In deze samenvatting voor het vak IKI worden zowel module 1 als 2 samengevat. De besproken artikelen worden samengevat samen met de hoorcolleges. Alle begrippen uit de leerwijzer, maar ook belangrijke begrippen uit de artikelen worden uitgelegd. De nadruk ligt vooral op de artikelen, aangezien deze...
R&N (2010), introductie:
Introdcutie van KI. Onderscheid tussen de vier verschillende benaderingen van AI.
- Meest algemene definitie van AI: wetenschappelijk veld dat intelligentie probeert te begrijpen en
probeert om intelligente entiteiten probeert te maken.
- rationaliteit: een systeem is rationeel als het ‘het juiste doet’, gegeven wat het weet
- Acting humanly: intelligente enititeiten bouwen die menselijk gedrag kunnen vertonen. Bij deze
benadering gaat het voornamelijk om het gedrag van de systemen. Het is al gelukt om systemen te
bouwen die gedrag tonen dat min of meer gelijk is aan dat van ons mensen.
- Thinking humanly: Hier gaat het erom dat de systemen kunnen denken als mensen. Hier gaat het
dus voornamelijk om het denkproces en het redeneren van de systemen. I.p.v. kijken naar gedrag
beschouwt deze benadering een systeem als intelligent wanneer deze kan denken als een mens.
-Thinking Rationally: Systemen moeten rationeel kunnen denken. Deze benadering focust zich ook
op het denkproces en het redeneren van de systemen. Een systeem wordt als intelligent
beschouwd wanneer deze kan redeneren volgens specifieke logische regels.
- Acting Rationally: Systemen moeten rationeel gedrag kunnen vertonen. Ook hier gaat het vooral
om het gedrag dat een systeem vertoont en een systeem wordt als intelligent beschouwd wanneer
deze gedrag vertoont dat wij kunnen beschouwen als rationeel.
Turing (1950) ‘computing machinery and intelligence’
Je moet kunnen uitleggen hoe de Turing test werkt en welke vragen deze test probeert te
beantwoorden. Voor- en nadelen van de test. Het is belangrijk dat je begrijpt wat een discrete
state machine is en hoe deze werkt. Het is belangrijk dat je de tegenwerpingen kent en weet hoe
Turing deze weerlegt.
IMITATION GAME:
imitation game: Turing test (1950). Het is de bedoeling dat als een computer kan slagen voor de
test, deze als intelligent wordt beschouwd. Een computer slaagt voor de test als de menselijke
ondervrager, na het stellen van een aantal vragen, uit de antwoorden niet kan zeggen welke
antwoorden van een mens of van een computer kwamen.
Total Turing test: Hier worden ook fysieke capabiliteiten van een computer getest, zoals beweging
en observatie.
Discrete state machine: Machine die werkt door van de ene discrete state naar de andere te gaan.
Digital computer: Een discrete state machine die dingen doet die een human computer kan doen.
Het bestaat meestal uit een store, een executive unit en control.
OBJECTIONS TO THE IMITATION GAME:
,theological objection: Machines kunnen niet denken omdat denken een functie van de ziel is en
God heeft enkel aan mensen een ziel gegeven.
Weerlegging: Deze gedachte zegt dat er een beperking is op de almachtigheid van God.
‘Heads in the sand’ objection: Als machines kunnen denken zouden de gevolgen daarvan te
gevaarlijk zijn en daarom kunnen we maar beter geloven dat machines niet kunnen denken.
Weerlegging: ‘I don’t think this argument is sufficiently substantial to require refutation’
Mathematical objection: Sommige resultaten van wiskundig onderzoek zouden kunnen zeggen dat
discrete-state machines te beperkt zijn om te kunnen denken. Zo zullen er altijd vragen zijn die de
machine niet kan beantwoorden en daarom zal het nooit kunnen slagen voor de Turing test. Een
van deze resultaten is trouwens de Godel’s theorie.
Weerlegging: Het kan inderdaad zo zijn dat de machine niet op elke vraag het juiste antwoord
geeft. Ook is er geen bewijs dat deze beperkingen niet ook gelden voor de menselijke intelligentie.
Wij geven ook vaak foute antwoorden op vragen. ‘There might be a men cleverer than any given
machine, but then again there might be other machines cleverer again, and so on.’.
Turing denkt dat mensen die dit als argument gebruiken, er het meest open voor staan om een
discussie over de test te houden.
Argument from consciousness: Machines hebben geen bewustzijn en kunnen daarom niet denken.
Weerlegging: Volgens de meest extreme vorm van dit standpunt is de enige mogelijkheid om te
weten dat een machine kan denken, als je de machine bent en je voelt jezelf denken. Dit is wel een
heel solipsistisch standpunt en Turing denkt niet dat aanhouders van dit argument de extreme
vorm van dat punt aannemen.
Wij mensen nemen ook allemaal van elkaar aan dat we kunnen denken en dat we een bewustzijn
hebben, we gaan daar niet echt een discussie over lopen houden. Ook geeft Turing hier een
voorbeeld van een gesprek tussen een machine en een ondervrager over een sonnet. Verder zegt
Turing dat aanhouders hiervan waarschijnlijk liever het argument achterwege laten dan die hele
solipsistische vorm ervan aannemen.
Professor Jefferson is een van de aanhouders van dit argument.
Solipsisme: Het geloof dat je alleen van jezelf kan weten dat je kan denken. Het is onmogelijk om
te weten of een ander persoon een bewustzijn heeft, want de enige manier om daar zeker van te
zijn is om die andere persoon te zijn.
Arguments from various disabilities: Een machine kan nooit voor de Turing test slagen omdat er
altijd wel dingen zijn die een machine niet kan doen. Zo kan een machine nooit aardig zijn, mooi
zijn, vriendelijk zijn, verliefd worden of een gevoel voor humor hebben.
Weerlegging: ‘I believe that they are most founded on scientific induction’. Zeggen dat machines
nooit veel diversiteit in gedrag kunnen hebben is een andere manier van zeggen dat ze nooit
genoeg opslag capaciteit daarvoor kunnen hebben.
Lady lovelace’s objection: Een machine kan nooit denken omdat het nooit iets kan doen waar het
niet voor geprogrammeerd is. Het kan ons nooit verassen of iets doen wat wij niet hadden
verwacht.
Weerlegging: ‘The view that machines cannot give rise to surprise is due’.
, Argument from continuity in the nervous system: Machines kunnen niet denken omdat ons
zenuwstelsel geen discrete-state machine is. Daardoor kunnen machines nooit het gedrag van ons
zenuwstelsen nadoen.
Weerlegging: Volgens de voorwaarden van de test kan de ondervrager geen onderscheid maken
tussen een discrete-state machine en een nervous system.
Argument from informality of behaviour: Het is onmogelijk om regels op te stellen die in elke
situatie het menselijke gedrag kan vangen. Daarom kunnen machines nooit hetzelfde gedrag
hebben als mensen en daarom zal het nooit kunnen slagen voor de Turing test.
‘If each man had a definite set of rules of conduct by which he regulated his life he would be no
better than a machine. But there are no such rules, therefore men cannot be machines’
Weerlegging: ‘For we believe that it is not only true that being regulated by laws of behaviour
implies being some sort of machine (though not necessarily a discrete-state machine), but that
conversely being such a machine implies being regulated by laws.’
Onder geen enkele omstandigheden kunnen we zeggen dat we genoeg onderzoek hebben gedaan
en dat die ‘laws of behaviour’ niet bestaan.
Argument from extrasensory perception: Als er buitenzintuigelijke waarnemingen bestaan, zal de
Turing test nooit kunnen werken omdat zulke waarnemingen kunnen storen met de test.
Weerlegging: Turing vind dit een sterk argument. Als dit soort buitenzintuigelijke waarnemingen
worden toegelaten bij de test, zal de test inderdaad aangescherpt moeten worden. Zo kan je de
deelnemers bijvoorbeeld in een telepathie-vrije kamer zetten.
(viva voce is een andere naam voor de test)
Newell & Simon (1976) ‘computer science as empirical inquiry: symbols and search’
Hier proberen N&S aan te tonen dat KI een empirische wetenschap is. Zij doen dit door twee
voorbeelden te bespreken die volgens hen van groot belang zijn voor de totstandkoming van
intelligentie. Wij richten ons vooral op het eerste voorbeeld (PSS). De PSSH is een empirische
hypothese.
Empirisme: theorie dat al onze kennis voorkomt uit onze eigen ervaringen
Empirische wetenschap: Wetenschap waarin kennis voornamelijk voort komt uit zintuiglijke
ervaringen, zoals het observeren van gedrag in een experiment.
Symbol: Een fysiek patroon dat een object uit de wereld representeert. Verschillende symbolen
kunnen worden gecombineerd tot een expressie.
Physical symbol system: Een systeem dat bestaat uit een set van symbolen die gemanipuleerd
kunnen worden om verschillende soorten expressies te vormen.
PSSH: Het is noodzakelijk om een PSS te zijn om intelligent gedrag te vertonen en het is ook
voldoende om een PSS te zijn om intelligent gedrag te vertonen.
Structuur van een computer wordt gerelateerd aan het gedrag ervan.
Physical symbol systems bestaan uit sets van symbolen (fysieke patronen) die ook voor kunnen
komen als componenten van expressies (symbol structure). Ook bevat het een verzameling van
processen die werken aan een expressie om nieuwe expressies te maken.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper dalayna03. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,99. Je zit daarna nergens aan vast.