Nederlands literatuur geschiedenis H3 & H4
H3: De 18e eeuw https://nanopdf.com/download/scholierencom-1099_pdf
P20: Historische achtergrond
Absolute monarchieën: ontstonden in de 17e eeuw. Dit is een koninkrijk waarbij alle
macht bij de vorst beruste. Ook in de 18e eeuw bleef dit.
Oostenrijk kwam naast Frankrijk als belangrijke macht naar voren. Oostenrijk bestond uit:
Hongarije, Tsjechië, Slowakije, Roemenië, Italië en België.
Pruisen (Frederik de Grote): was de belangrijkste Duitse vorstendom.
Engeland begint aan opbouw van een wereldrijk.
Grote delen Noor-Amerika, India en gebieden in Afrika.
In 18e eeuw was er grotere welvaart dan 17e eeuw. Ook kwam burgerij meer aan de macht
i.p.v. absolute monarchieën.
Stadhouderloos tijdperk: van 1702 tot 1747. Mannelijke lijn was uitgestorven in oranje
familie. In 1747 werd het ambt overgenomen door huis Nassau.
In Republiek der Verenigde Nederlanden was geen vorst maar een Staten-Generaal. Deze
was machteloos want de gewesten gingen hun eigen gang.
2e helft 18e eeuw ontstonden er 2 politieke stromingen:
- Patriotten: streefden naar meer democratie
- Prinsgezinden: aanhangers van stadhouders Oranje huis.
Franse revolutie:(1789)niet alleen in Nl maar ook in FR verzet tegen koning.
Patriotten kregen steun van Franssen. In 1793 veroveren ze de NLe Republiek en
stadhouder Willem V vluchtte naar Engeland. In 1795 werd de Bataafse Republiek
uitgeroepen.
In 1798 kwam de grondwet. Waarin scheiding van kerk en staat werd vastgelegd en het
kiesrecht werd uitgebreid.
P21 De Verlichting
16e en 17e eeuw was de Renaissance. 18e eeuw ontstond Verlichting.
Het gevoel ontstond dat de wereld langzaam duidelijk, helder, ‘verlicht’ aan het
worden was.
Wetenschap in Renaissance heel snel ontwikkeld want mensen voelden niet gevonden aan
kerk over overheden. Dus gingen onderzoeken hoe wereld in elkaar zat (empirisme).
Rationalisme: opvattingen dat menselijke ratio (verstand, rede) in staat was alles op te
lossen. Er kwamen veel natuurwetenschappelijke ontwikkelingen.
Sir William Herschel: bewees dat de Melkweg een schijfvormige massa sterren is.
Carl Linnaeus: legde de systematiek van de planten- en dieren wereld vast.
Deïsme: opvattingen dat er wel een opperwezen bestaat maar de vereniging in de vorm
van godsdienst zinloos is.
, Voltaire (Franse geleerde schrijver): verdedigde gelijkheid van alle godsdiensten en
propageerde het idee van tolerantie
Tolerantie: iedereen moet kunnen denken en geloven wat hij wil en overheden. Wereldlijke
zowel als geestelijke hebben daar niks mee te maken.
Trias politica: bedenkers hiervan zijn John Locke en Montesquieu. Dit is de opvatting at
de uitvoerende macht (regering), de wetgevende macht (parlement) en de rechterlijke
macht gescheiden moeten zijn.
Regering wordt door vertegenwoordigers van het volk gecontroleerd.
Rechters kunnen oordelen aan de hand van wetten en onafhankelijk van wat de
overheid wenst.
Monarchie en godsdienst ging men zien als behoudzucht en domheid: ze staan de
ontplooiing van de menselijke capaciteiten in de weg.
Liberalisme: streven naar grotere vrijheid. De overheid moet zich zo weinig mogelijk
bemoeien met de economie, maar moet dit overlaten aan het marktmechanisme (het spel
van vraag en aanbod).
Adam Smith: grondlegger Liberalisme
Als men het goede werd aangeleerd ging hij zich ook zo gedragen. Onderwijs en opvoeding
waren in de verlichting daarom ook belangrijk.
P23 Literatuur
De verlichting: progressieve stroming, waarin allerlei nieuwe dingen ideeën werden
aangekondigd.
Alleen proza werd verlicht in de literatuur. Toneel en poëzie bleven volgens de regels van
het neoclassicisme. Neoclassisme had dichter Nicolas Boileua opgesteld in de 17e eeuw.
Encyclopedie:
Encyclopedie: het grootste didactische werk uit de verlichting. Hieraan werkte veel
geleerde aan mee onder leiding van Denis Diderot. Het was er in 1751 tot 1780 en het 35
delen.
Doel van encyclopedie was om mensen de juiste rationele weg te tonen. De taal van een
encyclopedie was dan ook erg zakelijk.
Tijdschriften:
Verbreiding van de verlichtingsideeën bevorderd door grote aantallen tijdschriften.
Veel verhalen in een verhalende vorm. Niet informatief maar wel met de boodschap
van de Verlichting (didactisch-moralistisch).
De taal was makkelijk want het doel van de tijdschriften was om domme burgerij op
te voeden.
Spectatoriale geschriften: tijdschriften noemde ze spectatoriale geschriften. De
bekendste was van Richard Steele en Joseph Addison The Spectator (de toeschouwer).
Dit was in Engeland maar snel daarna ook in NL: ‘de Hollandse Spectator’.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper noasmit2. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €8,49. Je zit daarna nergens aan vast.