Onjuiste herhaling
Een vast voorzetsel wordt ten onrechte 2 keer gebruikt.
Met een ondernemer met zo’n twijfelachtige reputatie zou ik zeker geen zaken mee doen.
Tautologie
Twee keer wordt er hetzelfde gezegd met verschillende woorden van dezelfde woordsoort.
Vermoedelijk zal de voorzitter van de Eerste Kamer waarschijnlijk dinsdag zijn aftreden
bekendmaken.
Dat zou je vast en zeker lukken (is geaccepteerd)
Pleonasme
Een deel van de betekenis van het woord wordt benadrukt door een woord van een andere
woordsoort.
Als je de show goed wilt zien, moet je van tevoren een plaats in de zaal reserveren.
Er is dit weekend witte sneeuw gevallen
Contaminatie
Twee woorden of uitdrukkingen worden verward
Uitprinten -> uitdraaien, printen
Zich irriteren aan -> zich ergeren aan, irriteren
Het hoofd in de schoot werpen -> het hoofd in de schoot leggen, de handdoek in de ring werpen.
Dubbele ontkenning
Twee keer gebruik gemaakt van een ontkenning, doordat er een werkwoord in de zin staat met een
ontkennend karakter (misbruiken, verbieden, voorkomen, weerhouden, etc.)
De overheid probeert via tv-spotjes te voorkomen dat burgers niet te veel geld lenen.
1
, Formuleren samenvatting Demi Snoek 5VWO
Onderdeel 2 (fouten met verwijswoorden)
Verwijswoord: wijzen terug naar een eerder genoemd woord of vooruit naar een woord dat
verderop in de zin staat. Het woord waarnaar verwezen wordt heeft een antecedent.
Belangrijk bij het gebruik van verwijswoorden:
- Dat je het juiste verwijswoord gebruikt.
- Dat het absoluut duidelijk is waarnaar het verwijswoord verwijst.
Onjuist verwijswoord
Kiezen van het verwijswoord:
1. Stel het antecedent vast (bij een woordgroep stel je de kern vast)
2. Kies aan de hand van het schema het correcte verwijswoord (VNW = voornaamwoord)
ANTECEDENT PERSOONLIJK VNW BEZITTELIJK VNM AANWIJZEND VNM BETREKKELIJK VNM
MANNELIJK DE- Hij, hem Zijn , z’n Deze, die die
WOORD
VROUWELIJK Zij, ze Haar Deze, die Die
DE-WOORD Bij niet personen: Ze
HET-WOORD Het Zijn, z’n Dit, dat Dat
(ONZIJDIG)
MEERVOUDIGE Onderwerp: zij, ze hun Deze, die Die
ZELFSTANDIGE Lijdend voorwerp: hen
NAAMWOORDEN Na voorzetsel: hen
Meewerkend
voorwerp zonder
voorzetsel: hun
dat of wat:
‘dat’ gebruik je als je naar een het-woord verwijst.
‘Wat’ gebruik je als je verwijst naar:
- Een overtreffende trap (het beste, het mooiste)
- Een onbepaald voornaamwoord (alles, iets, niets, het enige)
- Een hele zin
Wie of waar:
Wie: bij personen gebruik je voorzetsel + wie
Waar: bij zaken (dingen) gebruik je waar + voorzetsel
onduidelijk verwijzen
Sprake van als een verwijswoord verwijst naar iets wat niet in de tekst staat, er is dan geen
antecedent. Je moet dus altijd ervoor zorgen dat een verwijswoord verwijst naar één antecedent,
niet twee of meer.
Jacques is dol op allerlei Franse gebruiken, maar hij is daar nog nooit geweest.
2
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Demisnoek. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,39. Je zit daarna nergens aan vast.