Bloedvatenstelsel = inwendig transsportsysteem, te vergelijken met een koelsysteem van de
auto.
- Circulerende vloeistof (bloed of water)
- Een pomp (hart of een waterpomp)
- Flexibele buizen om de vloeistof te vervoeren (bloedvaten of radiatorslangen)
Bloed = gespecialiseerd type weefsel dat bestaat uit cellen die in een vloeibare matrix
ronddrijven.
5 belangrijkste functies van het bloed:
1. Transport van opgeloste gassen, voedingsstoffen, hormonen en afvalproducten van
de stofwisseling.
Bloed stuurt zuurstof vanuit de longen naar de weefsels en kooldioxide vanuit de weefsels
naar de longen. Bloed transporteert voedingsstoffen uit het spijsverteringskanaal of vanuit
opslagplaatsen in vetweefsel of de lever. Bloed transporteert hormonen van endocriene
klieren (inwendige afscheiding) naar de doelcellen. Bloed neemt afvalstoffen uit actieve
cellen op en vervoerd deze naar de nieren.
2. Stabilisering van de pH en de ionensamenstelling van de interstitiële vloeistof in het
gehele lichaam
Via diffusie (beweging van deeltjes van een plaats van een hoge concentratie naar een plaats
me een lage concentratie) tussen interstitiële vloeistoffen (vloeistof tussen de cellen en
weefsels) en bloed wordt een plaatselijk tekort of overmaat aan ionen (bijvoorbeeld
calcium) opgeheven. Bloed absorbeert en neutraliseert de zuren.
3. Beperking van het vloeistofverlies bij verwonding
Bloed bevat enzymen en factoren die de bloedstolling op gang zetten wanneer de
bloedwanden beschadigen.
4. Verdediging tegen gifstoffen en ziekteverwekkers
Bloed vervoert leukocyten (gespecialiseerde cellen die de weefsels binnendringen om
infecties te bestrijden, witte bloedcellen)
5. Stabilisering van de lichaamstemperatuur
Bloed neemt warmte op die door de actieve skeletspieren wordt gevormd en voert deze af
naar andere weefsels. Bij een hoge lichaamstemperatuur wordt bloed naar het
huidoppervlak vervoert, waar warmte aan de omgeving kan worden afgestaan. Bij een lage
lichaamstemperatuur stroomt het bloed naar de belangrijkste organen (hersenen).
Bloed bestaat uit:
- Plasma
- Celfragmenten
Bloedafname
Vol bloed wordt afgenomen uit de oppervlakkige ader, de v. mediana cubiti (voorkant van de
elleboog).
Veneuze punctie = het prikken van oppervlakkig gelegen venen. Dit omdat deze 1. makkelijk
te lokaliseren zijn, 2. de wanden van een vene dunner zijn als die van een arterie en 3. De
bloeddruk in het veneuze systeem is lager waardoor de wond sneller heelt.
, Bloed uit de perifere capillairen worden geprikt uit de vingertoppen, oorlel of in de hiel of
grote teen. Hier komt een klein druppeltje bloed uit om daar bijvoorbeeld een uitstrijkje mee
te maken. Zo kunnen ze verschillende typen bloedcellen zichtbaar maken.
Arteriële punctie = nodig om te beoordelen hoe efficiënt de gaswisseling bij de longen
verloopt. Deze wordt geprikt uit de a. radialis (pols) of de a. branchialis (elleboog).
Plasma bestaat uit:
- Plasma-eiwitten
- Overige opgeloste stoffen
- Water
Plasma-eiwitten (deze maakt de lever aan):
1. Albuminen = het handhaven van de osmotische druk van het plasma.
2. Globulinen = antistoffen en transporteiwitten
3. Fibrinogeen = speelt een rol bij de bloedstolling
Immunoglobulinen (antistoffen) vallen lichaamsvreemde eiwitten en ziekteverwekkers aan.
Transporteiwitten binden zich aan kleine ionen, hormonen of verbindingen die anders bij de
nieren worden uitgescheiden of die slecht in water oplosbaar zijn, bijvoorbeeld vetten.
Fibrinogeen spelen een rol bij de bloedstolling. Meerdere fibrinogeenmoleculen bij elkaar
vormt fibrine. Deze vormen het raamwerk van een bloedstolsel. Het vloeistof wat overblijft
na de stolling wordt serum genoemd.
Erytrocyten
Erytrocyten zijn rode bloedcellen zonder kern en kunnen zich niet delen. Ze bevatten de
kleurstof hemoglobine die zuurstof en kooldioxide bindt en vervoert. Ze leven ongeveer 4
maanden in het bloed, daarna moeten ze gerecycled worden.
Hematocriet = het volumepercentage erytrocyten in vol bloed.
De erytrocyt heeft een centraal gebied en een dikke buitenrand, dit omdat:
- De difussiesnelheid tussen het cytoplasma en bloedplasma wordt verhoogd
- Zo zijn ze flexibel en kunnen ze door de capillairen geperst worden
In de longen nemen de erytrocyten zuurstof op en geven ze kooldioxide af en in de perifere
weefsels nemen ze kooldioxide op en geven zuurstof af.
Bloedarmoede = wanneer je weinig erytrocyten hebt die weinig hemoglobine bevatten en
dus weinig zuurstof meenemen.
Hemolyse = wanneer de erytrocyten scheuren in het bloed. Meestal worden beschadigde
erytrocyten opgevangen door de lever, de milt of het beenmerg. Hier worden ze omgezet
om opnieuw gebruikt te worden.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper pienevie. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.