100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Leervragen blok 2.3 (week 1-4) €3,99   In winkelwagen

Overig

Leervragen blok 2.3 (week 1-4)

 267 keer bekeken  1 keer verkocht

Uitgebreide leervragen van week 1 t/m 4. Met de thema's: - Thema 1 Klinische nefrologie - Thema 2 Vochthuishouding en diuretica - Thema 3 Hormonale systemen - Thema 4 Cardiologie - Thema 5 Infecties

Voorbeeld 3 van de 93  pagina's

  • 13 oktober 2014
  • 93
  • 2013/2014
  • Overig
  • Onbekend
Alle documenten voor dit vak (1)
avatar-seller
Simonekooistra-93
Leervragen week 1

Thema 1 Klinische nefrologie
Kumar & Clark 561-591, 595-600, 607-609, 615-631, 635-636
Robbins 906-917

1. bespreek de fysiologische mechanismen die ten grondslag liggen aan glomerulaire filtratie,
urine concentratie en het countercurrent systeem
Een hydrostatische druk van 10 mmHg (45mmHg cap. druk – 10 mmHg in bowman – 25 mmHg
oncotische druk cap.) zorgt voor de drijvende kracht achter de ultrafiltratie van de ogenschijnlijke eiwit-
en vetvrije vloeistof over de wand van de glomerulaire capillairen in de ruimte van Bowman en zo de
renale tubulus in. De GFR is elke dag ongeveer 180L. Om te zorgen dat niet alles uitgeplast wordt,
vindt er selectieve reabsorptie van water, essentiële elektrolyten en andere bloedcomponenten zoals
aminozuren en glucose, plaats. 60-80% van het water wordt in de proximale tubulus
teruggeresorbeerd, met bijna al het kalium, bicarbonaat, glucose en aminozuren. Water, NaCl
worden meer distaal geresorbeerd en finetuning van zout en water balans wordt gedaan in de distale
tubuli en verzamelbuizen o.i.v. ADH en aldosteron. Uiteindelijk 1-2 L urine per dag. Hoe meer
tubulaire secretie van een molecuul plaatsvindt, des te minder afhankelijk dit is van de GFR.
Urine wordt geconcentreerd door een complexe interactie tussen de lissen van Henle,
medullaire interstitium, bloedvaten (vasa recta) en de verzamelbuizen. Dit gebeurt door het
countercurrent mechanisme: een klein verschil in osmotische concentratie op elk punt, tussen vloeistof
dat in verschillende richtingen stroomt in twee parallelle buizen, met elkaar verbonden als een
haarspeld, wat vele malen vergroot wordt gaandeweg de lengte van de buizen.
Tubulaire vloeistof gaat van de proximale tubulus naar de afdalende lis van Henle, deze is permeabel
voor water, maar niet voor Na. Hierna gaat hij weer omhoog (stijgende lis) en deze is impermeabel
voor water, maar wel permeabel voor Na. Dit resulteert in een groot osmolair concentratie verschil
tussen de corticomedullaire junction en de haarspeldbocht in de punt van de papilla 
countercurrent multiplicatie. In de afdalende lis vindt dus urineconcentratie plaats. De stijgende lis
en de distale tubuli zijn impermeabel voor water en ureum. De distale tubulus transporteert door de
Na/K/2Cl-cotransporter Na en Cl actief naar buiten en verhoogt hierdoor de toniciteit van het
interstitium. Door tubulaire verdunning geen netto water en ureum verplaatsing. De
hypotone vloeistof gaat o.i.v. ADH osmotische gelijkmaking met het interstitium in de late
distale tubulus en verzamelbuis, dit resulteert in water verwijdering. In de verzamelbuis gaat ureum
met zijn concentratiegradiënt mee het interstitium in en creëert zo hypertoniciteit en hoge
ureumconcentratie in het interstitium. Deze hypertoniciteit zorgt voor waterextractie uit de
afdalende lis van Henle. Het geresorbeerde ureum gaat via de vasa recta weer terug naar de lis van
Henle.

De GFR wordt bepaald door:

- Pg: glomerulaire
hydrostatische druk
- Pb: hydrostatische druk in
het kapsel van Bowman
- II g: colloïd osmotische druk
van de glomerulaire capillaire
plasma eiwitten
- II B colloïd osmotische druk
van de eiwitten in het kapsel
van Bowman (normaal heel
laag)

(Kf): het product van de
permeabiliteit van filtrerend
oppervlak van de capillairen.
Het is veel hoger dan in vele andere weefsels. Wanneer de Kf stijgt, stijgt ook de GFR en andersom.

Oncotische druk zuigt dus. Pb is normaal gesproken 0 door het afvoeren of is zelf negatief en IIb is
ook 0, want er zitten geen eiwitten in het ultrafiltraat.



1

,GFR = Kf * (Pg – Pb – IIg+IIb)
Obstructie in de urether: Pb ↑  GFR↓

- Proximale tubulus: 60-80% van het H2O en Na+ wordt geresorbeerd; 100% van de K+, glucose
en aminozuren worden geresorbeerd.
- Lis van Henle: zorgt voor resorptie van water en (in de opstijgende lus) voor resorptie van zouten
(werkt volgens het countercurrent system).
- Distale tubulus: verzorgt de pH door resorptie van bicarbonaat en secretie van protonen, Na+ en
K+ worden (naar gelang) gesecerneerd of geadsorbeerd. Na+ resorptie wordt door aldosteron
gestimuleerd.
- Verzamelbuis: Laat geen water door, behalve onder invloed van het hormoon ADH.
2. bespreek factoren die de serumwaarden van ureum en kreatinine en de kreatinineklaring
bepalen; welke factoren zijn relevant voor de interpretatie van serumkreatinine waarden op
oudere leeftijd
De concentratie ureum of creatinine in het plasma representeert het dynamische evenwicht tussen
productie en eliminatie. In gezonde personen is er een enorme reserve van renale uitscheidende
functie, en komen serum ureum en creatinine niet boven de normaalwaarde uit, totdat de GFR 50-
60% gedaald is. Daarnaast hangt het niveau van ureum af van de GFR en de productie-rate. De
laatste wordt erg beïnvloed door eiwitinname en weefsel katabolisme. Het serum creatinine is
minder afhankelijk van het dieet, maar meer van leeftijd, geslacht en spiermassa.
Het serum creatine en urine output variëren weinig. Indien het verhoogd is, is de serum creatinine
een betere maat voor de GFR dan ureum en in het algemeen is meting van serum creatinine een
goede manier om verdere afname van GFR te monitoren.




Ureum is een afbraak product van eiwitmetabolisme.

Een GFR van 50-60 mL/per minuut (de helft van de normale waarde van een jonge volwassene)
kan bij oudere mensen (80) als normaal worden beschouwd. Er wordt reductie van spiermassa
gezien bij het ouder worden. Als gevolg hiervan is het serum creatinine gehalte normaliter bij
ouderen hoger. Dit kan een nierfunctie verslechtering maskeren. Bij het meten van de creatinine
concentratie om de renale functie te bepalen moet dit dus vooral bij ouderen in het achterhoofd
worden gehouden. Creatinine excretie komt tot stand door glomerulaire filtratie en tubulaire
secretie, hoewel dit laatste bij normale serum levels relatief klein is.




2

, In de lever worden nieuwe eiwitten geproduceerd of ze worden afgebroken, met als afbraak
product dus ureum.
- In het bloed zitten heel veel eiwitten deze worden afgebroken bij een bloeding. Als nier niet
goed werkt geen goede ureum uitscheiding ureum ↑
- hypovolemie geen goede klaring ureum ↑
3. bespreek methoden om de GFR te meten of berekenen evenals de relatie tussen serum
kreatinine en de kreatinineklaring
Klaring = de renale uitscheidingssnelheid. Het wordt gedefinieerd als het volume plasma dat in een
bepaalde tijdseenheid volledig van een bepaalde stof wordt gezuiverd. De klaring is normaliter
constant.

Het meten van de GFR is nodig om het precieze niveau van de renale functie te bepalen. Dit moet
een stof zijn die alleen door de nieren wordt verwerkt. Hierbij is het essentieel dat de serum
(plasma) ureum of creatinine normaal zijn. Meest gebruikte meting is de creatinineklaring.
Meten GFR:
• Met klaring als stof na filtratie niet wordt geresorbeerd/gesecerneerd door renale tubuli. Stoffen
die geschikt zijn:
o 100% filtratie
o Geen extra-renale klaring
o Geen tubulaire transporten
- Exogene stoffen gouden standaard: inuline (radio-actief iothalamaat, echter duur en onhandig
in praktijk).

3

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Simonekooistra-93. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 78252 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€3,99  1x  verkocht
  • (0)
  Kopen