De financial professional kan de bronnen van bedrijfsrecht
benoemen
Bronnen van nationaal bedrijfsrecht
In de eerste plaats vinden we de wettelijke regeling in het Wetboek van
Koophandel.
Als tweede belangrijkste bron van bedrijfsrecht geldt het Burgerlijk
Wetboek. Zo regelt het BW:
• De overeenkomst van lastgeving
• De naamloze en besloten vennootschap
• De jaarrekening
Sommige onderwerpen die tot het bedrijfsrecht worden gerekend, zijn in
afzonderlijke wetten geregeld. Denk bijvoorbeeld aan de Faillissementswet
en de Handelsregisterwet.
Verder wordt een belangrijke nationale bron van bedrijfsrecht gevonden in
de handelsusances. Deze zijn bij wijze van ongeschreven gewoonterecht tot
deel van het geldende bedrijfsrecht geworden.
Ten slotte geldt dat ook voor het bedrijfsrecht dat aan de ontwikkeling van
het geldende recht een belangrijke bijdrage wordt geleverd door
rechtspraak en wetenschap.
Bronnen van internationaal bedrijfsrecht
De normen voor het internationaal handelsverkeer vinden we in de eerste
plaats in het internationaal privaatrecht. In het Nederlandse recht vinden
we de belangrijkste internationaal privaatrechtelijke regels in de Wet
Algemene Bepalingen (Wet AB). Ten slotte vormen ook de internationale
verdragen en de internationale rechtspraak een bron van internationaal
bedrijfsrecht.
De financial professional kan de inhoud en indeling van het
bedrijfsrecht beschrijven
Het bedrijfsrecht valt uiteen in drie hoofddelen die elk afzonderlijk worden
gekenmerkt door een bepaald verschijnsel van ons economisch leven:
1. De onderneming
2. Het economisch verkeer
3. De mededinging
, 1. De onderneming (ondernemingsrecht)
Het ondernemingsrecht richt zich op de deelnemers aan het economisch
verkeer, te weten ondernemingen. Het ondernemingsrecht bestaat uit de
volgende onderdelen:
• Vennootschapsrecht
• Administratie en de jaarrekening
• Vertegenwoordiging van de onderneming.
2. Het economisch verkeer (handelsverkeersrecht)
Het handelsverkeersrecht heeft betrekking op het economisch verkeer,
zoals dit zich afspeelt door middel van bedrijfsmatige transacties. Het gaat
hier om transacties zowel tussen de ondernemers onderling, als tussen
ondernemers en consumenten.
3. Vertegenwoordiging van de onderneming (mededingingsrecht)
Het mededingingsrecht waakt tegen aantasting van bepaalde factoren die in
de concurrentiestrijd bescherming verdienen. Voorts richt het
mededingingsrecht zich tegen onjuiste concurrentiemethoden. Onder het
mededingingsrecht vallen de volgende onderwerpen:
• Industriële eigendom: octrooirecht, modellenrecht, auteursrecht,
merkenrecht
• Onoorbare concurrentie: onrechtmatige concurrentie en (Europees)
kartelrecht.
De financial professional kent de inhoud van de begrippen
zelfstandig beroep, onderneming en bedrijf
Om de begrippen “bedrijf” en “onderneming” te kunne omschrijven, moeten
we uitgaan van het begrip “beroep”. Een beroep is elke maatschappelijke
werkkring. Een beroepsoefenaar heeft een vaste werkkring, hij verricht met
een zekere regelmaat en tegen betaling bepaalde werkzaamheden. Het
begrip bedrijf is minder ruim dan het begrip beroep. Ieder die een bedrijf
uitoefent, oefent ook een beroep uit. Het omgekeerde gaat niet op. Wie als
ondergeschikte werkzaam is, oefent zelf geen bedrijf uit. Ook vrije
beroepsbeoefenaren behoeven geen bedrijf uit te oefenen!
Wil het beroep tevens een bedrijf zijn dan moet sprake zijn van een zekere
zelfstandigheid alsmede het op commerciële wijze openlijk naar buiten
optreden in een bepaalde hoedanigheid, bijvoorbeeld door het plaatsen van
advertenties. Artsen, accountants en advocaten oefenen naar de heersende
,opvatting geen bedrijf uit omdat zij niet openlijk naar buiten mogen
optreden. Sinds kort mogen zij wel adverteren, maar zij mogen zichzelf
daarbij niet bij het publiek aanprijzen.
Van een scherp onderscheid tussen beroep en bedrijf is echter geen sprake.
Wanneer bedrijfsuitoefenaren samenwerken dan spreekt men van een
vennootschap onder firma (III.1 art. 16). Deze vennootschap is een
maatschap tot uitoefening van een bedrijf. Wanneer beroepsbeoefenaren in
een maatschap zijn verenigd, worden zij geacht geen bedrijf uit te oefenen.
Het begrip onderneming is een minder ruim begrip dan bedrijf. Wil de
uitoefening van een bedrijf tevens als het drijven van een onderneming zijn
aan te merken, dan moet in georganiseerd verbande worden opgetreden en
dan moet tevens het oogmerk bestaan om winst te maken. Een vof kan
tevens een onderneming zijn, mits het winstoogmerk aanwezig is.
Ondernemingen bij uitstek zijn de nv en de bv.
Samenvattend kan worden gesteld dat iedereen die werkt een beroep
uitoefent. Dit kan in loondienst of zelfstandig. Samenwerking met andere
beroepsbeoefenaren kan in de vorm van een maatschap. Wanneer een
zelfstandige beroepsbeoefenaar op commerciële wijze openlijk naar buiten
optreedt, oefent hij een bedrijf uit. Hij kan dit alleen (eenmanszaak) doen of
in samenwerking met anderen (vof). Wanneer ten aanzien van de
bedrijfsbeoefenaar naast een georganiseerd verband tevens het oogmerk
om winst te maken aanwezig is, drijft de bedrijfsuitoefenaar tevens een
onderneming.
De financial professional is op de hoogte van de regels omtrent de
administratie en de jaarrekening van bedrijven
De verplichting tot het voeren van een administratie is te vinden in art.
3.15i BW. Ieder die een bedrijf uitoefent, is verplicht tot het voeren van een
administratie. Dit zijn dus alle bedrijfsuitoefenaren inclusief degenen, die
tevens een onderneming drijven. Ingevolge art. 162 Rv kan de rechter in de
loop van een procedure ambtshalve of op verzoek de openlegging van de
administratie bevelen. Openlegging van de administratie kan worden
gevorderd in geval van faillissement.
Jaarrekening van ondernemingen (Titel 9 Boek 2)
Uitsluitend rechtspersoonlijkheid bezittende bedrijven dienen jaarlijks een
jaarrekening te presenteren. Het zijn (art. 2:360 BW):
, • De coöperatie
• De onderlinge waarborgmaatschappij
• De nv
• De bv
In lid 2 en 3 valt ook te lezen onder welke voorwaarden deze titel ook geldt
voor de vof en de cv, de stichting en de vereniging.
Algemene bepalingen (art. 2:361 t/m 363 BW)
De balans (art. 2:364 t/m 376 BW)
De winst-en-verliesrekening (art. 2:377 BW)
De toelichting (art. 2:378 t/m 383 BW)
De financial professional weet wanneer er sprake is van een
dochtermaatschappij, een deelneming, groepsmaatschappij en een
groep
Deelneming (art. 2:24c BW)
Het kan zijn dat een bedrijf medezeggenschap uitoefent in een ander
bedrijf. We spreken dan van een deelneming. Een deelneming kan minder
of meer omvangrijk zijn. In dit verband maakt de wet een onderscheid
tussen deelnemingen en dochtermaatschappijen. Een dochtermaatschappij
is altijd een deelneming en wel een meerderheidsdeelneming.
De wet maakt een onderscheid tussen deelnemende rechtspersonen en
deelnemende contractuele vennootschappen. Rechtspersonen kunnen
deelnemen in zowel rechtspersonen als contractuele vennootschappen.
Contractuele vennootschappen kunnen uitsluitend deelnemen in
rechtspersonen. Een rechtspersoon die deelneemt in een vof doet dit als
vennoot. In een commanditaire vennootschap kan zij deelnemen als
vennoot of als commanditair vennoot. Een rechtspersoon of een
contractuele vennootschap die deelneemt in een nv of bv doet dat als
aandeelhouder.
Dochtermaatschappij (art. 2.24a BW)
Het begrip dochtermaatschappij is minder ruim dan het begrip deelneming.
Wil een deelneming tevens als dochtermaatschappij kunnen worden
aangemerkt dan moet aan twee voorwaarden zijn voldaan. In de eerste
plaats moet de deelnemende maatschappij een rechtspersoon zijn;
contractuele vennootschappen kunnen derhalve geen
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper mccash. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.