De temperatuur meet je op de schaal van Celsius met een thermometer.
- bij 0 graden bevriest water en bij 100 graden kookt water.
Op kaarten word de temperatuur vaak weergegeven met isothermen = lijnen die plaatsen met een
gelijke temperatuur met elkaar verbinden.
Zonnestralen vallen op het aardoppervlak, dat daardoor opwarmt en warme lucht afgeeft aan de
lucht erboven. De zon warmt de lucht dus niet direct op, maar via het aardoppervlak.
- op 10 km hoogte is het wel -52 graden.
- elke 1000 meter neemt de temperatuur met 6 graden af.
De aarde is bol en staat schuin, daardoor moeten sommige zonnestralen een lange weg afleggen en
andere zonnestralen een korte weg. Daardoor is de invalshoek op hoge breedte kleiner dan op lage
breedte.
- korte zonnestralen (lage breedte) kortere afstand (minder stofdeeltjes) en kleiner oppervlak
- lange zonnestralen (hoge breedte) langere afstand (meer stofdeeltjes) en groter oppervlak
Als de zon op de evenaar staat is het herfst of lente
Als de zon onder de evenaar staat is het winter noordpool is donker – zuidpool is licht
Als de zon boven de evenaar staat is het zomer noordpool is licht – zuidpool is donker
De aarde staat schuin doordat de aardas in het echt schuin staat ten
opzichte van de baan van het aarde om de zon.
- ene helft van het jaar is het noordelijk halfrond naar de zon toegekeerd.
- ene helft van het jaar is het zuidelijk halfrond naar de zon toegekeerd.
hierdoor veranderd de zoninvalshoek op elke breedtegraad, en ook de
hoeveelheid warmte.
Het gebied tussen 23 ½ N.B. = Kreeftskeerkring hele jaar warm (tropen
en dicht bij de evenaar)
Het gebied tussen 66 ½ N.B. = noordpoolcirkel
Het gebied tussen 23 ½ Z.B. = Steenbokskeerkring hele jaar warm
(tropen en dicht bij de evenaar)
Het gebied tussen 66 ½ Z.B. = zuidpoolcirkel
Het aardoppervlak in een gebergte wordt net als het aardoppervlak op
zeeniveau opgewarmd door zonnestralen, dus ook de atmosfeer erboven.
Maar omdat daar minder luchtdeeltjes boven het aardoppervlak zitten, houdt
de atmosfeer boven gebergten minder warmte vast en ontsnapt meer warmte
naar het heelal. hoe hoger je in de bergen komt, hoe lager de gemiddelde
temperatuur van de lucht is.
In de zomer is de lucht boven water kouder dan de lucht boven het land.
In de winter is de lucht boven water warmer dan de lucht boven het land.
dat komt door het verschil in opwarmen en afkoelen van water en land.
1.3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lisadekker0105. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €8,19. Je zit daarna nergens aan vast.