Natuurkunde H11 sv – Zonnestelsel en heelal:
> waarnemingen in de oudheid: Par 11.1:
-> Babylonische sterrenkundigen zagen hoe de zon en de sterren opkwamen in het oosten en
ondergingen in het westen, alsof ze rond de aarde bewogen
-> drm beschouwde ze toen de aarde als t middelpunt van t heelal => geocentrisch wereldbeeld
-> planeten en sterren draaien in eigen schillen rond de aarde.
-> de sterren zijn t verst verwijderd en hebben een vaste plaats op de buitenste schil
-> dit beeld bleef lang zo omdat de kerk de middeleeuwse plaats innam: mens is hoogtepunt van de schepping dus aarde
is centrum van t heelal
-> later veranderde t denken vd mensen: kennis moest gebaseerd zijn op onderzoek en experiment
-> in 1530 kwam Copernicus met t heliocentrisch wereldbeeld:
De zon is t middelpunt van t heelal
De aarde en andere planeten beschrijven cirkelbanen rond de zon
De maan draait in een cirkelbaan om de aarde
De sterren staan op grote afstand van de zon en zijn in rust ten opzichte van de zon
-> het zonnestelsel of planetenstelsel bestaat uit de zon en planeten
-> Mercurius en Venus staan dichter bij de zon dan de aarde -> binnenplaneten
-> zie je kort na zonsondergang of kort voor zonsopgang
-> na de aarde komt Mars, de 1e buitenplaneet
-> nog verder ligt de planetoïdengordel die bestaat uit rotsblokken met een diameter variërend van
enkele m tot tientallen km
-> de buitenplaneten Jupiter, Saturnus, Uranus en Neptunus staan verder dan de planetoïden
> hemellichamen:
-> de dagelijkse beweging van de zon en de sterren is een schijnbare beweging, want t is t gevolg
van de draaiing van de aarde om haar as (rotatie van de aarde)
-> de sterren voeren een cirkelbeweging uit rond een stilstaande ster.
-> dit is de Poolster, die in het verlengde van de aardas ligt en drm precies in t noorden staat
-> de dagelijkse beweging van de zon verandert in de loop van t jaar.
-> zomer komt de zon eerder op en gaat later onder dan in de winter
-> ook staat de zon ’s zomers hoger aan de hemel dan in de winter. Te verklaren met:
De jaarlijkse beweging van de aarde om de zon
T feit dat de aardas een hoek maakt met t baanvlak van de aarde
-> Als de aarde zich in positie A bevindt, valt de meeste zonnestraling
op t noordelijk halfrond, dan is het daar zomer
-> een half jaar later, in positie B, is t winter op t noordelijk halfrond
-> terwijl de aarde om de zon beweegt zie je ook de sterrenhemel veranderen.
-> behalve sterren zie je ook planeten, deze zijn zichtbaar, omdat ze t
zonlicht weerkaatsen
-> de beweging van planeten verschilt met die van de sterren.
-> terwijl de sterren een vaste plaats innemen t.o.v. elkaar, kunnen
planeten lusvormige banen beschrijven t.o.v. die ‘vaste’ sterren
> de maan:
-> net als de planeten weerkaatst de maan een deel van t opvallende zonlicht
-> vanaf de aarde zie je hoe de zon gedurende 1 omloop vd maan om de
aarde steeds een ander deel van de maan verlicht
-> je spreekt dan van maanfasen of schijngestalten
-> de 4 belangrijkste zijn: nieuwe maan, eerste kwartier, volle maan en laatste kwartier
-> De beweging van de maan om de aarde is belangrijk voor onze tijdrekening
-> de aarde draait in 365,25 dagen rond de zon. 1 jaar duurt 365 dagen
-> drm om de 4 jaar een schrikkeljaar van 366 dagen
, -> de maan draait om de aarde in 27,32 dagen, maar de periode van volle maan tot de volgende
volle maan duurt 29,53 dagen -> dit is ongv gelijk aan 1 maand
-> de tijdsduur van 1 aswenteling van de aarde is het etmaal of de dag
-> alleen Venus en Mercurius hebben geen maan -> BINAS 31
-> Saturnus heeft een dunne ring die uit meerdere kleineren ringen is opgebouwd
-> de ringen bestaan uit miljarden (ijs)deeltjes met een doorsnede van paar cm tot 10tallen m
> Verduisteringen:
-> Als t nieuwe maan is en als bovendien aarde, maan en zon op 1 lijn liggen, valt de schaduw van
de maan op een klein deel van t aardoppervlak
-> vanaf dat deel van de aarde gezien, staat de maan dan precies voor de zon
=> zonsverduistering
-> afhankelijk van je plaats op de aarde zie je de zon niet, gedeeltelijk of geheel verduisterd
-> Als de maan door de schaduw van de aarde heen beweegt, is het volle maan
=> maansverduistering
-> de maan kan dan geheel of gedeeltelijk verduisterd zijn
-> elke maand een x volle en nieuwe maan, maar niet elke x verduistering
-> dat komt omdat t baanvlak van de maan om de aarde een hoek
van ongv 5° maakt met t baanvlak van de aarde om de zon
-> Verduisteringen vinden alleen plaats als zon, maan en aarde
op de snijlijn van die 2 baanvlakken liggen -> dit is vrij zeldzaam
> Kometen, meteoren en meteorieten
-> Soms zie je een komeet -> vallen op door hun enorme staart
-> kometen bewegen in langgerekte ellipsbanen rond de zon
-> de omlooptijden variëren van enkele tot honderden jaren
-> een komeet heeft een kern van enkele tientallen km’s groot
-> deze bestaat uit stukjes gesteente en stof, bijeengehouden door ijs en vast koolstofdioxide
-> als de komeet de zon nadert, verdampen de vaste bestanddelen in de kern
-> de ontsnapte gassen en stofdeeltjes vormen dan een staart die van de zon af is gericht en
miljoenen km’s lang kan worden
-> een aantal malen per jaar kun je meteoren zien
-> in augustus trekt de aarde jaarlijks door een meteorenzwerm, wss is t restant v.e. voormalige komeet
-> de benaming ‘vallende ster’ is misleidend, want t gaat om stukjes gruis of stofdeeltjes die met
hoge snelheid onze dampkring binnenkome en daardoor enorme wrijvingswarmte verbranden
-> door t lichtspoor die hierdoor ontstaat, noem je een meteoor ook wel een vallende ster
-> Grotere stukke steen verbrande slechts gedeeltelijk en slaan dan in op de aardbodem: meteoriet
-> hierdoor ontstaat een krater
-> de maan heeft geen dampring dus heeft veel meer meteorietinslagen dan op de aarde
> Satellieten:
-> een aantal satellieten of kunstmanen cirkelt, net als de maan, rond de aarde. Gebruik voor:
Militaire doeleinden
Telecommunicatie
Positiebepaling en navigatie (gps)
Onderzoek naar aarde en heelal
-> ISS (International Space Station) is permanent bemand voor onderzoek
> Gravitatiewet van Newton Par 11.2:
-> hoe langer de val van iets, hoe groter zijn snelheid.
-> de valwetten van Galilei:
De vrije val is een eenparig versnelde rechtlijnige beweging
De valversnelling g is voor alle voorwerpen op dezelfde plaats op aarde gelijk