100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Global Politics in the 21st Century H4-H6 €2,99   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Global Politics in the 21st Century H4-H6

 396 keer bekeken  15 keer verkocht

Korte samenvatting van de hoofdstukken 4,5 en 6 van Jackson's Global Politics. O.a. bruikbaar voor het vak Introductie in de Internationale Betrekkingen.

Voorbeeld 3 van de 8  pagina's

  • Nee
  • H4 t/m h6
  • 10 oktober 2014
  • 8
  • 2014/2015
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (4)
avatar-seller
CElena
Samenvatting Robert J. Jackson’s Global Politics in the 21st Century

Hoofdstuk 4: Modern States: Power, leaders and decisions in global politics

 Regering: organisatie van mensen om conflicten en onenigheden op te lossen.
 Moderne staat: een staat waarin de nadruk ligt op tegelijkertijd legitimiteit en goedkeuring
van de bevolking en op autoriteit en orde. Ze worden gedefinieerd door soevereiniteit en
macht, i.p.v. cultuur of etniciteit.

Vanaf de 17e eeuw ontstonden in Europa de staten zoals wij die nu kennen. Vooral na WOII nam het
aantal staten in de wereld sterk toe, vanwege de dekolonisatie. Met staat wordt een politieke
eenheid van een bepaald gebied bedoeld. Een staat bestaat uit 3 aspecten:
- Grondgebied
- Bevolking
- Bestuur
Een staat rust dus op soevereiniteit, dit betekent ongedeelde macht: de volledige macht ligt bij de
staat zelf. In theorie betekent dit dat een staat volledig vrij en onafhankelijk is van andere actoren, in
de praktijk blijkt dit vaak niet het geval te zijn. Dit heeft o.a. te maken met globalisering, nieuwe
veiligheidsdilemma’s, internationale organisaties, etc. Er is dus een verschil tussen de jure en de facto
soevereiniteit.

Staten verschillen erg van elkaar, maar op sommige gebieden zijn zij in groepen in te delen.
 Failed states: staten waarvan de regering heeft gefaald en de boel niet bij elkaar heeft
kunnen houden.
 Natiestaat: staat bestaande uit één natie (één culturele entiteit).
Staten bezitten in verschillende maten macht. Macht is volgens Jackson de mogelijkheid om andere
te laten doen wat jij wilt, zowel d.m.v. overreding als dwang. Macht bestaat in allerlei vormen en het
wordt in al die vormen gebruikt door beleidsmakers om hun zin te krijgen.

Machtsbronnen:
 Economie
o Hoe sterker » hoe beter in staat een militaire macht op te bouwen » beter in
staat vrienden/vijanden te beïnvloeden
o Te meten aan:
 BBP/GDP
 PPP
 Geografie
o Kenmerken grondgebied
o Ligging
o Populatiegrootte en –dichtheid
 Grondstoffen, techniek en wetenschap
 Militair vermogen
o Grootte, samenstelling en uitrusting
o Staten met een sterke economie kunnen meer investeren (overschot » fungible)
 Soft Power:
o De manier waarop een staat kan krijgen wat hij wil zonder daarbij dwang te
gebruiken. Bijvoorbeeld door:
 Cultuur, inclusief, open, publiek support, reciprociteit, ideologie en
leiderschap.

, o Soft Power maakt je vooral overtuigend in de diplomatie. Wanneer men soft power
met ‘hard power’ (militair, economisch, etc.) combineert noemt men dat Smart
Power.

Het ‘maken’ van buitenlands beleid:
 Diplomatie: beïnvloeden van andere staten
o Compromissen sluiten; onderhandelen; “straffen”; manipuleren, dwingen, etc.
o De afgelopen decennia is de diplomatie veranderd
 Razendsnelle communicatie
 Onderhevig aan de massamedia (en daarmee de publieke opinie) » Kan ook
juist in het voordeel worden gebruikt [public diplomacy = communiceren van
de standpunten; propaganda].
o Spionage
o Steunen van rebellerende groepen in het andere land (tegenstanders van die staat)
 Economie:
o Negatieve beïnvloeding d.m.v. economische sancties
o Positieve beïnvloeding d.m.v. economische hulp
 Militaire (dwang)strategieën: het dreigen of daadwerkelijk gebruiken van militaire kracht
o Afschrikken of afdwingen
 Overigens kunnen ook de strategieën samen worden gebruikt.

Ook leiders kunnen een belangrijke rol spelen. Zij zijn vaak charismatisch en sterke figuren. Echter, je
kent ze enkel via de media, het is dus een publiek plaatje. Hoewel ze vaak degenen lijken te zijn die
het beleid beslissen en maken, zijn ook zij onderhevig aan allerlei onafhankelijke (f)actoren in de
internationale politiek.
- Liberalen geloven dat leiders van uitermate groot belang zijn, omdat ze verschillende
individuen en ervaringen verbinden.
- Constructivisten zien het belang van de leider niet en kijken liever naar de groepen en
individuen die achter de voorste linie staan. Zij geloven in hun invloed.
- Realisten denken dat de leiders totaal geen invloed hebben op het beleid, ze maken altijd
keuzes voor het nationaal belang.
Een leider zal in sommige situaties meer macht hebben dan in andere. Zo ziet men een crisissituatie
vaak als zodanig dat er snel en duidelijk gehandeld moet worden, waardoor beslissingen ook sneller
worden gemaakt en een leider meer invloed kan uitoefenen.

De internationale politiek kent vele actoren, zowel in groepen als individueel. Hoe bepalen zij het
beleid? Naast het feit dat politieke processen vaak al ingewikkeld zijn, zijn er ook allerlei
psychologische processen mee gemoeid:
 Soms worden dingen verkeerd gezien of verkeerd opgevat, bijvoorbeeld vanwege verkeerde
communicatie of interpretatie (misperception).
 Kunstmatig vooroordeel (affective bias): iemand o.b.v. ongegronde redenen (raciaal, sociaal,
etc.) niet mogen en hier ook naar handelen.
 Cognitief vooroordeel (cognitive bias): menselijk brein is beperkt in het maken van keuzes;
niet alle informatie kan gebalanceerd worden afgewogen. Hierdoor versimpelt de brein vaak
zaken en worden andere zaken over het hoofd gezien. Zo wordt er constant geprobeerd een
cognitieve balans te behouden.
o Het creëren van een spiegelbeeld van jouw tegenstander
o Wensdenken
o Terugkijken naar het verleden op zoek naar parallellen die jou kunnen vertellen wat
te doen.

, De internationale politiek kent 3 modellen die beschrijven hoe buitenlands beleid tot stand komt:
1. Rational actor model
 Zes stappen:
o Besluitmaker geconfronteerd met probleem
o Doelen en prioriteiten worden gerangschikt naar belang
o Een lijst van alternatieven wordt samengesteld
o Consequenties van elk alternatief worden bekeken
o Alle consequenties & alternatieven vergeleken
o Maken van beslissing
 Vaak gehoorde kritiek is dat het in de realiteit zelden zo gaat omdat het dan veel
gecompliceerder of onzekerder is.
 Gaat er (i.t.t. de andere modellen) vanuit dat een staatsbestuur één overzichtelijk,
hiërarchisch geordend orgaan is. In de werkelijkheid is het eerder een complex web van
relaties.
2. Organizational process model
 Besluitmakers vertrouwen op gestandaardiseerde responsen/handelingscodes om tot
een beleidsconclusies te komen (vooral in crisissituaties).
 Net zoals bij model 3 zullen individuele leiders maar weinig invloed hebben op de
uitkomst.
 Net zoals bij model 3 verklaart dit echter niet hoe radicale veranderingen en beslissingen
worden gemaakt.
3. Bureaucratic/government bargaining model
 Besluiten komen tot stand door onderhandelingen tussen verschillende partijen met
andere ideeën en doelen.

Game theory
Game theory kan worden gebruikt om het proces besluitvorming in bepaalde situaties na te trekken
of te voorspellen.
 Chicken: wie geeft er als eerst op ?
 Prisoner’s dilemma: is er sprake van een wederzijds vertrouwen?
 Stag hunt: kiest met voor de maximale uitkomst, maar stelt het zich hierbij kwetsbaar op
vanwege samenwerking, of gaat het voor een mindere uitkomst die individueel te
behalen is?

Hoofdstuk 5: The Global System, major and middle powers

 Globale systeem = set van relaties, regels en actiepatronen tussen staten en andere actoren
van belang in de wereld. `
o Afgelopen eeuwen met de komst van de moderne staat sterk ontwikkeld – tempo
van verandering is ook omhoog gegaan
o Globale structuur ligt hieraan ten grondslag. Dit zijn de kenmerken van het systeem
die de actiepatronen, relaties, etc. bepalen.
o Het systeem bestaat uit losse onderdelen: zij vormen het samen. Moeilijk hierbij is:
 Onderscheiden welk deel (hoe) invloedrijk is
 Wat is de invloed van veranderingen?
 Wanneer is er een nieuw systeem? [als alle karaktertrekken radicaal zijn
veranderd]

Het globale systeem kan verschillende concepten kennen.
Die zijn gebaseerd op polariteit: staten trekken aan/stoten af andere staten (diplomatiek gebied), zo
ontstaan er invloedsferen

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper CElena. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 67096 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€2,99  15x  verkocht
  • (0)
  Kopen