Samenvatting
Samenvatting Van alles wat meenemen
Samenvatting van het boek 'van alles wat meenemen'.
[Meer zien]Voorbeeld 3 van de 48 pagina's
Voorbeeld 3 van de 48 pagina's
In winkelwagengesponsord bericht van onze partner
Gekoppeld boek
Titel boek:
Auteur(s):
- Uitgave:
- ISBN:
- Druk:
2 beoordelingen
Door: janvanduyn1 • 4 jaar geleden
Door: Melissa84 • 7 jaar geleden
Voorbeeld van de inhoud
Hoofdstuk 1 Diversiteit openbaart raakvlakken1.2
Als het gaat om het samenleven allochtonen en autochtonen, zijn we veelal geneigd meer
naar de verschillen dan naar de overeenkomsten te kijken. Deze menselijke neiging werkt
eenzijdige beeldvorming, generalisaties en vooroordelen in de hand.
De huidige beeldvorming komt door informatiestromen, meningen en emoties. Denk aan het
beeld van moslims door 9/11 en de moord van Theo van Gogh. De toenemende verharding
in het islamdebat heeft onder andere tot gevolg dat jonge moslims krenking en een gebrek
aan acceptatie ervaren, wat kan leiden tot zelfuitsluiting en een toename van wij-zij-denken.
Vooroordelen kunnen betrekking hebben op specifieke kenmerken van uiteenlopende
groepen: mensen die een andere taal spreken, een handicap hebben, een andere
huidskleur, cultuur of religie, een afwijkende gezinsvorm, et cetera.
Vooroordelen zijn gebaseerd op generalisaties: op basis van een enkele ervaring met één of
meer personen uit een bepaalde groep vormt iemand zich een vooroordeel over de hele
groep.
Vooroordelen komen behalve uit een gebrek aan kennis ook voort uit emoties als angst en
kwaadheid.
De kans op het ontstaan van vooroordelen – en daarmee op discriminatie – vermindert
- Als er aandacht wordt besteed aan de overeenkomsten tussen groepen, culturen en
religies.
- Als ook de verschillen binnen de groep zichtbaar worden gemaakt.
1.3
De komst van diverse etnische en culturele groeperingen naar Nederland is geen recent
verschijnsel. De handel, de havens en de relatief centrale ligging in Europa maken
Nederland al eeuwenlang tot een betrekkelijk open land.
Na de Tweede Wereldoorlog – en vooral na 1960 – worden in het Nederlandse
overheidsbeleid drie groepen buitenlanders onderscheiden:
- Arbeidsmigranten en hun gezinsleden;
- Inwoners van voormalige koloniën;
- Asielzoekers en vluchtelingen.
Arbeidsmigranten: Tussen 1960 en 1968 was het voor Nederland economisch interessant
om wervingscampagnes ‘gastarbeiders’ aan te trekken uit met name mediterrane landen:
eerst uit Spanje, Italië en Griekenland, later uit Turkije en Marokko. Men ging er aanvankelijk
vanuit dat de werknemers na een aantal jaren hard werken met het gespaarde geld zouden
terugkeren naar het land van herkomst. Dit pakte anders uit: terugkeren wat economisch niet
aantrekkelijk. Men liet vrouw en kinderen rond 1970 overkomen (gezinshereniging). De
huidige nieuwkomers uit die landen komen in het kader van gezinsvorming: partners uit de
landen van herkomst die trouwen met een in Nederland opgegroeide allochtone jongere.
In 2010 woonden 1.862.150 niet-westerse allochtonen.
Sinds de toetreding van Oost-Europese landen tot de EU komen er nieuwe groepen
arbeidsmigranten naar Nederland. Het merendeel komt uit Polen.
Inwoners van voormalige koloniën:
- In het kader van de onafhankelijkheid van Indonesië kwamen tussen 1948 en 1952
ongeveer 300.000 Indische Nederlanders en Molukkers naar Nederland.
- Tussen 1970 en 1979 kozen ongeveer 300.000 Surinamers bij de
onafhankelijkheidswording van Suriname voor een bestaan in Nederland.
, - Antilliaanse Nederlanders kwamen tussen 1970 en heden vooral met het oog op werk
en studie naar Nederland.
Vluchtelingen en asielzoekers: Het aantal mensen dat asiel aanvraagt (asielzoekers) en krijgt
(erkende vluchtelingen) is in de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw sterk gestegen.
Redenen om te vluchten zijn vooral politieke onderdrukking en oorlog. Slechts een deel van
de asielzoekers wordt na een langdurig en uitgebreid onderzoek als vluchteling erkend.
Aanvankelijk bestond de groep vluchtelingen voornamelijk uit alleenstaande volwassen
mannen, maar sinds 1990 zijn het in toenemende mate vluchtende gezinnen en
zogenoemde Alleenstaande Minderjarige Asielzoekers (AMA’s).
1.4
Volgens de standaarddefinitie van het CBS wordt een persoon tot de allochtonen gerekend
als ten minste één ouder in het buitenland is geboren.
Bij de standaarddefinitie worden eerste en tweede generatie allochtonen onderscheiden,
alsook westerse en niet-westerse allochtonen. Westerse allochtonen zijn afkomstig uit
Europa (met uitzondering van Turkije), Noord-Amerika, Australië, Japan, en Indonesië. Niet-
westerse allochtonen zijn afkomstig uit Afrika, Latijns-Amerika, Azië en Turkije.
Het aantal allochtonen is zeer ongelijk over het land verspreid. Veertig procent van de
allochtonen woont in de vier grote gemeenten (Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht).
Eén op de drie inwoners van Rotterdam, Amsterdam en Den Haag is van niet-westerse
afkomst. In Amsterdam en Rotterdam zijn op elke 100 jongeren er 55 van niet-westerse
afkomst. De asielzoekers in de centrale opvang zijn onder andere om deze reden verspreid
over provincies waar relatief weinig allochtonen wonen.
1.5
Nederland telt procentueel gezien na Frankrijk het hoogste aantal moslims in West-Europa.
Bijna de helft van de niet-westerse allochtonen is aanhanger van de islam. De meerderheid
identificeert zich wel als moslim, maar praktiseert weinig. Een minderheid is orthodoxer.
Onder een deel van de Marokkaanse jongeren is de ‘politieke islam’ in opkomst.
Verdeling moslims per herkomstgroep:
Turken: 38%
Marokkanen: 31%
Overig niet-westers: 26%
Westerse allochtonen: 4%
Autochtonen: 1%
1.6
De verschillen in opvoeden die we tegenkomen tussen allochtonen en autochtonen hebben
onder meer te maken met de gevolgen van de migratie. De eerste generatie allochtonen
nemen hun culturele bagage mee uit het land van herkomst. Via de media, sociale contacten
et cetera komen Nederlandse waarden en normen hun leefwereld binnen. Binnen deze
dubbele context van enerzijds het land van herkomst en anderzijds van het nieuwe land
moeten zijn hun kinderen opvoeden.
Culturele bagage: De afstand tussen opvoedingsgewoonten in de thuissituatie en die in de
Nederlandse samenleving kan leiden tot spanningen tussen migrantenouders en hun
kinderen.
Taalgebruik en omgangscodes: Als de taal en/of de codes voor communicatie thuis en
daarbuiten veel verschillen, kan dat botsen. Impliciet taalgebruik is daar een voorbeeld van.
Impliciet taalgebruik is de norm in gemeenschappen waarin expliciete en directe benoeming
als onfatsoenlijk wordt ervaren. Dit is in vele culturen het geval, behalve de Nederlandse
cultuur.
, Sociaaleconomische situatie: beperkte financiële mogelijkheden hebben invloed op de
opvoeding van kinderen. Er is bijvoorbeeld geen geld voor sport. Beperkte woonruimte geeft
weinig ruimte om te spelen of huiswerk te maken.
Toename van armoede en van segregatie treft vooral allochtone gezinnen.
Veranderende rollen: Vooral ouders van de eerste generatie die de Nederlandse
samenleving nog weinig doorgronden en de Nederlandse taal nog niet machtig zijn, worden
afhankelijk van hun kinderen die de taal sneller leren.
Voor gemigreerde vluchtelingen komen daar nog de volgende factoren bij:
Verandering van maatschappelijke status: Men had misschien in land van herkomst een
hogere status en hogere functies. Nu beginnen ze onderaan.
Gedwongen migratie: Gedwongen migreren kan voor gezinsconflicten zorgen.
Geweldervaringen: Ervaringen verwerken. Dit kan invloed hebben op het hele gezin.
Verblijf in centrale opvang: Doordat de gezinnen een lange tijd gespannen zitten te wachten
in opvangcentra, beginnen zij niet met een schone lei in hun eigen woning, maar met een
beeld van de Nederlandse samenleving dat lang niet altijd positief is.
1.7
Alle allochtone groeperingen ervaren in meerdere of mindere maten discriminatie en racisme
in de arbeidssituatie, op de school van hun kinderen en in het maatschappelijk leven.
Nederland stond lange tijd bekend als een tolerant land, en veel autochtone Nederlanders
beschouwen zichzelf als tolerant. Deze tolerantie heeft ook een keerzijde, namelijk als zij
verwordt tot ‘gedogen’ en dan doorslaat naar laissez faire en negeren.
De laatste jaren is er een kentering gekomen in deze tolerante houding er wordt steeds meer
voor gepleit dat allochtonen zich aanpassen aan de in Nederland heersende waarden,
normen en regels. Dit kan leiden tot een toename van intolerantie en discriminatie.
Discriminatie is een bewuste of onbewuste ongelijke behandeling van groepen of individuen
op grond van kenmerken die niet relevant zijn.
Hoewel het aantal aangiften tegen discriminatie niet is gestegen, is wel vanaf 2005 het
aantal meldingen van antisemitisme en moslimhaat op internet sterk toegenomen.
Racisme betekent dat mensen met andere uiterlijke en culturele kenmerken worden
gewantrouwd en zelfs geminacht. Het is een houding die over de hele wereld voorkomt.
1.8
Generaties hebben vaak bepaalde in het oog springende kenmerken gemeenschappelijk.
Dat komt omdat de leden van die generatie vaak allemaal voor dezelfde uitdaging stonden
en daarin gezamenlijk een bepaalde kracht ontwikkelden.
Allochtonen worden ingedeeld in de eerste en tweede generatie. De eerste generatie bestaat
uit personen die zelf in het buitenland zijn geboren en ten minste één ouder hebben die in
het buitenland is geboren. De tweede generatie betreft degenen die in Nederland zijn
geboren en ten minste één ouder hebben die in het buitenland is geboren.
Definities CBS:
- De eerste generatie, waaronder de ouderen en nieuwkomers. De eerste generatie
bestaat uit ouderen die niet in Nederland zijn geboren, die op of na 16-jarige leeftijd
zijn geëmigreerd en die voor of in 1960 zijn geboren. De eerste generatie bestaat ook
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Larissa94. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.
Is Stuvia te vertrouwen?
4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)
Afgelopen 30 dagen zijn er 67474 samenvattingen verkocht
Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen