100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
Eerder door jou gezocht
Complete samenvatting van het vak Pathology 2 gebaseerd op het boek: Robbins and Cotran Pathologic Basis of Disease (INCLUSIEF ALLE ZELFSTUDIE)€8,49
In winkelwagen
Complete samenvatting van het vak pathology 2. De samenvatting is gebaseerd op alle gegeven theorielessen over het boek Robbins and Cotran Pathologic Basis of Disease. Hierbij zijn de volgende onderwerpen samengevat: Cardiovascular system, Respiratory system, Liver & Biliary system, Urinary system ...
Liver and Biliary System
→ de lever is het grootste interne orgaan en neemt ongeveer 2% van het lichaamsgewicht in
beslag (bij volwassenen)
- Heeft een regenererend vermogen, je kan dus een stuk lever doneren aan een
recipiënt en de lever kan hier volledig uitgroeien
Functies van de lever
1. Metabolisme*
a. Afbraak van nutriënten (katabolisme)
b. Opbouw van nutriënten (anabolisme)
2. Opslag
a. Koolhydraten
b. Vet
→ vetten en koolhydraten kunnen op drie verschillende manieren opgeslagen
worden:
1. Glycogeen (polysaccharide van suikermoleculen) → vorming van
glycogeen vanuit glucose door de glycogenese
2. Lipoproteins
3. Triglyceriden
c. Eiwitten (worden niet direct opgeslagen maar omgezet tot bijvoorbeeld
albumine en afgegeven aan de bloedstroom)
3. Detoxificatie → onschadelijk maken van toxines
a. Voornamelijk door cytochrome P450 enzymen
i. Deze kunnen binden aan veel verschillende substraten (en hierdoor is
dit enzym uniek)
b. Detoxificatie zorgt ook voor het afbreken van geneesmiddelen
i. Je moet dus een specifieke dosis geven zodat het geneesmiddel toch
een effect zal hebben
4. Bile (gal) productie
a. Gal is nodig voor de absorptie van vet uit ons eten
*Er is metabolisme van verschillende componenten zoals:
- Eiwitten/aminozuren bijvoorbeeld albumine en clotting factors
- Ammonia-afgifte bij het verwerken van aminozuren
- Ammonia wordt vervolgens omgezet tot ureum
- Koolhydraten
- Glycogenese (vorming glycogeen) en gluconeogenese (vorming glucose)
- Vetten met behulp van galzouten
Bloedtoevoer (en afvoer) naar de lever
→ de lever heeft twee verschillende bloedtoevoeren:
1. Portal vein → voorziet de lever met nutriëntrijk bloed vanaf de darmen
2. Proper hepatic artery (arterial vessel) → arterial bloed (zuurstofrijk bloed)
→ er is een enkel bloedvat voor bloedafvoer (in het midden van een lob)
1. Hepatic vein → nutriënten en zuurstof arm bloed
1
, a. Bloed gaat terug naar het hart (voor zuurstof) en langs de darmen (voor
nutriënten) en komt terug in de lever door de portal vein of de proper hepatic
artery
Let op: gal verlaat de lever via een aparte afvoer, de common hepatic duct (biliary vessel,
hierover later meer) en gaat naar de galblaas
→ de portal vein, proper hepatic artery en hepatic duct heten samen de portal triad
Structuur van de lever
→ de lever is een groot en vet orgaan en bestaat uit kleine units, hepatic lobules:
- Hier bevinden zich veel hepatocyten (levercellen)
- Hepatocyten worden omgeven door een representaties van de portal triads
en vormen hierbij een zes-ring
- Vanaf deze portal triads kunnen de hepatocyten voorziet worden met
nutriënten en zuurstof
- Nutriënt en zuurstof arm bloed verzamelt zich in het midden in de central vein
(het midden van de hepatocyten) en wordt naar het hart en de darm gestuurd
- Het bloed vanuit de central vein zal samenkomen met de hepatic vein
Bile (gal)
→ wordt geproduceerd in de lever en bestaat uit twee componenten:
1. Bile pigments → zorgen voor de kleur maar niet direct nodig voor de functie van gal
2. Galzouten → zorgen voor het emulgeren van vet zodat het geabsorbeerd kan
worden (in de dunne darm)
a. Let op: galzouten zijn toxisch voor hepatocyten en moeten dus snel
getransporteerd worden naar de galblaas
Gal wordt niet opgeslagen in de lever maar gaat via de common hepatic duct naar de
galblaas
- Gal gaat eerst van de common hepatic duct naar de cystic duct
- Via de cystic duct komt het gal in de gallbladder (galblaas)
- Hier wordt het gal opgeslagen voordat het uitgescheiden wordt
→ wanneer komt gal dan vrij vanuit de galblaas?
- Dit wordt veroorzaakt door het hormoon cholecystokinine (CCK) die zorgt voor
contractie van de galblaas
- Gal gaat nu terug naar de cystic duct en komt uit in de common bile duct
- Gal komt nu uit in de duodenum (eerste deel van de dunne darm)
- Galzouten samen met emulsified vet gaat naar de ileum (laatste
deel van de dunne darm) en hier zal het vet worden opgenomen
- De galzouten gaan terug naar de lever en worden
opnieuw naar de galblaas vervoerd en opgeslagen
(galzouten worden dus opnieuw gebruikt)
Bilirubine metabolisme
→ rode bloedcellen (erytrocyten) circuleren door het lichaam en dragen zuurstof
mee en zullen na 120 dagen (of eerder wanneer beschadigd) opgeruimd worden
- Macrofagen zullen deze rode bloedcellen afbreken (in de milt en beenmerg)
2
, - Hierbij laten de rode bloedcellen hun hemoglobine moleculen los en deze
hemoglobine moleculen zullen afgebroken worden tot twee componenten:
1. Heme → wordt afgebroken tot ongeconjugeerd bilirubine* en ijzer
a. Ongeconjugeerd bilirubine is lipide oplosbaar
b. Ijzer kan weer hergebruikt worden
2. Globin (eiwit) → kan weer hergebruikt worden
*Bilirubine (= galpigment) kan niet hergebruikt worden en moet verwijderd worden (toxic)
- Albumine brengt bilirubine van de milt naar de lever voor verdere metabolisme
- In de lever vindt conjugation plaats waardoor het unconjugated bilirubin wordt
omgezet in conjugated bilirubine → oplosbaar in water
- Conjugated bilirubine kan worden afgegeven door de lever in gal
- In de darmen wordt het omgezet tot urobilinogen
- Urobilinogen kan opnieuw opgenomen worden in het bloed en uiteindelijk in
urine of ontlasting terecht komen
Dus… hemoglobine → ijzer + ongeconjugeerd bilirubine → geconjugeerd bilirubine →
urobilinogen → uitgescheiden in urine of ontlasting
Hydrostatische vs oncotische druk
→ krachten die belangrijk zijn bij de movement van stoffen in en uit capillaire netwerken
Starling forces bestaat uit twee major krachten:
1. Hydrostatische druk (Ph) → druk waardoor de vloeistof (bloed) druk uitoefent tegen
de zijkant van het vat (en het liefst het vat uit gaat)
a. Een gat in dit vat zal de vloeistof uit het vat doen komen, deze gaten zijn in
principe altijd (groot of klein) door de permeabiliteit van een vat
b. Hoe hoger de druk, hoe liever de vloeistof uit het vat wil en andersom
i. Maar, er kan ook een hydrostatische druk zijn buiten het vat die dus
druk uitoefent op het vat, netto levert dit de hydrostatische druk
2. Oncotische druk (π) → de druk die water in het capillaire netwerk (bloedvat) wil
trekken als reactie op osmose
a. Osmose → de beweging van water van een lage naar hoge concentratie
opgeloste stoffen
b. Een leverprobleem (waardoor bijvoorbeeld weinig eiwitten geproduceerd
worden) zal deze druk doen afnemen, waardoor water (door osmose) wel het
vat verlaat, maar door de lage oncotische druk niet terug komt
i. Kan ook optreden in andere organen
c. Zorgt voor zwelling, dehydratie etc
d. Albumine is het belangrijkste eiwit voor het handhaven van deze druk
i. Weinig albumine → weinig oncotische druk → vloeistof vanuit het
bloed gaat het omliggende weefsel in (door hoge hydrostatische druk)
→ er is een balans tussen de hydrostatische druk en de oncotische druk
- Zorgt voor handhaven van de netto movement van vloeistoffen in of uit een vat
3
,Patiënt 1: Dora
→ addicted to alcohol, vomiting (overgeven) blood and the ambulance takes her to the ER
- Receives blood transfusions, thrombocytes and clotting factors
- Edema (weefselzwelling door teveel vocht) in het lower extremities (benen) as well
as ascites (vocht in de buik)
- Jaundice (gele kleur van de huid, vaak door lever problemen)
Results blood:
- Albumine = lower than reference
- Ammonia = normal
- Bilirubin = higher than reference
- ALAT = normal
- ASAT = normal
- LDH = higher than reference
- Gamma-GT = higher than reference
- Prothrombin-time (PT) = higher than reference
Gastroscopy (onderzoek van het bovenste deel van het spijsverteringskanaal met een
camera) results:
- Esophagus varices (spataderen)
Biopsy staining:
- Knobbels van hepatocyten met daartussen bindweefsel (littekenweefsel)
→ diagnosis = Liver Cirrhosis
Belangrijke leverenzymen
→ markers voor schade aan de lever of galblaas
- Alanine aminotransferase (ALAT) → betrokken in de gluconeogenese
- Vorming van glucose uit alanine (aminozuur)
- Aspartate aminotransferase (ASAT) → betrokken in de gluconeogenese
- Vorming van glucose vanuit aspartaat (aminozuur)
→ bij (vooral) leverschade kunnen hepatocyten in necrose gaan waarbij de celinhoud
vrijkomen en ALAT en ASAT terecht komen in de bloedbaan
- Hoe meer van deze enzymen in de bloedbaan, hoe meer schade
→ hoe bepaal je de hoeveelheid ALAT en ASAT?
- Bepalen van de activiteit door het substraat van de enzymen toe te voegen aan het
serum (bloed) van een patiënt (buiten het lichaam natuurlijk) en vervolgens de
hoeveelheid product meten
- ALAT zorgt voor lactaat en NAD+ → veel ALAT = veel lactaat en NAD+
- ASAT zorgt voor malaat en NAD+ → veel ASAT = veel malaat en NAD+
- Lactate dehydrogenase (LDH)
- Gamma-GT
→ makers voor schade aan (vooral) de galblaas
→ markers voor de leverfunctie zijn ammonia, bilirubine en prothrombin-time
4
, → hoe zijn deze enzymen betrokken bij liver cirrhosis?
- De leverfunctie is vaak verlaagd (ammonia, bilirubine en prothrombin-time zijn hierbij
betrokken)
- Vaak toename van ammonia (kan niet afgebroken worden door de lever)
- Verhoogd bilirubine level
- Verhoogde prothrombin-time (tijd die het kost voor bloed om te stollen) omdat
de lever geen clotting factors kan produceren
- De enzymatische levels die te maken hebben met leverschade zijn al genormaliseerd
Liver cirrhosis
→ end stage (irreversible) leverziekte en wordt gekarakteriseerd door:
- Fibreuze septa → bindweefsel/littekenweefsel vervangt het leverweefsel
- Nodules (knobbels) van hepatocyten
- Dus... het falen van de lever komt niet door de verminderde hoeveelheid
hepatocyten maar door disruptie van de leverstructuur (door fibreuze septa en
nodules)
- Gereorganiseerde vasculaire architectuur
→ liver cirrhosis heeft verschillende oorzaken:
- Alcohol gebruik (60-70%)
- Viral hepatitis (10%)
- Biliary disease (5-10%)
- Cryptogenic cirrhosis → oorzaak van cirrhosis is onbekend (10-15%)
→ hoe ziet weefsel (parenchym = leverweefsel) van liver cirrhosis eruit?
- Nodules → gevormd door regenererende hepatocyten (roze)
- Tussen de nodules bevindt zich veel littekenweefsel (fibrose) en is niet
functioneel (paars)
- Dit komt door de differentiatie van stellate cells (zie reminder voor
normaal leverweefsel) tot myofibroblasten*
- Deze zijn kleiner en produceren collageen, geen type IV
maar veel type I en III waardoor de space of Disse dikker
wordt
- Hepatocyten liggen verder weg van het bloed
waardoor de functie verloren kan gaan
- Zijn ook in staat om samen te trekken waardoor de diameter
of de sinusoid kleiner wordt
- Het volume in de sinusoid verkleind waardoor de
bloedflow minder wordt
*Wanneer gaan deze stellate cells differentiëren tot myofibroblasten?
- Inflammatoire trigger
- Deze kan ontstaan door een infectie, weefselschade of necrose
- Weefselschade is bijvoorbeeld een gevolg van overmatig alcoholgebruik
(het geval bij Dora!) of obesitas (je krijgt dan een Non Alcoholic Fatty
Liver Disease, NAFLD)
- Necrose van levercellen kan zorgen voor de activatie van Kupffer cellen
waardoor de stellate cells gaan differentiëren
5
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper sannewitziers. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €8,49. Je zit daarna nergens aan vast.