100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting maatschappijwetenschappen Seneca €4,49
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting maatschappijwetenschappen Seneca

 5 keer bekeken  0 keer verkocht

Deze samenvatting gaat over het Seneca lesboek deel 3. De begrippen staan schuingedrukt. Veel succes!

Voorbeeld 4 van de 36  pagina's

  • 30 april 2021
  • 36
  • 2020/2021
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (669)
avatar-seller
Roos2125
H12 Politiek

§12.1 Context: Prinsjesdag
De derde dinsdag van september is een politiek institutie, want er gelden allerlei regels over
het gedrag van actoren bij Prinsjesdag. Maar ook het Poldermodel is een politieke institutie.
○ Politieke institutie= een complex van min of meer geformaliseerde regels die
het gedrag van mensen en hun onderlinge relaties rond politieke
machtsuitoefening en politieke besluitvorming reguleren.
○ Poldermodel= de Nederlandse variant van het consensus- of harmoniemodel.
Conflicten behoren te worden opgelost door compromissen te sluiten in
onderhandelingen.
In de Nederlandse politiek kent geen enkele partij de volledige macht. Maar hoe meer zetels
een partij heeft, des te meer macht zij heeft. In de Nederlandse politiek zijn de partijen
verplicht om samen te werken om bepaalde doelen te bereiken. Dat kan lastig zijn, want alle
partijen hebben vaak een andere ideologie.
○ Macht= het vermogen om hulpbronnen in te zetten om bepaalde
doelstellingen te bereiken en de handelingsmogelijkheden van anderen te
beperken of te vergroten.
○ Ideologie= een samenhangend geheel van beginselen en denkbeelden,
meestal uitmondend in ideeën over de meest wenselijke maatschappelijke en
politieke verhoudingen.
- Cultuur
De cultuur waar jij in zit heb je overgenomen door socialisatie. Men kan ook spreken
van een dominante cultuur, subcultuur en tegencultuur.
○ Cultuur= het geheel van voorstellingen, uitdrukkingsvormen,
opvattingen, waarden en normen die mensen als lid van een groep of
samenleving hebben verworven. (Tijd- en plaatsgebonden)
○ Socialisatie= het proces van overdracht en verwerving van de cultuur
van de groep(en) en de samenleving waar mensen toe behoren. Het
proces bestaat uit opvoeding, opleiding en andere vormen van
omgang met anderen.
○ Subcultuur= een cultuur die deels afwijkt van de dominante cultuur.
○ Tegencultuur= een cultuur die vrijwel het tegenovergestelde is van de
dominante cultuur.
De dimensies van Hofstede verklaren de verschillen in een cultuur:
1. Grote machtsafstand VS. kleine machtsafstand
2. Individualistisch VS. collectivistisch
3. Lage onzekerheidsvermijding VS. hoge onzekerheidsvermijding
4. Langetermijngerichtheid VS. kortetermijngerichtheid
5. Masculien VS. feminien
- Socialisatie
Men heeft een aantal normen en waarden vanaf de geboorte. En later internaliseert
men de normen en waarden van haar omgeving. Dat wordt ook wel enculturatie
genoemd. Maar ook acculturatie is mogelijk.
○ Internaliseren= het eigen maken van normen en waarden.

, ○ Enculturatie= het aanleren en verwerven van de cultuur waarin men
geboren wordt.
○ Acculturatie= het aanleren en verwerven van een andere cultuur of
elementen daaruit, dan die waarin iemand is opgegroeid.
Veel dingen in je leven zijn al bepaald, omdat je een bepaald sociaal erfgoed krijgt. Meestal
erf je economisch kapitaal, sociaal kapitaal en cultureel kapitaal.
○ Economisch kapitaal= financieel bezit of een hoog inkomen.
○ Sociaal kapitaal= de connecties, netwerken, de graad van eer en respect die
een groep geniet.
○ Cultureel kapitaal= kennis, houdingen, opvattingen en smaak die kenmerkend
zijn voor hoge sociale posities.
- Politieke socialisatie
○ Politieke socialisatie= het proces van overdracht en verwerving van de
politieke cultuur van de groep(en) en samenleving waar mensen toe
behoren. Het proces bestaat uit opvoeding, opleiding en andere
vormen van omgang met andere.
Het politieke systeem in Nederland draagt bij aan de politieke socialisatie. De politieke
socialisatie zorgt ook voor het voortbestaan van het politieke systeem.
- Paradigma’s over (politieke) socialisatie:
1. Functionalisme paradigma; Mensen zijn volgens de functionalisten sociale
culturele wezens. Hiermee wordt bedoeld dat de identiteit van iemand het
product is van het proces van overdracht. Rolverwachtingen worden
overgedragen hierdoor blijven de dominante waarden en normen
voortbestaan.
2. Conflict-paradigma; Socialisatie heeft effect op ongelijke verdelingen van
maatschappelijke posities. Ongelijkheid wordt dus mede doorgegeven door
socialisatie van generatie op generatie, maar wordt dus ook veroorzaakt door
sociale klasse, gender, religie, etniciteit of leeftijd. In het socialisatieproces
worden 3 vormen van kapitaal doorgegeven: economisch,sociaal en cultureel.
Ook in het domein van de politiek zien we het effect van socialisatie terug.
Mensen verwerven opvattingen en vaardigheden die effect (kunnen) hebben
op hun politieke positie en participatie.
3. Sociaalconstructivisme-paradigma; Voor sociaalconstructivisten is
socialisatie een ontwikkelingsproces van het individu. Individuen krijgen door
een sociale, economische, politieke en culturele omgeving symbolen en
betekenisconstructies overgedragen die de sociale realiteit
vormen.Simpelweg gezegd: je krijgt aangeleerd hoe je je moet gedragen en
wat goed en fout is. Voor sociaalconstructivisten is het interessant om te
kijken hoe socialisatie ( en levensverandering) effect hebben op het zelfbeeld.
4. Rationele-actor-paradigma; Dit paradigma doet hier geen onderzoek naar.
- Stabiliteit politieke systemen
De stabiliteit van een politiek systeem is afhankelijk van het volk. Zolang het volk het
politieke regime als legitiem ziet, heeft het regime gezag. Er is sprake van een
legitiem politiek systeem. Het politieke regime heeft ook vaak een
geweldsmonopolie.
Als groepsvorming leidt tot representatie van een groep in het parlement, bevordert
dat de bindingen van burgers met het parlementaire democratie en de legitimiteit van
dat systeem. De democratische spelregels worden in Nederland door de meeste

, kiezers geaccepteerd juist omdat het zo makkelijk is een nieuwe politieke partij op te
richten die representatief is voor het deel van de kiezers dat ontevreden is met
andere partijen.
Hetzelfde geldt voor de legitimiteit van de democratische rechtsstaat. Het is
belangrijk dat de burger de besluiten door de rechterlijke macht als onafhankelijk
ervaren en erop vertrouwen dat de overheid zich aan de wet houdt en rechtmatig
handelt. Daalt dit vertrouwen gaat dat ten koste van de bindingen van de burgers met
de democratische rechtsstaat en de legitimiteit van de rechtspraak.
- Democratie
In Nederland is er sprake van volkssoevereiniteit. Het volk laat zich representeren
door een groep afgevaardigden (representatie).
○ Representatie= de vertegenwoordiging van een groep in (politieke)
organisaties door één enkele betrokkenen die namens de groep
optreden.
Een grootschalige democratie moet aan zes politieke vereisten voldoen:
1. gekozen volksvertegenwoordigers die de regering controleren
2. vrije, eerlijke en regelmatige verkiezingen
3. vrijheid van meningsuiting
4. toegang tot meerdere onafhankelijke informatiebronnen, geen censuur of een
monopolie voor straatmedia
5. vrijheid van vereniging
6. inclusief burgerschap: alle volwassenen hebben dezelfde rechten
- Politieke cohesie
Toch voelen veel mensen zich niet vertegenwoordigt; er is een probleem met de
politieke cohesie.
○ Politieke cohesie= de binding met de staat waarin men woont en op
binding met de natie waartoe zij behoort. Het duidt ook op de binding
die lidstaten (maar ook burgers) voelen met bijvoorbeeld de Europese
Unie.
Kees Schuyt onderscheidt een drietal probleemgebieden die betrekking hebben op
politieke cohesie:
1. De politieke betrokkenheid; De binding tussen burger en politiek zou
vermindert zijn.
2. De bestuurlijke schaalvergroting; Er moet in grote verbanden samengewerkt
worden.
3. Gemarkeerde communicatie; Veel bestuurders en politici spreken aan jargon
die niet wordt verstaan door de burgers.
Er zijn drie visies op de representatie in een democratie:
1. Afspiegelingsmodel moet de volksvertegenwoordiging zoveel mogelijk lijken
op de samenstelling van het volk zelf.
2. Rolmodel is de representativiteit hoog als de standpunten van de
volksvertegenwoordigers lijken op die van het volk.
3. Partijenmodel spelen politieke partijen een sleutelrol in een democratie omdat
verschillenden partijen verschillende standpunten binnen het volk
vertegenwoordigen.
○ Representativiteit= de mate waarin de (politieke) besluiten, de
standpunten of achtergrondkenmerken van vertegenwoordigers
overeenkomen met die van de groep die vertegenwoordigd wordt.

, - Coalitie en oppositie

In de Nederlandse politiek is er sprake van een coalitie en een oppositie.

○ Coalitiepartijen= partijen die samen het kabinet vormen. Ze werken
samen aan een gemeenschappelijk doel.Het doel van de coalitie is :
het uitvoeren van het beleid dat zij samen in het regeerakkoord
hebben opgesteld.
○ Oppositiepartijen= de overige partijen in de Tweede kamer.


§12.2 Ideologie: politics
Politics= hoe de wetgeving ontstaat en hoe de politieke ‘strijd/ het politieke ‘spel gespeeld
wordt; dat een wetsvoorstel eerst langs de Tweede Kamer gaat, normale meerderheid, en
dat vervolgens in de Eerste Kamer mag stemmen.
- Indeling van standpunten:
● Dimensie 1: Links - rechts
Hoeveel moet de overheid zich bemoeien met de economie?
Links/ Veel←-----------------→ Rechts/ weinig
● Dimensie 2: Progressief - conservatief
Hoeveel vrijheid hebben mensen in ethische kwesties
Progressief/ Veel←-----------------→ Conservatief/ weinig
● Dimensie 3:Nationalisme - Internationalisme
Is een land meer op binnenland of buitenland gericht?
Nationalisme/ binnenland←-----------------→ Internationalisme/ Buitenland
● Dimensie 4:Materialisme - postmaterialisme
Zijn actoren meer gericht op tastbare of abstracte zaken?
Materialisme/ tastbaar←-----------------→ Postmaterialisme/ Abstract

Fascisme: zijn extreem-rechts en in hun ideale samenleving is er maar ruimte voor één
cultuur.
Communisme: zijn extreem-links en voor hen is gelijkheid het doel van de strijd.
Fascisme en Communisme zijn extreme ideologieën, wat inhoudt dat zij gebruik maken van
maatregelen die soms gewelddadig kunnen zijn, om zo hun idealen te bereiken.

- Drie ideologieën (zonder conservatisme)
1. Socialisme/sociaal democratie: gelijkheid en een sterke, sturende rol van de
overheid om dit te kunnen realiseren.
2. Liberalisme: individuele rechten en individuele vrijheid.
3. Confessionalisme: christelijke waarden, samenwerking en harmonie.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Roos2125. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 47561 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€4,49
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd